• Hoofdstuk 8 •

161 11 2
                                    

We volgde de laatste 2 lessen die we nog hadden en daarna smeerde we hem naar de meiden wc. Het plan moest werken...

Later kwamen de jongens ook binnen. Dit was best lachwekkend want ze waren helemaal verbaasd van hoe het eruit zag. Ze keken de hele meiden wc rond alsof ze nog nooit wc hadden gezien. Laat me je zeggen het was zeer lachwekkend.
'Oké stop, jullie laten me lachen. Doe normaal.' lachte ik te hard. de tranen vielen bijna uit mijn ogen van het lachen en daarbij trok Charles ook nog eens extra rare gezichten. Soms denk hij echt dat hij alles is.

Mandy lacht een beetje maar was nog steeds serieus aan het kijken. Soms kwam er een lachje uit. Uiteindelijk lachte ze zich helemaal kapot samen met mij mee. Toen we eenmaal waren uitgelachen vond ik dat het tijd was om met de zaken te beginnen. Dus ik begon al snel te praten over deze ernstige school. en dat we weg moesten. eerst keken we of er nog andere meiden in de wc's waren.

'Maar oké. Tot zaken. Dit kelder ding van haar, het mag niet langer meer gebeuren. We moeten weg hier.' fluisterde ik naar de rest.
'Naar? En hoe?' vroeg Mandy met een opgetrokken wenkbrauw.
'Naar kamp halfbloed en ik weet nog niet hoe maar we komen er uiteindelijk wel' klonk ik vastberaden. het klonk dom, omdat ik nog geen plan had. maar ik was er zeker van dat ik hier geen minuut langer wou blijven, en ik denk de rest ook niet.
'Wie mee gaat. Om 12 achter het huis. Ik hoop dat jullie meegaan. Want ik trek het hier niet meer en ik ben hier zelfs korter dan jullie.' legde ik kort uit. eerst keken ze me aan alsof ik gek was.
'Ik doe mee' riep Mandy meteen. 'Ik wil hier ook geen seconden langer meer lijven, ik ben hier al lang genoeg en vind dat het tijd is voor verandering.' dat vind ik ook. Ik was blij dat Mandy meedeed, dat betekent dat de andere ook kwamen.
Een grootte zucht van opluchting verlaatte mijn mond. Mandy deed mee. De rest volgde al snel nadat Mandy instemde.

~

Na het avondeten eten waren we allemaal naar onze kamers gegaan. We hadden al het geld dat we hadden gepakt en wat water namen we mee. Natuurlijk ook onze telefoons, voor diegene die er een hadden. Ik helaas niet. Zo veel mogelijk geld en mijn mobiel. Het water had ik in mijn buitenste zak gedaan. Het was een kruik dus het was niet perse zo groot dat het niet in mijn zak paste.

Ik had nu wel mijn wekker goed gezet en werd optijd wakker. Normaal was ik altijd een beetje te laat. maar dit keer ging dat niet gebeuren. gelukkig.
Toen de tijd aanbrak wou ik net zoals de eerste keer met de brandtrap naar beneden gaan maar ik zag dat die eraf was gehaald. Er stond geen brandtrap meer. Ik opende langzaam mijn deur, het kraakte een beetje. Ik stond meteen stil. Ik keek in de gang voor een bewaker. Er stond er eentje naar die had me blijkbaar niet gehoord. Shit, hoe moest ik daar nou voorbij komen. Opeens kreeg de man een belletje aan zijn telefoon. Een grootte schok ging door mijn lichaam.

'Ja is goed Juan. Ik kom al' zei de man boos. Ik wist niet waar het over ging en ik zou het niet eens willen weten. Ik was opgelucht en zodra de man weg was glipte ik naar buiten. naar de buitenkant van het huis. Het huis zag er nog enger uit in het donker dan in het licht. De takken langs het gebouw leken het helemaal op te eten. Ik zag het bos daar verder op en begon te rennen.
Tot mijn verbazing zag ik buiten een jongen op het bankje zitten. Was dat? Nee. Ik stond even stil. En twijfede om door te rennen naar het bos, toch besloot ik naar de jongen te renen.

Zijn donkerbruine haar hing vlak voor zijn ogen. Toch herkende in hem. Er zaten gaten in zijn shirt en hij trilde helemaal.
'Hunter' fluisterde ik. Hij draaide zijn hoofd op en keek mij recht in mijn ogen. Pas toen ik echt goed keek zag ik hoe hij eruit zag. Een groot blauw oog en veel sneden in zijn gezicht. Zijn ogen nat. Van het huilen. Er stond paniek in zijn ogen en veel pijn. Hij draaide snel zijn hoofd zodat ik het niet kon zien. Maar dat was te laat. en bekeek zijn gezicht nog eens. Er zaten langs de grootste snee op zijn wang nog kleine sneetjes. Met zoals in lip.
Zijn ogen stonden glazig. Doorzichtig wit. Het maakte mij bang.

'Hunter... Wie.. wie heeft zoiets gedaan..' fluisterde ik zacht. Hij keek verward aan. Maar ook zo blij. Het was voor mij verwarrend.
'Anne... Help me ik moet hier weg...' fluisterde hij. Mijn hart stopte even. Anne? Ik werd jaloers, ik voelde me jaloers worden. Maar waarom? We hadden niks. Geen relatie, maar alsnog de jaloerse nam bijna over. Maar ik moest hem helpen, hij is mijn vriend.

'Ik ben Anne niet. Maar ik help je wel wegkomen.' glimlachte ik amper. Ik keek op de klok binnen in het gebouw door het raam. Nog 5 minuten en ik zou er moeten zijn.
'Anne... Anne laat me niet achter! Anne!' riep hij uit het niets.
Snel deed ik mijn hand voor zijn mond, helaas voor mij, moest hij weer bijten in mijn hand, snel trok ik terug.
'Ik weet niet waar Anne is, maar ik ben hier voor jouw. Ik ben Iris?' vroeg ik lichtelijk gekwetst en boos omdat hij in mijn hele fuking hand had gebeten.

De glaazige blik verdween voor een seconden, hij leek even zichzelf, de lieve aardige gast die ik kende, maar de glazige blik kwam al snel terug. zou hij niet meer weten wie ik was?
'Weetjewat. We komen hieruit. En ik ga daarvoor zorgen. Maar jij moet me meehelpen. Kan dat?' vroeg ik zacht. ik wachtte op ene antwoord die voor tijden niet kwam, maar uiteindelijk zei hij toch was.
'we komen niet weg, want zij heeft ons verraden.' fluisterde Hunter terug.
Verraden? Echt. Slim om te zeggen ze heeft ons veraden, maar zeggen wie het is. Nee hoor. Ons verraden van de nachten dat we weg waren? Dus het was niet Hunter?

Just A Demigod | NL •HERSCHRIJVENWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu