twaalf

9 1 2
                                    


Zijn telefoon trilde en zijn ringtone schalde door de coupé. Hij schrok van het plotselinge geluid en opende langzaam zijn ogen. Hij wist dat hij niet ver meer van Parijs verwijderd was. Het scherm was verlicht en met tegenzin nam hij zijn telefoon op.

'Ja, met Vincent.'

Hij zuchtte en keek weer uit het raam. Het landschap raasde nog steeds voorbij.

-'Dit is Theo.'

'Broertje, wat is er?'

-'Waar ben je?'

'In de trein, hoezo?'

-'Ik heb geprobeerd contact met je op te nemen. Waar ga je naartoe?'

Vincent aarzelde.

'Parijs.'

-'Wat? Wat moet je in Parijs?'

'Ik heb dit nodig, Theo.'

-'Vincent-'

'Theo, laat me even. Ik heb dit nodig. Ik schrijf je nog.'

Vervolgens hing hij op, met een enig spoor van spijt. Hij sloot zijn telefoon af en sloot zijn ogen nogmaals en dommelde weer verder in slaap.

Vincent | ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu