Vanuit laura: ik loop naar het huisje en bel aan. Cassius doet open. 'Wat kom je doen? Ik ben hier als enigste nu', zegt cassius. 'Oh', zeg ik. 'Ach kom maar binnen', zegt cassius. Ik loop naar binnen. 'Ga zitten', zegt hij. Ik ga zitten op de bank en hij komt naast me zitten. 'Zijn robin en jij eigenlijk goede vrienden?', vraagt cassius. 'Niet echt, ze heeft best een hoge eigendunk en ja daar kan ik niet echt tegen', zeg ik. 'Ik vind t wel meevallen', zegt cassius. 'Ja maar ze doet ook echt rare dingen en ze praat over nog raarderer', zeg ik. 'Bijvoorbeeld?', vraagt cassius. 'Ja dat zeg ik niet, maar ik moet gaan', zeg ik en ik loop snel weg.
Vanuit veer: ik loop over straat. Ik ging een boek halen uit de bieb en mijn band was leeg dus moest ik de hele stuk lopen. Ik bots tegen iemand op. Dan zie ik wie het is! Die gozer uit die club! Hij ziet ook dat ik het ben. 'Zo zo, je ziet er mooi uit met een blauw oog', zegt hij. 'Rot op', zeg ik. 'Is diegene die je had gered nu je vriendje? Dat maakt het leuker namelijk', zegt hij. 'Het is me ex, niks leuks aan', zeg ik bot. 'Lievie toch, je moet me nog die drankjes terug betalen hé', zegt hij. Hij loopt naar me toe en slaat zijn arm om me heen. 'GA WEG!', gil ik. Hij zoent me en ik bijt op zijn tong. Hij slaat me keihard op mijn blauwe oog. Zo hard dat ik val. Heel even ben ik bewusteloos. Ik word wakker in zijn armen. Hij loopt ergens naartoe. Vast ergens waar niemand is. Hij loopt naar een groot steegje. Ik ken t hier niet. Hij legt me neer. 'Als jij nu zo blijft liggen is het zo gebeurd', fluistert hij in mijn oor. 'Nee', zeg ik. Hij drukt een vinger tegen mijn mond. Ik sta op een ren weg. Hij volgt me. Teminste dat denk ik. Ik val keihard. En dan word het zwart voor mijn ogen.
Vanuit sam: samen met iris loop ik in Amsterdam. We lopen richting de wallen. We lopen naar binnen. Er komt iemand aangelopen. 'Hey, Iris', zegt ze vrolijk. 'Suzanne, weet jij wat de baas is?', vraagt iris. 'Ja, in zijn kantoor', zegt suzanne. Ze kijkt mij aan en geeft me een knipoog. Suzanne loopt weg. 'Kom', zegt iris. En ze loopt naar een kantoor. 'Hey, iris...wat kom je doen? Wie heb je mee, een vrijwilliger?', vraagt de baas. 'Nee, ik neem ontslag!', zegt iris. Hij staat op een loopt naar Iris toe. 'Dat doe jij niet, anders zet ik je mooie foto's op Facebook', zegt hij. Iris zegt niks. 'Zit je d'r nou te bedreigen?!', vraag ik. Hij kijkt me aan en lacht. 'Dat merk je goed', zegt hij met een big smile. 'Laten we gaan', zegt iris zacht tegen mij. Ik draai me om en loop weg. Iris volgt me.
Vanuit veer: ik doe mijn ogen open. Het enige wat ik zie is zwart. Ik hoor voetstappen. 'Hallo? Is daar iemand?', vraag ik wanhopig. Ik hoor iemand hijgen. Heel dicht bij mij. Dan hoor ik weer voetstappen. Ze gaan eerst weg en komen dan naar me toe. Ik word opgetild en gil keihard. 'Niemand hoort je hier sweetie', zegt iemand. Ik zeg meteen niks meer. Ik ben zo bang. Ik word neergelegd op een soort bank/bed ding. Ik hoor dat hij iets aan het pakken is. Plotseling voel ik iets in mijn huid branden. Ik gil het uit. 'Fijn hé? De pijn voelen', zegt de man. Ik hoor dat hij de baard in de keel heeft dus is het een man. Ik geef geen antwoord. Ik word gestoken in mijn arm door iets scherps. Ik gil keihard. 'Ik vroeg je iets!', schreeuwd de man in mijn oor. Ik schud snel mijn hoofd.
Vanuit richella: morgen ga ik met jai 2 dagen naar Azië. Ik heb al van iedereen afscheid genomen, behalve veer. Ze was niet thuis. Ook niet bij iris, of robin, of rianne, of laura of de boys. Ik heb overal gezocht. Nou pech voor haar dan. Ik loop naar boven en pak mijn koffer alvast in. Morgen om 4uur in de ochtend gaat mijn vlucht. Lekker vroeg, hou van dat. Vanuit jai: ik en richella zitten in het vliegtuig. We gaan naar Indonesië. Ik heb dr zoveel zin in. Ookal is het maar voor 2dagen. Word sowieso leuk!
Vanuit veer: het is stil. Té stil. Ik weet nog steeds niet waar ik ben. Die man is weg. Ik probeer me handen los te maken die aan elkaar vast zitten met touw. Het lukt niet. De touwen snijden alleen maar meer in mijn polsen. Ik hoor een deur. Voetstappen komen op mij af. Ik hoor niks meer, hij staat vast stil naast me. Ik voel uitgeademde lucht bij mijn hals. Ik voel weer iets scherps bij mijn hals dit keer. 'Waarom doe je dit?', vraag ik aarzelend. 'Waarom niet?', zegt hij terug. 'Laat me gaan', zeg ik. 'Later', zegt hij terug. Ik voel een vreselijke pijn bij mijn hals.
JE LEEST
Life with b brave, b brave story
Fiksi Penggemarleven van vriendinnen, ze ontmoeten b brave en er gebeuren spannende dingen...