H27. Terzieler

166 5 2
                                    

Ik zocht zo snel mogelijk iemand om een groepje mee te vormen, maar River ging al met Angelique, en Anne met Alicia Spinnet. Ik keek zenuwachtig om me heen.

Ik wil niet met George!

Iedereen stond nu bij een Terzieler, behalve George en ik. Met rollende ogen liep ik naar hem toe. 'Hoi.' Zei ik mat. Hij volgde mij naar een Terzieler, en we wachtte op nieuwe uitleg van Hagrid. 'Luister Hazel.' Ik schudde mijn hoofd. 'Jij wilde net niet praten, nu wil ik niet praten.' Hij rolde met zijn ogen, terwijl hij een poging deed om de Terzieler te aaien, in plaats daarvan aaide hij ongeveer een halve meter te ver naar voren.

'Goedzo! Heb iedereen een Terzieler? Ja? Oké, jullie gaan één voor één op t beessie zitten en een klein stukkie wandelen. De ander helpt daarbij. Na een paar keer mag je iets sneller, en als dat je goed afgaat roep mij dan even, dan gaan we een stukkie vliegen.' Ik beet op mijn lip; als ik George op dat paard moet helpen, word het nog een lange les.

'Zit je?' Vroeg George voorzichtig toen ik bovenop de rug van de Terzieler zat. 'Ja, dat kun je toch zien?' Snauwde ik. 'Nou, eigenlijk niet, aangezien je op een onzichtbaar paard zit?' Ik rolde met mijn ogen. Rustig begon de Terzieler te lopen, en na een paar meter stond het ook weer stil.

'Nu jij.' Zei ik tegen George. Hij liep nerveus richting de Terzieler, en met veel moeite hielp ik hem er op. Ik moest met hem meelopen terwijl we Terzieler an het stappen was, omdat hij er anders af zou vallen. 'Oké, oké! Stop maar.' Met een zucht liet ik de Terzieler stilstaan, en ging ik er zelf weer op zitten. Ik begon weer met rustig stappen, maar de Terzieler begon iets meer vaart te maken, en ik moest me goed vast houden wilde ik er niet af vallen. 'Goed zo Hazel!' Hoorde ik Hagrid achter me zeggen.

Voor ik het goed en wel door had, spreidde de Terzieler zijn vleugels. Ik schrok, en klampte me steviger vast aan de hals van het beest. Zijn benen kwamen langzaam van de grond af en we stegen op. Ik hoorde Anne gillen. 'Hazel!? Kom es naar beneden!' Ik keek richting de grond, waar Iedereen me met grote ogen aan zat te kijken. We stegen steeds hoger op, terwijl de vleugels van de Terzieler de hele tijd tegen mijn knieën aan sloegen. Na een tijdje opstijgen begon de Terzieler vaart te maken en naar voren te vliegen. We vlogen over het Verboden Bos heen, richting het Kasteel.

Opeens maakte de Terzieler een snoekduik naar beneden, en ik moest mijn best doen om niet voorover van hem af te glijden. We zweefden nu boven het meer. Ik stak mijn hand uit, en ik voelde het koude water van het meer mijn hand afkoelen.

Langzaam gingen we weer naar boven, en ik zag Harry bij een raampje van het Waarzeggerij lokaal zitten, terwijl hij wanhopig wat frisse lucht wilde opvangen, hij zag me en keek verbaasd op. Ik durfde het aan om een hand voorzichtig los te laten, en ik zwaaide. Hij glimlachte verward en zwaaide terug. De Terzieler maakte alweer een duik, waardoor ik  van het beest afgleed, en er alleen nog met mijn armen aanhing. Ik schreeuwde de longen uit mijn lijf, terwijl de Terzieler alleen maar lager ging vliegen. Ik berekende snel hoe ik zou landen als ik zou afwachten, en besloot me in het meer te laten vallen. Ik sloot mijn ogen en telde tot drie. Bij drie liet ik resoluut los, ik hoorde een heel aantal leerlingen gillen en Hagrid schreeuwde iets dat nog het meest leek op: 'Bij Merlijns baard! Ben je gek geworden?!' Mijn voeten raakten het water, en als een speer snelde ik richting de bodem. Mijn knieën bogen, en ik zette me hard af. Op dat moment was ik blij dat ik me redelijk dicht bij de oever van het meer had laten vallen, anders was ik nooit op tijd boven het wateroppervlak geweest voor ik geen zuurstof meer had.

Ik kwam boven water, en ik hoorde het helse kabaal van een klas die uit hun dak ging. Ik zwom richting de kant van het water, waar iedereen uit ons jaar Huffelpuf en Griffoendor stond te juichen. Voorzichtig stond ik op, ik trilde op mijn benen, terwijl ik  richting Hagrid liep, die zij dikke jas voorhield. 'Ik zeg het je, je ben gek in je hoofd, maar je hebt het wel goed gedaan.' ik glimlachte zwakjes, terwijl ik naar River en Anne liep. 'Ik dacht echt dat je dood ging!' Zei Anne hard in mijn oor. Anne is dat soort meisje dat nooit op een normaal niveau praten, en ze kan dan ook over de meest rare dingen door ratelen.

River daarentegen, is meestal stil, en als ze iets zegt kun je haar nauwelijks verstaan. 'Iedereen maakte zich zorgen Hazel, ze dachten echt dat die Terzieler je ging laten vallen.' Ze gaf me een stevige knuffel, een die ik nog nooit van haar heb gekregen. 'Is er iets?' Ik duwde haar voorzichtig van me af en keek haar in haar ogen aan.

'Kom even mee, roep Anne ook even.'

"Sparklin' Weasley"- Wemel TweelingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu