Hoofdstuk 8

157 6 4
                                    

POV Avalinde

'Ava?' Ik mompel wat en trek de deken wat meer richting mijn gezicht. 'Ava, je moet wat eten.' Ik schud mijn hoofd en voel mijn ogen weer volstromen met tranen. 

Zo lig ik nou al vier dagen. Ik praat tegen niemand, ik eet niks, ik drink bijna niks. Het enige wat ik doe, is huilen. Huilen en slapen. Ik heb al in geen dagen meer gedoucht. Ik heb nergens zin in, nergens de kracht voor. 

Mijn vader was degene die mij vond. Hij was ook degene die de ambulance had gebeld. Maar het was al te laat. Ze had twee dagen voor mijn terugkomst een overdosis ingenomen. 

Mijn vader zucht, zet het dienblad neer op mijn nachtkastje en komt naast me op het bed zitten. 'Ik mis haar ook, lieverd. Ondanks dat we gescheiden zijn, mis ik haar.' Ik reageer er niet op. Hij heeft al vijf jaar nauwelijks naar haar omgekeken. Hoe kan hij haar dan missen? 'Het spijt me voor je, Ava. Maar je moet wel wat eten. Dat zou zij gewild hebben.'

Ik kijk met betraande ogen op. 'Hoe weet jij nou wat zij wilt?' Mijn vader haalt zijn schouders op. 'Jullie zijn al vijf jaar gescheiden. Je maakt mij niet wijs dat je haar mist.' Ik trek de deken weer over mijn hoofd heen en sluit mijn ogen.

'Natuurlijk mis ik haar! Hoe kun je dat nou denken? Ik hield van haar!' Mijn vader begint te snikken. 'Morgen is de begrafenis. Ik hoop dat je erbij bent.' 

Ik hoor hem mijn kamer uit lopen en kijk even op. Het eerste wat ik zie, is het dienblad op het nachtkastje. De woede borrelt weer op. Zonder erbij na te denken, sla ik met mijn vuist op het dienblad, waardoor alles door mijn kamer heen vliegt. Ik hoor het servies breken en begin weer te huilen.

'Ava?' Ik kijk verbaasd op bij het horen van zijn stem. Luke loopt langzaam mijn slaapkamer in en glimlacht zwak naar me. 'Hoe gaat het met je?'

Het is inmiddels de volgende dag. De dag van de begrafenis. Ik haal mijn schouders op. 'Kan beter.' De tranen komen weer opzetten en ik trek mijn benen op tegen mijn borst. Luke snelt naar me toe en slaat zijn armen om me heen. Ik laat het toe, ik heb toch de kracht niet om me nou te verzetten. 'Waar was je?' snik ik in zijn t-shirt. 'Ik lig al vijf dagen in bed te huilen om wat er gebeurd is!'

'Ik wist het niet', mompelt Luke. Ik schud mijn hoofd en duw hem van me af. Ik weet niet waar ik mijn kracht ineens vandaan heb, maar het is er. Luke kijkt me verbaasd aan.

'Ik had je nodig, Luke!' snik ik. 'En je was er niet!' Luke kijkt me verslagen aan.

'Ava.' Ik schud mijn hoofd en druk Luke weg als hij zijn armen weer om me heen wil slaan. 'Ava, alsjeblieft. Ik wist het echt niet. Ik wist niet wat er met je moeder was gebeurd, totdat je vader me opbelde. Hij maakt zich zorgen om je.'

'Daar is hij dan mooi op tijd mee', mompel ik. Luke wilt zijn armen weer om me heen slaan. 'Blijf van me af!' gil ik, terwijl ik zijn arm weg sla. Luke kijkt me verbaasd aan, maar komt weer dichterbij. Ik stomp met mijn vuist tegen zijn borst aan. 

'Lucht dat op?' vraagt Luke zacht. Ik kijk hem verbaasd aan. 'Het slaan, lucht dat op?' Ik haal mijn schouders op. 'Gooi alles er maar uit.'

'Wat?' vraag ik verward. 'Ben je gek? Ik ga je toch niet slaan?' Luke haalt zijn schouders op.

'Je deed het net ook al. Kom op, gooi al je woede er maar uit.' Hij pakt mijn handen vast en trekt me voorzichtig overeind. Ik wankel even op mijn benen, maar Luke pakt mijn middel stevig vast, waardoor ik overeind blijf staan. Als hij zeker weet dat ik blijf staan, laat hij me los en komt hij voor me staan. Hij spreidt zijn armen. 'Toe maar. Je mag me overal slaan of schoppen, behalve mijn gezicht of in mijn ballen.' Ik kijk hem nog steeds verbaasd aan.

'Weet je het zeker?' vraag ik voor de zekerheid. Luke knikt snel. 'Oké dan', mompel ik, voor ik tegen zijn arm sla.

'Kom op, harder!' Ik schud mijn hoofd.

'Ik wil je geen pijn doen.'

'Doe je niet. Kom op!' Ik knik even en geef hem nog een klap tegen zijn arm. 'Goed zo. Deze was al harder. Nog een keer, kom op!' Ik sla met mijn vuist tegen zijn buik aan. En nog een keer. En nog een keer. Ook zijn armen raak ik nog een paar keer, maar dan met mijn vlakke hand. Ik begin te hijgen en voel de tranen weer langzaam over mijn wangen rollen. 

Na een tijdje geef ik het op en loop ik tegen Luke's borst aan. Hij slaat meteen zijn armen om me heen, terwijl mijn schouders beginnen te schokken. 'Ze is dood, Luke', snik ik tegen zijn shirt. Hij slaat zijn armen nog wat strakker om me heen en gaat rustig met zijn hand over mijn rug heen. Er ontstaat kippenvel op mijn armen, omdat ik weer terug denk aan Nolah's hand op mijn rug, maar ik negeer het. Ik heb dit nodig. Ik heb Luke nodig.

'Shh, het komt goed. Je komt er wel overheen. Ik ga je helpen.'

'H-Hoe? Jullie tour begint over een paar dagen.' Luke haalt zijn schouders op. 

'Ik bedenk wel wat', beloofd hij me. Hij laat me wat van zich af en kijkt me strak in mijn ogen aan. 'Gaat het weer?' Ik knik en zucht even. 'Mooi. Ga je omkleden. We moeten zo weg.' Ik kijk hem vragend aan. 'De begrafenis', zegt hij zacht. 

Ik slik en knik. 

Broken Home ft. 5sosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu