-

1.5K 68 4
                                    

Als bevroren sta ik stil en kijk naar de foto's. Papa, mama, mijn huis, Grace, Daan, mijn oude basisschool, Kevin, Julia, Rowan, alles wat met mijn leven te maken heeft staat vast. Ik loop verder de kamer in en zie een tafel staan met handgeschreven bladen. Ik loop ernaartoe en neem een blad vast.

Jack's vertrek: Vijftien jaar geleden.
Anita ontdekt: Zeven jaar geleden.
Grace: Informatie onbekend.
Annabel: Informatie onbekend.
Daan: Informatie onbekend.

Verbaasd lees ik de zinnen opnieuw en opnieuw. De zin die het meeste aandacht van me trekt is die van mijn vader. Wat heeft papa hiermee te maken? "Uhum." Ik draai me om en zie Beau staan. "Dus, interessante kamer, niet?" Twijfelend kijk ik hem aan en houd het blad op: "Wat heeft mijn vader hier in godsnaam mee te maken?!" Hij kijkt me emotieloos aan en zegt: "Je kent de achtergrond van je bloedeigen vader toch? Of is het je vader überhaupt wel?" De woede kookt in mij en ik kijk hem aan: "Hoe durf je dat over mijn vader te zeggen?! Wat bedoel je met, de achtergrond van je bloedeigen vader?!" Inmiddels ben ik gaan schreeuwen en langzaam komt Beau de kamer inlopen. "Schoonhe-" "Noem me niet zo!" Onderbreek ik hem. Hij zucht en komt dichter naar me toe. "Annabel, je vader." Hij stopt even en zorgt ervoor dat hij mijn blik in bedwang heeft. "Was één van ons, hij heeft samengewerkt met mijn vader vijftien jaar geleden." Ik loop naar achteren. "Je liegt?! Waar heb je het over?!" Wanhopig schreeuw ik de longen uit mijn lijf. "En wat bedoel je met 'één van ons', wie zijn jullie eigenlijk?!" De vragen stapelen zich bij me op. Ik kan er niet meer onderuit. Daar waar ik zo gehoopt had ervoor weg te kunnen rennen, staat nu als de harde waarheid voor mijn neus. Beau is degene met antwoorden, degene die mij kan helpen.

Hij loopt langzaam naar me toe en ik voel de muur achter me. Hij blijft echter een meter voor me staan en zegt: "Wij, betalen de prijs van mensen, die hun schulden niet aflossen." Ik kijk hem aan en laat de woorden in me op komen. Ik slik en zeg: "Waarom ben ík hier dan." Het komt er wanhopiger uit dan bedoelt en meteen breek ik als ik zijn naam hoor. "Om Rowan." Zegt hij kort. Ik trek een wenkbrauw op en kauw aan de binnenkant van mijn wang. De tranen vullen mijn ogen en ik houd ze tegen. "Rowan zou hoe dan ook alles doen om jou terug te krijgen en dat gebruiken wij. Zijn vader betaalt niks, dan doet Rowan het wel." Ik kijk hem vol afschuw aan en zeg: "Jullie zijn monsters." Hij laat een emotieloze grijns zien en zegt: "Monsters die altijd hun zin krijgen." Verward kijk ik van hem naar het papier dat in mijn handen zit. "Maar wat deed mijn vader hier dan?" Hij kijkt me aan en schudt zijn hoofd. "Het spijt me, die informatie is niet voor jou." Blind van woede vervrommel ik het papiertje en knijp hem fijn in mijn vuist. "Het gaat hier over mijn vader, Beau. Die informatie is écht wel voor mij." Beau schudt zijn hoofd weer en zegt: "Dat is het hem nou juist." Hij kijkt weg en krabt achter zijn hoofd. Ik loop naar hem toe en ga voor hem staan. "Wat bedoel je daarmee?" Hij schudt nogmaals zijn hoofd, draait zich om en loopt weg. Een seconde blijf ik stil staan en naarmate het besef omhoog kom loop ik hem achterna. "Beau!" Ik kijk om me heen en die niemand meer. Ik loop naar links en kijk naar de kale muren. Waar is die jongen gebleven? Gefrustreerd loop ik door en kijk af en toe achterom. "Beau!" Roep ik door de lange gang. De echo weergalmt door het hele gebouw en ik stap door. "Sjemig hej." Mompel ik als ik weer een weg zie die zich splitst. "Waar the h-" Een hand op mijn mond doet me zwijgen en kalm laat ik tot me doordringen hoe de persoon me vasthoud. "Wat doet zo'n schat als jij hier alleen." Fluistert de onbekende man in mijn oor. Ik sluit mijn ogen en negeer de vieze walm die hij van achteren op mijn gezicht blaast. Meteen verplaats ik mijn handen naar de hand die voor mijn mond zit en draai hem 360 graden. De man kreunt maar al snel herpakt hij zich. Hij grijpt me bij mijn hand en mijn hoofd begint weer te bonzen, ook neem  de kracht in mijn lichaam af en voelt het alsof ok flauw val. "Cal, stop." Roept een beheerste stem. Ongemerkt haal ik opgelucht adem als de man mij loslaat. De man genaamd Cal loopt mopperend weg en degene die stop zei komt naar me toe gelopen. "Gaat het?" Vraagt Beau. Ik knik afwezig als ik me de vraag herinner. Ik draai me naar hem om en zijn haren zitten warrig om zijn hoofd. Zijn ogen doorboren zich in mijn gedachtes en hij doet me aan Rowan denken. Een steek vult mijn zenuwen en ik voel de tranen branden. Rowan zou er alles aan doen, om mij terug te krijgen.. Ik duw de tranen terug en zeg wanhopig: "Beau, wat is er met mijn vader?" Hij zucht en kijkt naar de grond. "Wil je het weten?" Ik knik heftig mijn hoofd en hij kijkt me aan. Hij komt een paar passen dichterbij en buigt zich naar mijn oor. Zijn adem laat weer rillingen achter en ik ben verdoofd als ik zijn zin hoor.

"Jack, is niet je biologische vader."

A/n,
Weer sorry voor het korte hoofdstuk. Ik probeer zoveel mogelijk te posten maar het lukt niet altijd even snel.. Echt sorry hiervoor. Anyway, enjoy this one, morgen is er weer een stukje ;-)

The boy that i loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu