negenentwintig

7 1 1
                                    

Op weg naar de heuvel kwam hij een van de kwajongens uit de buurt tegen. Ze hadden hem in het verleden al vaker lastiggevallen. 

'Gaat het nog, Vincent? Je ziet er wat vermoeid uit.' 

Hij wilde de jongen negeren en verder de heuvel op lopen. Het maakte hem kapot. Hij hoorde hem lachen.

'Hé, ik ben benieuwd hoe lang het gaat duren voordat je geen geld meer hebt om je kamer te betalen. Wat ga je dan doen, hè? Nog meer schilderen?'

Vincent's schilderijen verkochten niet. Niemand was geïnteresseerd en heel Arlès wist dat. Hij was onsuccesvol. Vincent liep door. De jongen spuugde naar hem, maar liet hem daarna met rust. 

Eenmaal boven op de heuvel aangekomen zette hij zijn ezel neer. Hij begon langzaam te schilderen, maar de kritische woorden bleven steeds door zijn hoofd spoken. Hij wist dat ze gelijk hadden: wat ging hij doen als hij geen geld meer had? Nog meer schilderen? Hij had geen vangnet, niets. Alleen zijn schilderijen. Hij was niet stabiel. Hij was gek. De tranen liepen over zijn wangen. Hij wilde niet meer. Hij liet zijn penselen vallen in het gras. Uit zijn binnenzak haalde hij een revolver. Hij had het ding al een paar maanden op zijn kamer liggen. Waar hij het vandaan had kon hij zich niet meer herinneren. Aarzelend spande hij de haan en richtte de loop op zichzelf. Hij kneep zijn ogen dicht en haalde de trekker over. Vogels vlogen op. Het schot stierf weg in de heuvels van Arlès. 

Vincent | ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu