Hoofdstuk 1 ~ Het begin van de reis

296 8 0
                                    

POV Catherine

*piep piep piep* Zuchtend druk ik mijn wekker uit met de gedachten om nog even te blijven liggen. Maar dan bedenk ik me welke dag het is en spring ik meteen uit bed. Het is de dag dat ik met mijn vriendinnen voor de eerste keer op vakantie ga. Eindelijk mag het dit jaar, omdat we allemaal 16 jaar oud zijn. Dus hadden mijn ouders en de ouders van mijn vriendinnen besloten om een boot te huren voor 4 weken, waar we samen met een kapitein, natuurlijk, mee mogen varen. Ik was zo blij toen mijn ouders het vertelden. Ik had meteen mijn vriendinnen opgebeld en het grote nieuws verteld. We waren meteen begonnen met plannen maken. Maar nu eindelijk na al die lange weken van wachten is het zover. Vandaag om 10 uur 's ochtends moeten we bij de haven zijn.

Tijdens mijn gedachtegang was ik al opgestaan en naar de badkamer gegaan. Ik stap snel onder de douche en was mijn lange lichtbruine haren.

Als ik klaar ben met douchen föhn ik mijn haar en breng het in model. Ook doe ik snel nog even wat mascara op en inspecteer ik mijn ogen. Ze zijn mooi helder groen met een blauw randje eromheen. Ik ben er wel blij mee, denk ik bij mezelf.

Snel haast ik me naar beneden, maar ik stop halverwege de trap, omdat ik me bedenk dat ik mijn koffers vergeten ben. Ik ren terug naar mijn kamer en pak mijn koffers.

Eenmal beneden zet ik mijn koffers alvast in de gang en ga ik naar de keuken om eten te maken.

Ik kijk in het kastje waar het brood ligt en zie dat er broodjes zijn. Lekker, denk ik blij. Ik bedank snel mijn moeder in gedachten en smeer twee broodjes.

Ik ga maar op de bank zitten en eet snel mijn broodjes op. Ondertussen whatsapp ik met mijn vriendinnen. Ze zijn, natuurlijk, net zo enthousiast als ik ben.

Ik kijk op de klok en zie dat het negen uur is. Ik besluit mijn moeder maar te gaan zoeken aangezien zij degene is die me naar de haven gaat brengen.

Na even gezocht te hebben vind ik haar buiten. Eindelijk, denk ik. 'Hoi mam.' Begroet ik haar. 'Oh hoi lieverd, ik had je niet gezien.' Zegt mijn moeder. 'Wanneer gaan we?' Vraag ik ongeduldig. 'Rustig maar, we gaan zo.' 'Oké.' Antwoord ik opgewekt.

Ik ga snel terug naar binnen om nog even te checken of ik alles heb.

Ik vind de oplader van mijn telefoon in de keuken. Ik zucht opgelucht. Was ik die toch bijna vergeten, denk ik bij mezelf.

Ik hoor opeens mijn moeder roepen dat we gaan. Ik ren snel naar de gang en doe mijn schoenen en jas aan. Ik pak nog even mijn koffers en ga dan naar buiten.

Ik zie dat mijn moeder al in de auto zit en leg snel mijn koffers in de kofferbak. Ik doe de klep dicht en ga in de auto zitten.

......

Ik zie de haven al in de verte liggen. Ik ben benieuwd hoe de boot eruit ziet en of de kapitein aardig is. Hopelijk ben ik er niet als eerste. Opeens wordt ik heel zenuwachtig. Mijn moeder ziet het, maar zegt gelukkig niks.

Als we eenmaal de auto geparkeerd hebben, stap ik uit de auto en pak ik mijn koffers uit de kofferbak.

Verderop zie ik al twee vriendinnen staan, Kaitlynn en Emmy. Gelukkig niet als eerste, denk ik opgelucht. Ik ren gillend van blijdschap naar ze toe en geef ze allebei een dikke knuffel. 'Ik heb er zo'n zin in.' Zeg ik enthousiast. 'Wij ook!' Zeggen ze allebei tegelijk. Meteen moeten we lachen. Ik kijk achterom waar mijn moeder is, ik zie haar slepen met mijn koffers. Oeps. 'Hoeveel heb je wel niet meegenomen?' Vraagt Emmy vol ongeloof. 'Je kent me toch, altijd alles voor de zekerheid.' Zeg ik half lachend. We moeten weer alle drie lachen. 'Ik ga mijn moeder maar even helpen.' Zeg ik tegen ze.

Ik loop rustig naar mijn moeder toe en neem een koffer en een tas van haar over. Ja ik weet het twee koffers en twee tassen is veel te veel. Maar hé ik ga wel vier weken weg en ik weet of ik mijn kleren kan wassen en ik weet ook niet wat voor weer het wordt.

Als ik weer bij Emmy en Kaitlynn sta zie ik dat Anna, Cloë en Alison ook al aan komen lopen. Nu alleen nog Lucy en Kim en dan kunnen we gaan.

Als Anna, Cloë en Alison bij ons staan begroet ik ze blij. 'Heeyy.' 'Heey.' Begroeten ze alle drie in koor. 'Weten jullie of Kim en Lucy er al zijn?' Vraag ik ze. 'Nee' zegt Cloë. Dan maar wachten. Denk ik bij mezelf.

Na nog vijf minuten gewacht te hebben komen ze eindelijk aangelopen. 'Sorry dat we zo laat zijn, maar we stonden in file.' Verontschuldigen ze zich meteen. 'Geeft niets.' Zegt Kaitlynn. 'Zullen we gaan?' Vraagt Anna. 'Ja!' Roepen we allemaal in koor.

Als we eenmaal bij de boot staan valt mijn mond open van verbazing. Dit had ik dus echt niet verwacht. Ik dacht dat hij veel kleiner zou zijn. Ik kijk naar mijn vriendinnen en zie ook hun monden open staan van verbazing. 'Dalijk vangen jullie nog vliegen.' Zeg ik lachend. Meteen doen ze allemaal hun mond dicht en lachen ze. 'Kom we gaan aan boord.' Zegt Emmy. Dat hoeft ze geen twee keer te zeggen, want we rennen meteen naar de boot toe, wat er nogal onhandig uitziet als je twee koffers en twee tassen mee moet sjouwen. Toch lukt het me om aan boord te komen. Meteen gaat iedereen naar de slaap vertrekken. Ik had afgesproken om met Kaitlynn samen op een kamer te gaan en ik zie haar ook al gauw in een van de kamers zitten. Snel ga ik naar binnen en zie dat de kamer best groot is - voor op een boot tenminste. 'Volgens mij hebben we de grootste kamer.' Zegt Kaitlynn blij. 'Ja dat denk ik ook.' Antwoord ik. 'Zullen we nog even naar onze ouders zwaaien?' Vraag ik aan Kaitlynn. 'Ja is goed.' Antwoord ze.

Als we op het dek komen zien we dat de andere meiden er al staan. Ze staan te zwaaien naar hun ouders. We lopen er snel heen, want we gaan bijna vertrekken. Iedereen schreeuwt nog een laaste keer doei en dan gaan we.

Het Verlaten EilandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu