-

1.7K 85 10
                                    

Ik sta langzaam op en vervloek mezelf dat ik mijn mobiel op de bank vergeten ben. Ik loop zonder echt besef naar de wachtruimte waar ik Kevin, Julia en Grace zie. Ik loop naar ze toe en Grace komt huilend naar me toe. "Ik heb het gezien." Fluistert ze. Ik sla met betraande ogen mijn armen om mijn zus en ze gaat door mijn haren. "Het komt goed." Fluistert ze. Ik knik en we laten los. Ze gaat weer zitten en Julia staat op. "Annabel, ik ga je weer vragen om niet boos te worden." Ik kijk haar aan en trek een wenkbrauw op. "Wat?" Ze wijst naar iets achter me en ik draai me langzaam om.

Meteen verschijnt er een zwakke glimlach op mijn gezicht, die al meteen wel weer verdwijnt. Rowan sluit de deur van de wc en draait zich om. Hij ziet mij staan en hij lacht ook. Hij kijkt me aan en langzaam verdwijnt zijn lach. Meteen voel ik alle hoop naar mijn schoenen zakken en er ontstaat een ongemakkelijke stilte tussen ons. Hij haalt zijn hand omhoog en krabt achter zijn hoofd. De ruimte tussen ons is onverdraaglijk en het doet me pijn. Ik wil gewoon bij hem zijn, dat is alles. Ik zucht, bijt op mijn lip en hij zegt: "Annabel ik wil z-" Ik kan het niet meer en onderbreek hem door mijn armen om zijn nek te slaan. Ik voel zijn armen om mijn middel en opgelucht trek ik hem naar me toe. Hier verlangde ik naar, zijn sterke armen, zijn tedere armen, zijn adem die in mijn nek kriebelt. Ik voel hoe hij zijn grip verstevigd en ik ruik zijn lekkere geur. Hij gaat door mijn haren en ik sluit mijn ogen. Er is niks aan de hand, Rowan is bij me. De tranen komen langzaam weer omhoog en ik probeer ze in bedwang te houden. Het lukt niet en het wordt me te veel. Ik laat mijn tranen lopen en Rowan fluistert: "Ik ben bij je, er is niks aan de hand." Ik knik tegen zijn schouder aan en ik voel mijn tranen verminderen. De invloed die Rowan op mij heeft, geeft me een gelukkig gevoel en ik kan echt niet meer. Ik snap niet hoe ik ooit zonder hem heb willen leven. Hij haalt me van zijn schouder, maar houdt de ruimte beperkt. Zijn sterke armen om mijn middel voelt vertrouwd, alsof zijn armen daar horen. Ik kijk naar hem en mijn mondhoeken krullen omhoog. Ik voel zijn hand door mijn haren en ik haal mijn hand omhoog. Ik raak kort zijn wang aan en laat mijn hand weer zakken. "Annabel, het spijt me." Fluistert hij. De tranen branden weer achter mijn ogen en ik probeer weg te kijken, wat voor de zoveelste keer niet lukt. Hij gaat weer door mijn haren en zegt: "Het spijt me." Ik kijk hem aan en zucht even. Ik schud mijn hoofd en zeg: "Je hoeft geen sorry te zeggen, ik heb me zo stom gedragen en ik had je moeten vertrouwen. Ik moest natuurlijk aan mezelf denken terwijl jij  er misschien heel anders over dacht, ik heb niet naar je geluisterd ofzo en ik wil gewoon dat je weet dat ik het niet zo bedoelt heb en dat ik a-" Ik word onderbroken door Rowan zijn lippen op de mijne. Hij laat weer los en zegt: "Je praatte te veel." Ik grijns en zeg: "Serieus." Hij knikt en grijnst ook. Opgelucht haal ik adem. Ik neem hem weer vast en hij wrijft over mijn rug. Meteen denk ik weer aan Daan. Zou hij het overleefd hebben. Meteen begin ik te huilen. "Rowan?" Hij knikt en zegt: "Het gaat goed met hem, maak je maar geen zorgen." Ik glimlach ondanks alles en we laten los. Hij pakt mijn hand en zegt: "Heb ik weer toestemming je Bella te noemen?" Ik grinnik en knik. Hij zucht hoorbaar opgelucht en we lopen terug. Ik kijk naar Julia en ik zie een speelse twinkeling achter haar ogen.

Je had gelijk Julia.

The boy that i loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu