Hoofdstuk 26

180 7 12
                                    

Het waren nu al een paar dagen dat we onderweg waren. Niemand had veel gepraat onderweg. Ik liep achteraan, alleen. Hailey probeerde me op te vrolijken maar daar kwam alleen maar een bek gevecht uit. Dus iedereen liet me met rust. We kwamen langs veel steden. De leukste vond ik toch wel echt Manhattan. Daar waren zo veel mensen. Ik kon met gemak zakken rollen. Het leverde me een paar dollar op en een zakje chips. Die ik goed had benuttigd.

Max, de jongen die gister met ons mee weg was gegaan uit die gevangenis, leidde ons de weg naar kamp half bloed. Ik had hem gevraagd wie zijn goddelijke ouder was maar hij wuifde het weg. Dat was niet belangrijk.

Het was niet heel warm weer, sinds het maar net lente was geworden.

Hunter Mandy en Charles liepen voor mij. Charles hield Mandy's hand vast. Ze keken elkaar de hele tijd aan en leken woorden te verwisselen zonder te praten. Hunter die liep de hele tijd te praten. Het begon echt irritant te worden.
Nathan en Hailey, die voor charles, Mandy en Hunter liepen, zeiden ook niets. Of niet veel tenminste. Max liep naast hun maar wees allen de weg.

We waren nu onder aan een berg. Max had gezegd dat het niet lang duurde voordat we er waren. Opeens stopte Max met lopen. Iedereen liep door waardoor hij ineens naast mij liep. Hunter gaf max een jaloerse blik, of tenminste dat dacht ik. Ik schudde mijn hoofd en bleef naar de vloer kijken.
'Als het je blij maakt. Mijn moeder is Demeter.' zei hij met een frons op zijn hoofd. 'Dat wou je toch weten?' vroeg hij daarna. Ik knikte en keek hem meteen aan.
Demeter, daar heb ik van gehoord. De godin van de landbouw.
'Cool.' was mijn antwoord en knikte mijn hoofd.

Meteen schoten mijn gedachten naar Jordy. Die ik een tijdje al niet meer had gesproken. Zou alles goed met hem zijn? De laatste keer dat ik hem echt zag was al meer dan een jaartje geleden. Ik was al veertien en toen was ik net 13 toen ik hem voor het laatst sprak. En was ik al weer 14. Zou hij veel veranderd zijn? Ik wel. Ik was wat langer geworden had ik gemerkt en was een beetje te veel afgekomen. Ik was echt dun, niet dat ik eerst wat breder was. Nou, dat hoor je een meisje niet vaak zeggen. Maar dat kwam door alle beweging die ik had gehad. We hadden de laatste dagen niet veel gegeten en zagen er allemaal moe en hongerig uit. Ik dacht nog even aan Jordy. Hij had me ene deal gemaakt. Als ik erachter kon komen wie zijn goddelijke moeder was, dan kreeg ik chocolade van hem. Zonder dat ik het wist was er een glimlach op mijn gezicht gekomen.

'Waarom lach je?' vroeg max
Over Jordy gesproken. Als max in kamp was geweest, dan kende hij Jordy. Dus dan wist Max ook wie de moeder van Jordy was!
'He, ken jij Jordy?' vroeg ik.
Meteen schoot hij in de lach. 'Daarvan herken ik je!'
Ik schudde mijn hoofd in verwarring. Oke, dat is niet echt een antwoord op mijn vraag.
'Hij heeft je Iris berichten lopen sturen.'
'Uh, bedoel je mij berichten?' nu was ik echt heel verward.
'Nee, Iris is een godin. Als je een drachme in water gooit en je hebt geluk dat zei je bericht hoort dan kan je een soort van bellen met de ander. Met een beeld erbij.' legde hij uit.
Mooi, dus ik heet precies hetzelfde als een godin. En die ook nog berichten stuurt.
'Oh je bedoeld die wolkjes die Jordy steeds op video lieten zien toen ik in de gevangenis zat.' Dat was het dus, ik dacht eerst dat het een droom bericht was of zo iets.
'Ja vast wel. Maar dat waren geen video's dat was echt. Op dat moment.' zei hij vol enthousiasme. Alsof het het normaalste van de wereld was.
'Ik liep er een keer langs toen hij in zijn kamer zat en-'
'Wacht, wonen jullie in hetzelfde gebouw?' vroeg ik meteen. Dat betekende dat hij Jordy's broer was.
Dus nu wist ik dat Jordy's moeder Demeter was! Dat had ik in alle aspecten niet verwacht.
Hij knikte. 'Ja, Jordy is mijn half broer. Maar de rest van het kamp moet je niet zien als familie, maar als vrienden. Dat zegt Alia altijd.'
'Wie is Alia?' vroeg ik geïnteresseerd.
'Mijn vriendin. Ze is echt geweldig, ik zal je aan haar voorstellen als we in het kamp zijn.' zei hij.
Ik knikte al glimlachend naar hem. Hij was zo enthousiast, en hij was de enige die nog een beetje blijheid uitstraalde. Geen twijfel aan dat hij dit vaker had moeten doorstaan.
Het was wel vreemd. Het afgelopen jaar was Hailey altijd die gene geweest die altijd blij was. En nu, ze leek somber. Maar toch was ik nog ene beetje boos op haar dat ze ons zomaar in de steek had gelaten voor Nathan. Aan de andere kant begrijp ik het ook wel. Dat zou ik ook voor Hunter, wacht, misschien ook niet.
Mijn gevoelens voor Hunter waren steeds minder geworden het afgelopen jaar. En ik had het niet eens door. Maar dat was nu het minste waar ik me zorgen over maakte.

Het was nu al een beetje donker geworden. Ergens in de verte zag ik fakkels branden. We waren er! We hadden het gered!
Er verscheen meteen weer een glimlach op mijn gezicht. Het laatste stukje wat we net hadden gelopen had ik met max gepraat over hoe kamp half bloed was. Hij vertelde er zo leuk over. En nu waren we er dan. Eindelijk.

Net toen ik een veilig gevoel kreeg hoorde ik een hard gebrul achter ons. Het was een Oger, nee. Ik bedoel een cycloop. Shit.

'Zullen we doen wat we de afgelopen vakantie hebben gedaan?' Zei Charles vol zelfvertrouwen.
Mandy knikte: 'vechten!'
Charles schudde hard zijn hoofd: 'Ik dacht meer aan.. RENNEN' riep hij hard.
Nu zag ik het ook, het was er niet een. Het waren er super veel. Te veel. Ik begon met sprinten naar kamp. Tot we niet meer konden. Ik keek naar links van me en zag een dikke boom met een gouden vlies eronder.
De boom die ooit Thalia, dochter van Zeus, was. We waren er echt!
Ik viel op de grond en ging zitten terwijl ik naar de monsters keek. Ik hoorde max schreeuwen naar een paar andere kampers om ons naar de ziekenboeg te brengen.

Toen gingen mijn ogen dicht. Eindelijk rust.

Just A Demigod | NL •HERSCHRIJVENWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu