~ 3 ~

494 18 7
                                    

POV Nora

Ik klop op de deur van Finn's slaapkamer. 'Finn? Kan ik binnen komen?' Ik hoor hem 'ja' zeggen en stap langzaam zijn kamer in. Ik zie hem op de rand van zijn bed zitten met zijn hoofd in zijn handen. 'Gaat het?' vraag ik hem zacht, al weet ik het antwoord al.

Hij schudt zijn hoofd en kijkt op. Zijn ogen zijn rood van het huilen en ik slik mijn tranen weg. Ik heb er nooit tegen gekunt om hem te zien huilen.

Ik ga naast hem op het bed zitten en leg mijn hand op zijn schouder. Hij legt zijn hoofd weer in zijn handen en begint weer te snikken. 'Ik dacht dat ik jou nog had. Dat wij er samen door heen zouden komen, als broer en zus.' Hij haalt zijn neus op en schudt zijn hoofd weer. 'Maar je bent mijn zus niet.'

Ook al is het de waarheid, toch steken zijn woorden en ik slik weer even. 'Ik ben misschien niet je bloedverwant, maar je zal altijd mijn grote broer blijven.' Hij kijkt me aan en haalt zijn neus weer op.

'Hoe gaat het nou verder?' Ik haal mijn schouders op en zucht diep.

'Ik heb werkelijk waar geen idee.' Ik blijf even stil. 'Blijkbaar heb ik twee broers. En ben ik met één van hen tweeling.' Finn kijkt me met grote ogen aan.

'Echt?' vraagt hij vol verbazing en ik knik. 'Maar, hoe? Hoezo ben je geadopteerd? En waarom komen ze je nou ineens halen?' Ik haal mijn schouders weer op en ga met mijn vrije hand door mijn haar.

'Op die laatste vraag heb ik geen antwoord. Ik ben geadopteerd omdat mijn vader geen meisje wilde opvoeden.' Finn slaat een arm om me heen en ik leg mijn hoofd op zijn schouder.

'Ga je met ze mee naar huis?' Weer haal ik mijn schouders op.

'Ik heb er nog niet echt over nagedacht. Dit is allemaal zo verwarrend', zucht ik. 'Aan de ene kant wil ik wel. Ik ben benieuwd naar mijn broers, en vooral naar mijn tweeling. Het is heel raar, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat er iets ontbrak in mijn leven en volgens mij heb ik dat missende stuk eindelijk gevonden.' Ik kijk Finn aan, die zijn blik vervolgens afwendt. 'Maar ik wil jou niet alleen laten. Niet nu je mij zo hard nodig hebt.'

Finn slaakt een diepe zucht en kijkt me weer aan. 'Maak je maar geen zorgen om mij. Je hebt weer een familie. Maak kennis met je broers en wordt gelukkig.' Een traan rolt over mijn wang en hij veegt hem voorzichtig weg. 'Ik red me wel. Maar vergeet niet dat ik van je hou en er altijd voor je zal zijn. Ik blijf jouw grote broer, al zijn we geen bloedverwanten.' Ik glimlach door mijn tranen heen en sla mijn beide armen om hem heen.

'Bedankt, Finn! Ik zal ook altijd van jou blijven houden. En ik beloof je zoveel mogelijk te bellen en zo vaak mogelijk bij je langs te komen!' Finn slaat zijn armen om me heen en trekt me dicht tegen zich aan. Ik voel mijn schouder nat worden en zeg zacht tegen hem: 'Het komt allemaal goed. Ik hou van je.'

Hij drukt een kus op mijn wang en fluistert terug: 'Ik ook van jou.' Hij laat me weer los en veegt zijn tranen weg. 'Ga nou maar naar je moeder toe om haar te vertellen dat je met ze mee gaat naar huis, voor ik van gedachten verander.' Hij glimlacht naar me en ik knik snel, waarna ik weer naar de woonkamer loop.

Maura en Chris kijken op en ik blijf in de deuropening staan. 'Ik zou graag met jullie mee naar huis willen.' Maura krijgt weer tranen in haar ogen en rent naar me toe.

'Oh lieverd, ik ben zo blij dat ik je weer kan zien en je vast kan houden!'

---

'Doei Finn, ik zal je missen.' Ik veeg nog snel een keer onder mijn ogen door en sla mijn armen voor de laatste keer om hem heen.

'Dag Nora, ik jou ook', hoor ik hem zacht zeggen en ik hoor aan zijn stem dat hij zich ook moet inhouden om niet te gaan huilen.

'Kom je, lieverd? Anders missen we onze vlucht.' Ik laat Finn los en druk nog een kus op zijn wang.

'Hou je taai, grote broer.' Hij glimlacht naar me en geeft me ook een kus op mijn wang.

'Jij ook, klein zusje.' Ik glimlach terug en draai me dan om richting de gate. 'Doei! Veel geluk!'

'Jij ook!' roep ik nog terug en draai me voor de laatste keer om om naar hem te zwaaien. Hij zwaait terug en ik verdwijn in de gate.

Ik ga naast Maura zitten in het vliegtuig en vraag aan haar waar we eigenlijk heen gaan. 'Mullingar, Ierland.' Ik knik en kijk langs ze heen naar buiten.

---

'Doe alsof je thuis bent!' zegt Maura en opent de deur voor me. Ik stap naar binnen en kijk mijn ogen uit.

De aankomsthal is versierd met foto's. Foto's van Maura en Chris, maar ook van foto's van twee jongens. Mijn broers, denk ik.

'Dat is Niall', zegt Maura en wijst een van de jongens aan. 'En dat is Greg. Ze komen vanavond langs. En je neefje komt ook.' Ik kijk haar verbaasd aan.

'Ik heb een neefje?' Ze knikt en drukt me voorzichtig verder. 'Hoe heet hij? Wie is de vader? Hoe oud is hij?'

'Hij heet Theo. Greg is de vader en Theo is zes.' Maura kijkt me lachend aan. 'Kom, dan laat ik je kamer zien.' Ik volg haar de trap op en Chris pakt mijn koffer uit mijn handen.

'Ik draag hem wel voor je.' Ik bedank hem en volg mijn moeder vervolgens door de gang tot ze stopt voor een deur. Ik kan niet wachten en open de deur.

Ik zie in het midden tegen de achterste muur een twee-persoonsbed staan met blauwe lakens. In de hoek staat een kledingkast en in een ander hoekje is een soort tv-hoekje ingericht met een paar zitzakken. 'We wilden dat je het hier naar je zin zou hebben', zegt Maura achter me. Ik draai me om en geef haar een knuffel.

'Dankjewel!'

Even nog een korte uitleg: dit boek speelt zich gewoon af in 2020 (maar dan zonder het coronavirus). Vandaar dat Theo 6 jaar is. Niall en Nora zijn 26. Finn is 30. Eigenlijk heeft iedereen dus gewoon verder zijn of haar eigen leeftijd zoals ze die nu ook zouden hebben dusja.

Hoe vinden jullie het tot nu toe? Let me know!

- Ilona

P.s: Ik denk eraan om dit boek dagelijkse updstes te geven ;)

Twins?!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu