Geluk

913 59 2
                                        

Op het bureau moet ik wachten op een rechercheur. Ik kijk om me heen. Veel mensen zijn bezig met politiedingen. Er komt een oude man met een snor naar me toegelopen. 'Megan Rose?' Ik knik. 'Ik ben rechercheur Woodstock. We willen je graag wat vragen stellen. Kom maar mee.' Ik snap nog steeds niet waarom ik hier ben, maar ik loop wel met de man mee.

We stoppen bij een grote, rode deur. Hij maakt hem open met een sleutel en laat mij naar binnen. Als ik binnenkom schrik ik me dood. Daar, op een stoel, zit de vrouw die ik gisteren had leeggezogen. Tenminste, dat dacht ik. Om niet verdacht te lijken, ga ik zitten met een glimlach op mijn gezicht. De vrouw ziet er beter uit. Ze heeft verband op de plek waar ik haar gebeten heb. Om haar nek bungelt een ketting met een zilveren kruis eraan. Vanbinnen moet ik lachen, denkt ze nou echt dat ik daar niet tegen kan? Maar dan weet ze wel wat ik ben... De stem van een andere politieagent haalt me uit mijn gedachten. Hij vraagt aan de vrouw of ze mij herkent. De vrouw knikt en kijkt me angstig aan. Hij vraagt of ik haar herken. 'Nee, nog nooit zien', antwoord ik iets te snel. Achterdochtig kijkt de politieagent me aan.

Hierna stelt hij ons allebei nog wat vragen. Aan het einde zegt hij: 'Nou, er is niet genoeg bewijs dat jij dat hebt gedaan', hij wijst naar het verband, 'dus je mag nu gaan. Opgelucht sta ik op en kijk de vrouw nog een keer aan. Ze kijkt boos, maar ook bang. Als ik de kamer uitloop, klapt de deur hard achter mij dicht.

Nadat ik binnen ben gekomen zie ik mijn ouders. Ze kijken bezorgd. 'Megan, wat heb je gedaan? Waarom moest je naar het politiebureau?', vraagt mijn vader. 'Nou, gisteravond had ik van iemand gedronken. Ik dacht dat ze dood was, maar dat was niet zo en ze heeft de politie gebeld.' Ik zie ze verschrikt kijken, dus voeg ik er nog aan toe: 'Maar er was niet genoeg bewijs, ik mocht gaan.' Onzeker glimlach ik naar ze. Boos roept m'n vader: Wat?! Je had ons wel kunnen verraden. Ben je niet goed wijs? Wat een schande, het had ons kunnen...' 'Michael!', roept mam. 'Het gas niet slim van Megan, maar schreeuw toch niet zo!' En nu op mij gericht: 'Ga maar naar boven.'

De week is bijna voorbij, dus dan kan ik weer afspreken en leuke dingen doen. Het is nu vrijdag en ik zit op school. Ik sta met Lars bij mijn kluisje. 'En, wil je vanavond afspreken?', vraagt hij. Nee, ik mag 's avonds niet afspreken! Dus ik verzin een smoes: 'Nee sorry, ik heb familieavond.' 'Oh oké, morgenavond dan?' 'Sorry, dan moet ik sporten.' 'Zondag dan?', vraagt hij, met nauwelijks nog hoop in zijn stem. 'Dan kan ik ook niet, ik ehh-' 'Ja ja, hoeveel smoezen ga je nog bedenken? Waarom doe je nou zo raar, je rent weg in de kantine en wil niet met me afspreken. Vind je me niet leuk ofzo?' Jawel, wil ik schreeuwen. Het liefst wil ik alles vertellen. Dat ik een vampier ben, een moordmachine, en dat ik telkens als ik bij hem ben zijn bloed wil opzuigen. Maar dat doe ik niet. 'Ontmoet me morgen om acht uur in het centrum. Ik vind jou wel, dus kom gewoon daarheen.' Ik wil bijna weglopen, maar vergeet iets te zeggen: 'Ik zal alles uitleggen.'

Reborn: Love of a VampireWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu