Hoofdstuk 14

147 11 0
                                    

Het was nu een paar uur nadat Hunter het verhaal had verteld. We hadden nog even gepraat en ik snapte nu zijn verdriet.

Opeens hoorde ik een hard gegil. Mandy, Hailey en Hunter keken meteen op. Snel rende ik naar de afgebrokkelde rand van oude huis en zag dat de tweeling werd vastgehouden door twee mannen. Een donkere schaduw kwam achter de mannen vandaan.
Het was Nathan.

'Nathan? Wat doe je?' vroeg Hailey zacht.

'Dit moet, als we moeten overleven. Ik moet dit doen!' zei hij harder dan normaal.
Zijn haar zat langs zijn oren naar achter waardoor je beide ogen kon zien. Normaal had hij zijn haar over een oog maar nu leek hij, meer, meer zelfvertrouwen. Hij had zijn zwaard op Hailey gericht.

'Hij gaat ons allemaal vermoorden als ik dit niet doe.' hij had dezelfde glazige blik in zijn ogen als Hunter toen had.

Snel hintte ik naar Hunter en wees naar mijn ogen. Hij leek het door te hebben. Hailey leek niet op te letten maar zat met waterige ogen naar Nathan te kijken.

'Je hebt gelijk Nathan. Je hebt altijd gelijk.' zei Hailey. Langzaam liep ze naar hem toe. 'Ik hou van jou, dus ik geloof alles wat je zegt.'

We spraken haar allemaal tegen maar ze bleef in een trans naar hem toe lopen. Al snel stond ze naast hem. Ze draaide zich om en keek hem recht in zijn ogen aan. Ze kuste hem zacht op zijn lippen en ging met haar hand over zijn arm. Voordat ik het opmerkte pakte ze zijn zwaard uit zijn handen.

'Hailey, kom op. Geef terug schat.' zei Nathan maar ze hield zijn eigen zwaard bij zijn keel. Ze schudde heftig nee met haar hoofd. Hij gooide zijn handen in de lucht. 'Je gaat me niks aan doen.'

Ze draaide zich met een pirouette om en stak de ene man in zijn borst, toen de andere man wou aanvallen sneed ze zijn keel open. Daarna draaide ze zich snel weer om naar Nathan, die heel trots en verrast keek. 'Wedde?' zei ze vol zelfvertrouwen.

'Oke. Hailey, ik en iedereen hier weet dat je me niks aan gaat doen. Je houd te veel van me, als sinds we 12 waren, weet je nog?' vroeg hij. Natuurlijk wou hij geen antwoord. Hij wou duidelijk maken dat hij niet bang is voor haar.

Ze hadden als sinds ze heel jong waren, ze hadden nog niet echt iets, pas net voordat ik er kwam, maar al sinds heel erg jong gaven ze veel om elkaar. Dat was wel al een paar jaar. Ze waren nu allebei 14. Was ik de jongste hier? Behalve de tweeling, blijkbaar wel. Hunter en Mandy zijn 14, Nathan en Hailey waren als 14 jaar. De tweeling was al 12 en Charles, ik weet niet eens hoe oud hij is maar hij is wel ouder dan Hunter en Mandy. En ik, ik was pas 13 jaar. Bijna 14! Maar ik voelde me niet zo oud als hen.

'Hou je mond.' zei ze zacht. Haar stem klonk zacht maar er zat een bepaalde bevelende toon in.

'De waarheid is, mooie mooie Hailey, dat je wel van mij houd maar ik heb nooit van jou gehouden.' ze duwde het zwaard dichter bij zijn keel.

'Stop met praten.'

'Nooit van je gehouden, het was allemaal nep'

'Hou op!' schreeuwde ze. Ze stak het zwaard in de rond, tenminste dacht ze. We hoorde allemaal Nathan hard schreeuwen. Hailey sprong van angst een stuk achteruit en zag pas wat ze had gedaan. Ze had in zijn voet gestoken met het zwaard.
Uit het niets kwam er meerdere mannen die op ons af kwamen rennen.

'Rennen!' schreeuwde ik hard.
We rende de ander kant. Voordat we gingen knielde ik bij Nathan neer. De blik uit zijn ogen was er nog en hij grijnsde hard. Ik deed alsof ik hem sloeg in zijn buik maar ging met mijn pink en ringvinger in zijn zak en haalde er wat uit. Het was een hart. Een stenen hart. Ik trok het zwaard uit Nathan voet en snel rende ik achter de rest aan. Voordat we hoopte kwamen we bij een weg aan.

'Shit.' hoorde ik Mandy boos zeggen. 'Gaan jullie alvast, loop die kant op en daar komen jullie bij een rode camper uit, stap daar zonder twijfelen in.' zei ze en ze wees naar de ene kant van de weg.
Ze pakte haar ketting en sprak weer die woorden uit. Meteen veranderde het in een bijl. Ze draaide met haar pols een rondje en schreeuwde naar ons dat we moesten opschieten.

'ίσως οι θεοί να είναι μαζί σου' zei Hailey. Mogen de goden bij je zijn vertaalde ik in mijn hoofd. Meteen wist ik wat het was, alsof ik een tweede taal foutloos kon. Wat ik dus ook echt kon.

Hailey begon met rennen en iedereen volgde en ik keek Mandy nog snel dankbaar aan. Ze knikte en keek naar de mannen die er in de verte aankwamen rennen.
Ze draaide weer een rondje met haar zwaard en ging klaar staan.
We rende en rende tot we niet meer konden. Toch voelde ik me schuldig dat we Mandy daar achter gelaten hadden.

Op een gegeven moment zagen we een rode auto, nou het was geen auto.
Meer een hele, groote camper.
De deur stond open.
We stonden stil te kijken, wie zou erin zitten? Ik pakte een takje van de grond en gooide het in de Kamper. Voor het geval dat er een val stond of een aantal mannen die ons zouden pakken.
In plaats van iets schokkend hoorde ik alleen voetstappen en daarna een heel bekend gezicht.

'Charles!' riepen Adriana en Ben. Meteen rende ze naar hem toe en gaven hem een knuffel, Adriana werd een beetje rood en ging stoer staan.

'Ik wist allang dat er niks was, alleen maar deze knapp- err- ik bedoel charles.' meteen bloosde ze. Charles aaide haar hoofd en lachte.

We stapte met z'n alle in de kamper.
'Hou je vast.' had Charles nog gewaarschuwd en meteen begon hij te rijden. 'Waar is Mandy eigenlijk?' vroeg hij.

'Ze is bij de mannen nog, ze zei dat we alvast hierheen moesten.'
'Verdomme' riep hij meteen en trapte meteen op de rem. 'Die meid altijd weer.'

'Waar' zei hij bevelend terwijl hij uitstapte. Ik wees naar de weg waar we gingen we waren er nog niet langs gegaan. Hij stapte meteen uit en rende de richting terwijl hij haar naam riep. Ik rende snel achter hem aan, ik ging haar niet alleen laten.

'CHARLES wacht!' riep ik maar hij bleef doorgaan. Ineens veranderde hij, niet in een andere vorm, maar het leek alsof, alsof hij ouder was. Het was niet goed te verwoorden.

Mandy lag daar, stil. Mijn stappen versnelde, maar Charles was sneller. We kwamen daar en zakte meteen naast haar.

'Tweede keer.' zei ze zacht en wees naar haar buik. Er zat weer een diepe snee in. Maar de mannen waren nergens te bekennen. 'Oh Mandy, kom.' hij tilde haar op en dat is dat ik voor de eerste keer naar Charles zijn gezicht keek.

Hij was oud, hij had al beetje rimpels en een baardje, hij leek wel al een man. Een man van 30.
Ik keek verward en hij wijdde het weg met zij hand. Met Mandy in zijn armen rende hij terug naar de plek waar de camper lag.

Just A Demigod | NL •HERSCHRIJVENWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu