zesentwintig

3 1 0
                                    


Na een paar weken in het ziekenhuis te hebben gelegen mocht hij terug naar huis. In een setje kleding van zijn broer verliet hij die dag het ziekenhuis.

'Dankjewel, Theo.'

De twee broers liepen door de tuin van het ziekenhuis naar de straat.

-'Ik breng je naar het station. Ik ga je niet alleen laten nu.'

Vincent kon nog net een verwrongen glimlach produceren. Hij moest ermee leren leven dat hij leed aan een geestesziekte, en dat hij ieder moment een aanval zou kunnen krijgen.

'Heb je iets laten weten aan..?'

-'Aan Jochem en Ella?'

'Ja.'

-'Alleen dat ik naar je toe ging. Verder niets.'

'Laat dat ook maar zo.'

Zwijgend stapten ze in een taxi. Tijdens de rit zat Vincent tegen het raam geleund, kijkend naar de stad die aan hem voorbij ging. Hij zag de taxi-chauffeur eens in de zoveel tijd in de binnenspiegel naar hen kijken. Bij het station stapten ze uit.

'Dankjewel.'

-'Geen probleem. Zorg goed voor jezelf.'

'Zal ik doen.'

-'Je gaat weer schilderen?'

'Ja. Ik ga de heuvels op.'

-'Succes. Laat me weten als je iets nodig hebt.'

Vincent knikte en omhelsde zijn broer. Daarna stapte hij in de trein, terug naar huis.

Vincent | ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu