Hoofdstuk 26

475 30 7
                                        

Emily pov

Ik loop achter Justin aan die me naar mijn kamer leidt. We gaan met de trap naar boven en eindelijk stoppen we. 'Hier is het.' zegt hij. Hij stopt voor een grote houten deur, het is zeker een lelijke kamer met een versleten bed en een kleine raampje. Zou me totaal niks verbazen. Hij doet de deur open en ik open mijn mond trek mijn wenkbrauwen op. Deze kamer heeft een gigantisch tweepersoonsbed en een uitkijk door de stad. Het ziet er leeg maar prachtig uit. De kamer heeft een warme kleur, okal er niet veel meubels zijn.

'Dus hoe of waar ga jij slapen?' vraag ik ongemakkelijk. 'Op jou.' zegt hij. Ik kijk hem aan met een opgetrokken wenkbrauw en snel schieten zijn mondhoeken omhoog. 'Ik slaap wel in die stoel.' hij wijst naar een stoel, nouja soort van bank waar 1 persoon kan zitten 'Weet je het zeker?' vraag ik aan hem. Hij knikt en ik loop alvast naar de bed. Ik ga in een kledingmaker positie zitten en ik kijk naar Justin die op zijn telefoon zit. Hij kijkt op en ik geef hem een zwakke glimlach.

'Is er wat?' vraagt hij. 'Waarom zit jij in deze criminele bende?' vraag ik aan hem. Hij kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan en hij doet zijn telefoon in zijn broekzak. Hij buigt voorover en hij leunt met zijn armen op zijn boven benen en hij kijkt me aan.

'Waarom wil je dat weten?' vraagt hij bot. 'Nou, je ziet er niet echt uit als iemand die in dit criminele bende zou zitten. Ik weet niet wie je bent, of wat voor verleden je hebt of hoe je bent. We weten allebei dat dit niks is.' zeg ik. Hij grinnikt. ,Nou laten we beginnen dat Frederico mijn oom is.' zegt hij. Ik vorm een o met mijn mond en ik heb al meteen medeleiden met hem. 'Sorry.' zeg ik. 'Waarom sorry?' hij kijkt me doordringend aan. 'Dat hij je oom is.' zeg ik. 'Ik heb er geen probleem mee, ik hou van mijn oom.' zegt hij. Ik knik en ik bijt op mijn lip. 'Jouw vader is de reden waarom wij in een hel hebben geleefd, we zaten krap, we hadden niks.' zegt hij. 'Hoe bedoel je 'mijn vader?' ik verhef mijn stem en hij geeft me en gebaar dat ik zachter moet praten. 'Frederico en je vader waren vrienden, blijkbaar heeft Frederico iets gedaan waardoor je vader niet blij mee was. Maar iedereen maakt fouten, daar heeft mijn oom nogsteeds spijt van maar je vader was zo wraakzuchtig en heeft niet eens kunnnen helder nadenken en hij bedacht meteen om mijn ooms leven te verwoesten.' vertelt hij. 'Wauw.' zeg ik. Ik knik en ik kijk Justin aan. 'Nu wil ik jou dingen vragen.' zegt Justin. Ik knik. 'Wat ga je doen als je vrij bent.' zegt hij. 'Niks, gewoon weer verder leven.' ik haal mijn schouders op en Justin lacht en schudt zijn hoofd. 'Nu ik.' zeg ik. Ik adem rustig in en uit. 'Wat gebeurd er met mij als ik niet vrij kom.' zeg ik. 'Weet ik niet.' ik voel een brok in mijn keel. Ik heb een raar gevoel in mijn buik, wat zal er gebeuren. Word ik vermoord, of gemartelt of...Uggh nevermind. 'Hoe bedoel je, je weet het niet? Je hebt vast wel..' 'Uhh nu is het mijn beurt.' onderbreekt Justin me. Ik zucht.

Na paar vragen heb ik het best wel veel gelachen en ken ik Justin wat beter. 'Heb je een vriend?' vraagt Justin. 'Ja, jij?' antwoord ik. Hij schudt zijn hoofd en ik knik' 'Ben je niet verliefd?' vraag ik. 'Hoho, nu is het mijn beurt.' zegt hij lachend. Ik schud lachend mijn hoofd en ik verander van positie. 'Wat is het genante ding wat je ooit is overkomen..' vraagt Justin lachend. 'Uhmmm.Vorig jaar ben ik naar school gegaan met een gigantische gat onder mijn kont. Nog even en je zag het.' zeg ik lachend. 'Wauw, jammer dat ik er niet bij was.' zegt hij lachend. Ik kijk hem met een opgetrokken wenkbrauw aan. 'Ik zou zelf het gat groter maken.' zegt hij nogsteeds lachend. Ik werp hem een dodelijke blik toe en hij stopt met lachen. 'Pas op hé!' waarschuw ik hem. Hij knikt en doet alsof hij bang is. Sukkel. 'Oké nu mijn beurt.' zeg ik. 'Heb je.. je ooit uhm iemand ver..vermoord?' zeg ik stotterend. Hij kijkt me emotieloos aan en ik heb meteen spijt wat ik heb gevraagd. 'Verwacht je dat van mij?' vraagt hij. 'Het kan, je bent een bende lid.' 'Maffia.' verbeterd hij me. 'Maffia?' ik kijk hem verbaasd aan. 'Ik ben italiaans.' zegt hij droog. Ik knik en ik kijk hem weer aan. 'Sorry, dit had ik niet moeten vragen.' zeg ik.

Justin pov

Ik kijk naar Emily die al in slaap is gevallen, ze is zo schattig als ze slaapt. Ik sta op en ik doe een deken om haar heen. Ik ga de kamer uit en ik doe de deur dicht. Ik loop naar de richting van de keuken en ik zie al dat het 4 uur s'nachts is. 'Is het gezellig daar?' hoor ik iemand zeggen. Ik draai me om en ik zie mijn oom. Hij schudt zijn hoofd en ik kijk hem onbegrijpelijk aan. 'Je wordt toch niet verliefd op haar hé?' zegt hij. 'Nee tuurlijk niet.' sis ik. 'Ze is aardig enzo, maar voor derest nee.' zeg ik. 'Ga slapen, we moeten vroeg opstaan.' zegt Frederico. 'Trouwens.' zeg ik zonder hem aan te kijken. 'Wat gaat er met haar gebeuren als we geen 1 miljoen krijgen.' vraag ik. 'Tuurlijk krijgen we die 1 miljoen, geloof me hij doet alles voor diegene waar hij van houdt. Okal hij een kleine hart heeft.' zeg ik. 'Begrijp ik, maar stel je voor.' zeg ik. Ik bijt op mijn lip en ik kijk Frederico aan. 'Hoezo boeit het je wat?' zegt hij. Ik schud met mijn hoofd en wuif met mijn hand. 'Laat maar.' zeg ik.

Ik ga weer naar boven naar de kamer waar Emily ligt. Als ik de deur rustig sluit dan zie ik dat Emily wakker is en ze zit aan de rand van de bed. 'Emily gaat het?' vraag ik. 'Waar was je?' vraagt ze. 'Hoezo, moet ik altijd bij je blijven dan?' zeg ik. 'Nee, ik dacht dat je me alleen zou laten.' ik zie haar trillen en ik loop naar haar toe. 'Gaat het?' vraag ik. 'Nee.' zegt ze kortaf. Ik ga bukken zodat mijn lengte even veel als die van Emily is. Ze zit op de rand van de bed met haar hoofd omlaag. 'Het komt goed, je vader komt je halen.' wees ik haar gerust. Ik til haar kin op en ze kijkt me met waterige ogen aan. 'Het komt goed.' fluister ik. Ik geef haar een kus op haar voorhoofd en ik zie meteen een traan lopen over haar wang.

Jayson pov

Ik ren een kamer in en ik zie twee personen op elkaar liggen. Ik til mijn pistool op en ik voel mijn hart niet meer bonken als ik zie wie één van die twee personen is. Emily. Ze gilt en schreeuwt dat diegene moet stoppen. Ik voel een traan over mijn wang lopen en ik richt op diegene die haar verkracht. Ik trek de trekker over en ik schiet op diegene. Ik hoor geen gegil van Emily, er klopt iets niet. Ik loop naar de bed toe en ik zie dat ik op Emily heb geschoten.

'Nee!' schreeuw ik. Ik voel zweetdruppels op mijn voorhoofd en ik ga recht op zitten. Ik moet haar vinden. Ik kijk naar de klok en ik zie dat het 7 uur is, ik stap de douch in en ik maak mezelf klaar. Om 9 uur moet ik bij de kantoor zijn, ik maak een ontbijt voor mezelf, half verwegen kan ik niks meer binnen brengen. Ik heb honger, maar eten kan ik niet.

My dilemmaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu