Mijn adem stokt, mijn zenuwen schreeuwen, mijn gedachten branden, mijn hoofd is één grote waas. Ik kijk terug naar mijn moeder en mijn ogen worden nog groter. Ik bijt hard op mijn lip en zet een stap naar achteren. Ik raak de kast waar het fotolijstje op staat en ik hoor iets vallen. Brekend glas bereikt mijn hersenen maar het kan me niets schelen. Mijn moeder kijkt me terug aan en er loopt een traan over haar wangen. "Annabel het spijt me zo. Ik weet niet waarom dit jou moet overkomen en Rowan. God de arme schat." Ik zet nog een stap en hoor het glas onder mijn schoenen knerpen. Mijn handen beginnen klam te worden en ik voel mijn wangen langzaam nat worden. "Dit kan niet." Is het laatste wat ik zeg als ik neer val.
Met een beetje pijn in mijn linkerhand, word ik wakker. Ik kijk omhoog en zie mijn vertrouwde plafond. Ik wil mezelf omhoog duwen als er een pijnscheut door mijn linkerhand gaat. Ik kijk omlaag en zie hoe mijn hand gebonden is in verband. Meteen komen alle gedachtes terug en ik begin te huilen. Alle tranen stromen eruit. Ik begin te schreeuwen en voel mijn hand branden. Ik hoor mijn deur openzwaaien en mijn moeder rent naar me toe. Ze slaat haar armen om me heen en ik begin met grote uithale te huilen. Alle emoties laat ik los en ik huil zoals ik nog nooit gedaan heb. Rowan is dood, blijft er door mijn hoofd gaan. Mijn hand doen pijn en ik herinner me niet wat ik heb gedaan. "Mam, wat is er met mijn hand?" Mijn stem klinkt als een echo door mijn hoofd en mijn moeder pakt mijn handen rustig vast. Het fotolijstje was gevallen en jij viel ook, je hand kwam in het glas terecht." Ik knik afwezig en met betraande ogen kijk ik haar aan. "Wat voor dag is het?" Vraag ik. Ze glimlacht kort en zegt: "Dinsdag." Ik knik weer kort en zeg: "Hoe laat?" "Ongeveer zeven uur in de avond." Ik adem in en uit en bedwing mijn tranen. Ik kijk mijn moeder aan en zeg: "Moet ik morgen gewoon naar school?" Mijn moeder laat een kleine glimlach zien en zegt: "Zolang jij nodig hebt, blijf je thuis. Die keuze is helemaal aan jou."
Ik speel met mijn vingers zover die er nog bovenuit steken en ik kauw aan de binnenkant van mijn wang. "Dit kan niet mam." Fluister ik. "Rowan kan niet dood zijn. Het klopt niet." Ze trekt een grimas en zegt: "Annabel ik snap je, het is nog niet echt te beseffen. Rowan is niet de enige die is omgekomen. Er zijn nog dertien andere mannen gevonden." Ik houd mijn tranen tegen en neem een hap lucht. Daarna zeg ik: "Mam, waarom gaan alle goede personen dood?" Een traan loopt over mijn wang en mijn moeder zegt: "Als je in een tuin staat, welke bloem pak je dan?" Ik zucht en hoef daar niet over na te denken: "De allermooiste.." Ze knikt en zegt: "Annabel, je kun er nu voor kiezen om alles en iedereen af te sluiten, maar je kunt er ook voor kiezen om het te accepteren en het te laten gaan." Ik kijk naar het plafond en zeg: "Mam, hoe kan ik in godsnaam Rowan loslaten?" Ik snik en slik met moeite mijn tranen door. "Annabel, dat is onmogelijk. Iemand los laten waarvan je houdt vergeet je niet en laat je al helemaal niet los, maar Rowan had ook gewild dat je gewoon door was gegaan." Ik snik weer en het is even stil. "Annabel, het is moeilijk, maar onthoud dat Rowan bij je is. Jullie waren zo hecht, ik kan me niet voorstellen dat je hem zou kunnen vergeten. Wat je wel kunt doen is hem bij je dragen, door blijven gaan." Ik laat de woorden tot me doordringen en adem bibberig uit. "An, sluit je ogen eens?" Ik kijk haar een seconde aan en sluit mijn ogen. "Luister, wat hoor je?" Ik luister en hoor het stromen van mijn bloed naar mijn aderen, mijn hart die bonst achter mijn borstkas. "Mijn hart." Fluister ik. "Precies, hij pompt nog steeds, je adem nog steeds. Annabel dat is met een reden. Misschien is Rowan er niet meer, maar jij wel. Jij kunt hem bij je dragen zodra je hem een plekje hebt gegeven. Je moet weten An, dat dit slechts een deel is van je leven. Je moet nu doorzetten, wat er ook gebeurd."
Ik adem diep in en open mijn ogen. Ik kijk naar mijn moeder en zie haar vertrouwde lokken, die voor haar gezicht vallen. haar vertrouwde kleur blauw in haar ogen. Ondanks alles glimlach ik licht en mijn moeder slaat haar armen weer even om me heen. "Denk er maar even over na, ik ben beneden." Ik knik en ze geeft me een kus op mijn voorhoofd. Ze loopt mijn kamer uit en ze sluit de deur. Ik sta op en loop naar mijn bureau. Ik zie de foto's van ons samen en moet weer glimlachen. Zodra ik de foto bij de hut zie gaat er een steek door me heen. Dat was zijn plekje, zijn rijk. Ik kijk naar onze lachende gezichten. Ik zucht en knik in mezelf.
Misschien is hij er niet meer, misschien zou ik hem nooit meer kunnen vast houden, maar ik zou altijd van hem blijven houden en ik zou hem bij me dragen. Zolang als ik nog mag levenHeeeey allemaal,nieuw stukje enzo :D Het spijt me dat het zo lang moest duren maar ik raakte steeds mijn stukje kwijt en heb het heel vaak opnieuw kunnen schrijven. Hier is hij dan toch en ik hoop dat jullie het leuk vinden!
Ciaooo!
JE LEEST
The boy that i love
RomanceAnnabel is genezen van haar eerste ontmoeting met de vader van Rowan. Ze komt er weer bovenop maar of ze kan door voetballen is de vraag... Wat Theo (de vader van Rowan) betreft, die zit voor een tijde in de gevangenis maar als hij eruit komt... Ann...