Langzaam kom ik bij bewustzijn. Zachtjes kreunend probeer ik mijn oogleden van elkaar af te rukken, maar er komt geen beweging in. Een zure stank dringt mijn neusgaten binnen. Wat in vredesnaam is dat? Mijn mond voelt droog en smerig, alsof ik drie liter rioolwater gedronken heb en daarna een week heb liggen slapen.
Met grote moeite lukt het me om één ooglid omhoog te krijgen, maar meteen knijp ik het weer dicht. Au. Waarom doet het daglicht zo'n pijn aan mijn ogen? En aan mijn hoofd? Wat is er met mijn hoofd gebeurd?
Op de tast zoeken mijn vingers de omgeving af. Dit voelt niet als mijn eigen bed. Lig ik in dat van mijn ouders? Nee, dat is ook niet zo hard. Waar ben ik? En waarom heb ik zo'n hoofdpijn? "Papa, kun je een dokter halen?"
"Deia?" Zijn stem klinkt ver weg, maar dat doet die van mezelf ook.
"Ik heb zo'n hoofdpijn." Tranen springen in mijn ogen. Zo ellendig heb ik me nog nooit gevoeld. "Kun je een pijnstiller gaan halen bij Oliveirus? Ik betaal je wel terug als ik mijn eerste salaris heb."
"Probeer nog maar wat te slapen, meid. Je hebt te veel alcohol gedronken."
Slapen klinkt niet verkeerd. Ik wil best nog even slapen. "Kom je bij me zitten? Ik voel me zo slecht."
"Sorry meisje, dat kan nu niet. Je moet even sterk zijn."
"Waarom?"
"Omdat we in de arena zitten."
Meteen vliegen mijn ogen open. Het zorgt voor een explosie van pijn in mijn hoofd, maar ik gebruik al mijn krachten om ze open te houden. Om me heen zie ik muren. Aan de kant waar mijn hoofd ligt, bestaat de wand uit tralies. Bij mijn voeten staat een emmer. Als ik erin probeer te kijken, knijp ik vol weerzin zowel mijn ogen als mijn neus dicht. Daar komt die stank dus vandaan. Er heeft hier iemand liggen kotsen. Ikzelf, waarschijnlijk.
Kermend zak ik weer op het matras neer. Wat is er gebeurd? Waarom kan ik me zo weinig herinneren van gisteravond? Was het wel gisteravond? En hoe kom ik van dat droge gevoel in mijn mond af? "Pap, heb je toevallig iets te drinken daar?"
"Nee, helaas niet. Gaat het een beetje? Je hebt behoorlijk wat gedronken gisteravond."
Het was dus inderdaad gisteravond. Ik heb niet drie dagen geslapen. Dat is goed om te weten. Heel vaag komen er weer een paar herinneringen bij me terug. Er was iets met wijn. "Hoeveel wijn heb ik gehad?"
"Minstens vier glazen, en dan ook nog die whisky."
"Wat in vredesnaam is whisky?"
"Dat weet je misschien wel weer als je kater over is. Als ik jou was, zou ik er voortaan maar ver bij uit de buurt blijven."
Dat is een raad die ik sowieso op ga volgen. Dus dit is hoe een kater voelt. Als ik dat had geweten, had ik al die drank wel laten staan. Waarom moet dit zo veel pijn doen?
"Dat lijkt me inderdaad verstandig," klinkt een andere stem die ik heel goed herken. Maar bij wie hoort die ook alweer? Het moet iemand zijn die ook op het feest was.
"Arthur!" Meteen grijp ik gekweld naar mijn hoofd. Het lijkt me een beter idee om de rest van de dag alleen nog maar te fluisteren.
"Ja, ik ben hier. Terug bij af. Wist je dat het zelfs dezelfde cel is?"
"Echt? Zit je in zeven?"
"Klopt. Jij in acht. Je hebt gisteravond alles ondergekotst."
Zoiets had ik inmiddels al begrepen, vanwege die emmer. "Ben je boos op me?"
"Op dit moment ben ik vooral blij dat je nog leeft. Ik was echt bang dat je in je slaap zou stikken in je eigen kots. Maar daarnaast ben ik ook boos, ja. Omdat je ons in de problemen hebt gebracht."
JE LEEST
(Uitverkoren 3) De macht
Science FictionOm haar vader in leven te houden, moet Deia voldoen aan eisen die Nestor stelt. Doet ze dit niet dan zal ze hem alsnog verliezen. Maar kan en wíl ze wel een keuze maken? Cover door @glittersinmijnhaar