Het is best raar dat de jongen na een paar minuten nog steeds niet dood is, dus ik doe een stap achteruit en kijk hem onderzoekend aan. Hij heeft nog steeds een ondeugende glimlach op zijn gezicht, maar zegt niks. 'Hallo? Kan je praten?' Ik zwaai met m'n armen voor zijn gezicht en hij begint te lachen. 'Weet je, voor een ware vampier ben je akelig menselijk', zegt de jongen. Van verbazing blijft mijn mond open hangen. Hoe weet hij nou dat ik een ware vampier ben? Hoe weet hij überhaupt dat ik een vampier ben?! Ik herstel me snel: 'Oké gast, ik weet niet wie je bent of wat je bent, maar blijf uit mijn buurt!' Maar net terwijl ik aanstalten maak om te gaan lopen, begint hij te praten.
'Ik ben Jay, en een vuurvampier. Ik ben op zoek naar mijn zusje, Raven. Weet je misschien waar ik haar kan vinden?' Ik draai me om en kijk hem aan. 'Hoe weet ik dat ik je kan vertrouwen?' 'Dat weet je niet.' Even denk ik na. Hij heeft wel gelijk. Misschien moet ik wat minder wantrouwig zijn. Dus ik antwoord: 'Ja, ik ken Raven. En ik weet ook waar je haar kan vinden.' Twijfelend voeg ik er nog aan toe: 'Weet je zeker dat ze je wel wil zien?' Hij zwijgt even en het lijkt alsof hij nadenkt. En dan zegt hij: 'Ik hoop het... Ze is een tijdje geleden weggelopen en blijkbaar hierheen gekomen.' Eerst aarzel ik nog even over of ik hem wel met me mee moet laten gaan, maar daarna besluit ik dat ik hem maar moet vertrouwen.'Mam, pap?', roep ik terwijl ik de deur open doe. Ik laat Jay binnen en doe de deur dicht. Het geluid van voetstappen op de trap naar beneden geeft aan dat Raven eraan komt. Ze is erg licht en je hoort het bijna niet als ze loopt. 'Ze zijn even boodschappen doen Megan', roept ze. En even later komt ze de hal binnen gelopen. Met grote ogen kijkt ze naar Jay. 'Wat doe jij hier?!', roept ze. 'Weet je dan niet dat ik een reden had om weg te gaan?' En dit is nou zo'n moment tussen broers en zussen waar je als buitenstaander niet bij wil zijn. Dus ik doe wat ieder normaal persoon zou doen, en loop de kamer uit.
Vanuit mijn kamer hoor ik al meer dan een uur geschreeuw uit Raven's kamer komen. Blijkbaar hebben ze het nog steeds niet opgelost... Even later hoor ik dat de deur dichtslaat en gestamp op de trap. Ik kan maar beter even gaan kijken hoe het met Raven gaat.
Ik klop op de deur, maar hoor niets. 'Raven, ik ben het, Megan', zeg ik. 'Ga weg!' 'Waarom ben je nou boos op mij? Ik heb toch niks verkeerd gedaan.' Het blijft stil aan de andere kant van de deur. 'Kom op nou, Raven. Laat me binnen.' Ik hoor voeten schuiven over de vloer en een piepende deurklink. Raven doet de deur open op een kiertje en kijkt me aan. 'Ga je de deur nog verder open doen, zodat ik binnen kan komen?' Ze zucht, maar laat me er uiteindelijk toch in.
'Waarom ben je zo boos?', vraag ik aan Raven. 'Ik wil Jay helemaal niet zien... Na het ongeluk thuis, ben ik zo snel mogelijk weg gegaan.' Het ongeluk? Dat klinkt apart. Ik denk even na of ik er wel over zal vragen, maar doe het dan toch. 'Wat bedoel je met het ongeluk?'
JE LEEST
Reborn: Love of a Vampire
Acak"Ik had gewoon mijn hand tegen z'n mond gehouden en m'n tanden in zijn hals gezet. Eerst voelde ik zijn lichaam verstrakken, maar al snel ontspande hij zich. Hoe ik me voelde? Gelukkiger dan ooit. " Hoi, ik ben Megan. Ik ben een vampier, dat weet i...