• Hoofdstuk 2 •

253 17 0
                                    

Jordy Gilberts en ik moesten blijven zitten na de les. We zaten niks te doen. Ik wriemelde aan mij handschoenen. Ik had altijd zwarte leren handschoenen aan met de toppen eraf geknipt. Ik weet niet waarom ik dat aan had maar ik vond het wel leuk staan bij mijn lichte blonde haar. Ook had ik meestal een zwarte broek aan met daar boven een simpel shirtje.
Opeens voelde ik twee ogen in mijn rug prikken. Ik keek naar Jordy. Hij grijsde en keek toen weer naar zijn telefoon. Pff, jongens. Hij heeft een paar vriendinnen gehad maar dan elke maar een paar dagen. Het liefst had ik helemaal niks met hem te maken. Plus ik hoef nog geen relatie ik ben pas 13.

'Dus, je bent Iris. wist ik niet.' zei hij uit het niets. Stuk schijnheil dat hij is. waarschijnlijk probeerde hij grappig te doen maar dat was zeker mislukt.
'Ja, en jij Jordy.' antwoorde ik simpel.
Hij knikte.

Jordy was net 14 geworden. 6 September als het goed is. De zomervakantie was net geweest en school was net begonnen. Vraag niet hoe ik dat weet. Hij was wel een half jaar ouder dan mij, toch was hij kleiner en veel dunner.
Ik had niet veel tegen hem te zeggen. Ik mocht hem niet eens. Op de basis school had hij mij gepest, er werd niks aan gedaan door school. aan het einde van de basisschool had ik hem een klap gegeven in zijn gezicht we hadden daarna een groot gevecht. we moesten allebei voor een maand nablijven. we hadden niks gezegd en sinds de laatste dag van nablijven hadden we voor dit hele jaar geen enkel woord tegen elkaar gezegd. het is nog een wonder dat hij nu tegen me praat, helaas voor hem wou ik niet tegen hem praten.

We schrokken allebei van de klap van de deur. Omdat de inval meneer binnen kwam lopen. En smeet de deur achter zich dicht. Hij leek iets bezorgd maar tegelijk ook heel wijs.
'Hoe zeg ik dit simpel.... ' begon de meneer. Hij keek ons beide aan met een frons op zijn gezicht. Jordy en ik keken elkaar meteen aan. Wat bedoelt hij. Gaat hij ons nu een speech geven van hoe we ons moeten gedragen in een les? Dat zou beter zijn dan nu worden aangevallen.
'Er is een plek voor jullie, waar jullie veilig zullen zijn. Want uhm, jullie zijn half goden' vertelde Albertson. Meteen sperde ik mijn ogen. Als ik het nog niet geweten had op dit punt, zou ik flauw vallen. Daarom keek ik spontaan naar Jordy maar daar was nog niks mee. Hij had wel iets van "met de deur in huis vallen."
'Subtiel, zelfs ik had het beter kunnen zeggen' zei ik met een verward gezicht.
Zijn gezichts uitdrukking ging van gespannen naar verbaasd. Maar toch glimlachte hij een beetje.
'Wist je het al dan?' vroeg Albertson verbaasd. Ik knikte en liet een beetje trots zien.
'Allang door mijn moeder. Ze heeft er altijd al verhalen over verteld sinds ik klein was.' verteld ik aan hem.
'Weet je wie je goddelijk ouder is of ben je nog niet opgeëist? Nee, laat maar. Opeisen gebeurt pas in kamp.' ratelde de leraar. Hij leek een stuk minder zelfverzekerder dan in de klas.
'Ik weet nog niet wie mijn vader is, nee' antwoorden ik.

Ik keek naar Jordy die met open mond naar ons keek, hij had zo een dom gezicht. Toen stond hij meteen op en begon te hyperventileren.
'Dit kan niet waar zijn. Jullie zijn gek.' zei hij.
'Jordy, doe normaal.' Zei de meneer met rollende ogen. 'Dit doe je altijd.'
'Geloof jij hierin Iris?! die man is een gek' riep Jordy paniekerig in mij richting.
Ik schudde ja. Ik wil niet overkomen als een freak bij de mean boy van de school. Ook al was het nu nog moeilijk om er onder uit te komen. Ik had al gezegd dat ik geloofde.
Ik keek langzaam op naar mr. Albertson. Hoe kon hij nou zeggen dat Jordy normaal moest doen, dat is nog al wat om uit te vinden. Dat je een demigod bent.
'Oké, Jordy ik ga je negeren.' de mr draaide zich naar mij. 'Als je een plek nodig hebben om te schuilen volgende zomer, ga dan naar kamp-half bloed.' zei hij simpel.
Jordy rende het lokaal uit. Je zag gewoon dat hij in totale paniek was.

Na de les liep ik het lokaal uit en dacht ik aan Kamp-Halfbloed. Je mocht daar in de zomer komen, of als je niet naar school hoefde ook onder overleg mocht je dan het hele jaar daar blijven. Het liefst blijf ik daar mijn hele leven. Vanuit mij ooghoek zag ik Jordy tegen de kluisjes staan.
Hij keek mijn kant op. Zijn bruine haar zat perfect in style maar zonder gel. Hij keek me precies recht aan met zijn groene ogen. Hij was niet veel kleiner maar je zag het verschil wel duidelijk.

'Dus, schoonheid ga je naar Kamp-Halfbloed?' vroeg hij kalm.
'Wacht, ben je niet geschrokken of verbaasd ofz?' vroeg ik hem. 'Net flipte je hem echt heel erg. Waarom nu in eens niet meer?' Die gast gaat me nog een herseninfarct bezorgen, en zo veel hoofdpijn.

'Oh, over dat halfbloed gedoe, neh. Ik wist het al lang. Kijk, voor elk jaar een.' zei hij terwijl hij een ketting uit zijn shirt haalde waar zes kralen om zaten.
'Al zes jaar?'
'Jazeker. Dus ik herhaal: ga je naar Kamp-Halfbloed of niet, schoonheid?' vroeg hij overnieuw met een nadruk op schoonheid. Meteen was ik geiriteerd door zijn gedrag.
'Ten eerste stop met mij zo noemen, en ten tweede ik moet het eerst vragen aan mijn moeder.' zei ik droog.

'Ah, dus je bent van een god en niet een godin.' concludeerde hij. 'Even kijken. Hermes? Mm, kan. Poseidon sowieso niet. Apollo? Nee, dat zou je meer uitstralen.' zei hij terwijl hij naar mijn uiterlijk wees.
'hé! Ik straal best wel uit.' kwam ik voor mezelf op.
'Ha. Ha, duisternis zeker. Maar Apollo is het niet, anders krijg je chocola van mij, oke?' zei hij met rollende ogen. Ik knikte tevreden. Chocola helpt altijd.

'Ieder geval je kan ook bij Kamp-Halfbloed komen als het thuis niet goed gaat.' zei hij terwijl hij mij vragend aan keen alsof het meer een vraag was of het thuis wel goed ging.
'Het gaat helemaal prima thuis, bedankt dat je je daarover zorgen maakt. Maar het is oke.' verzekerde ik hem.
'Maar van wie ben jij dan?' vroeg ik uit nieuwsgierigheid.
'Dat mag je raden, ik geef je een hint. Het is een vrouw. Beter gezegd godin. Als je dat Raad voor je in kamp komt dan krijg je chocolade.'
'Maar-' wou ik tegen spreken. Waarom vertelde hij het niet gewoon? Voordat ik mijn zin kon afmaken kwam hij ertussen door.
'Als je gaat, stuur me dan een appje. Dan kom ik ook. En veel monsters zullen ook komen sinds die op mobile dingen afkomen maar ik kan daar mee leven.' glimlachte hij.

En hij gaf zijn nummer die geschreven stond op een gekreukeld papiertje. Ik pakte hem en propte hem in mijn hand. Snel stopte ik het in mn zak, niet boeiend of het papiertje zou scheuren. Even raakte onze handen elkaar aan maar hij trok al snel zijn handen weer weg. Hij keek me aan, op een vreemde manier. Hij hield zijn hoofd een klein beetje schuin waardoor zijn haar mee bewoog. Dit is niet wat er hoort te gebeuren. Dit is niet een stom verhaal over een pestkop die verliefd word op het sociaal incapabel meisje.
'Waarom hebben wij nooit eerder gepraat?' vroeg hij hardop. Ik keek hem schuin aan en haalde tevergeefs weer mijn schouders op. Hij zag er wel oké uit, eigenlijk dit is de eerste keer dat ik goed naar hem keek. Hij had hele lichte sproetjes op zijn wangen.
'Maareh. Ik zie je daar wel, oke?' zei hij ineens ongemakkelijk. Kut, had ik lopen staren?
'uhm ja. Doei.' zei ik een soort van vragend.

Hij zwaaide toen hij een lokaal in liep.
Dat was... Verrassend? En dan nog licht uitgedrukt. Ik kon meestal met niemand praten. En nu opeens met de groote pestkop van de school. En ook nog zijn grootste (waarschijnlijke) geheim te weten komen. Oh goden. Ik had genoeg van school vandaag. Hoofdpijn.

Just A Demigod | NL •HERSCHRIJVENWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu