vijfentwintig

4 1 0
                                    


Vincent had de hand van Theo vast en hij kneep er zachtjes in. Af en toe dommelde hij in slaap.

'Ben je helemaal hier naartoe gekomen voor mij?'

Theo glimlachte en keek Vincent aan.

-'Ja, ik ben hier naartoe gekomen voor jou.'

Vincent's vermoeide gezicht lichtte op. Hij kneep weer even in Theo's hand.

'Dankjewel.'

Vincent keek de kamer rond. Hij begon zich wat beter te voelen. In zijn ooghoek kon hij zien hoe Theo op zijn telefoon zat. De broers zwegen. Ze keken elkaar niet aan en verroerden zich niet. Vincent keek door de deur naar de gang van het ziekenhuis. Af en toe liepen er doktoren en assistenten langs.

-'Vincent?'

'Ja?'

-'Kun je je echt niets meer herinneren?'

Vincent zweeg en keek Theo aan.

'Nee. Helemaal niets.'

-'Je weet wel nog dat je in je kamer was?'

'Ja.'

-'En toen? Wat weet je wel nog?'

'Ik-, Ik was met Paul. En daarna, Theo, ik-'

Vincent wendde zijn blik af en liet Theo's hand los.

-'Wat? Vincent...'

'Ik weet het niet meer, Theo.'

Theo keek naar zijn broer die weerloos en uitgeput in het ziekenhuisbed lag.

'We hadden een discussie.'

-'Jij en Paul?'

'Ja, ik was aan het schetsen. Hij vond dat ik het anders moest doen. We...We kregen ruzie.'

-'En toen?'

'Ik weet het niet meer.'

Theo nam Vincent's hand weer in de zijne. Vincent viel langzaam weer in slaap.

Vincent | ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu