Hoofdstuk 5

160 7 0
                                    

POV Avalinde

Gespannen sta ik weer voor het huis van mijn vader. In alle haast ben ik de huissleutel vergeten mee te nemen, toen ik het huis uit stormde. Lang hoef ik niet te wachten tot er wordt open gedaan. De deur vliegt open en ik kijk op in het bezorgde gezicht van Ashton. 

'Oh mijn god. Gelukkig ben je ongedeerd!' Ik duw hem opzij en loop zonder wat te zeggen door naar boven. 'That's it? Je gaat me niet vertellen waar je geweest bent of wat er met je gebeurde? Het enige wat ik krijg, is dat je me aan de kant duwt en me compleet negeert?' Ik rol met mijn ogen als ik hem achter me aan hoor komen. 

'Ga weg, Ashton. Laat me met rust', snauw ik naar hem. Boven me hoor ik een geluid en ik kijk op. Luke kijkt me net zo bezorgd aan als Ashton. 'Jij ook, Luke', snauw ik nou ook naar hem. 'Wat doen jullie hier überhaupt nog? Het is al twaalf uur.'

'We waren bezorgd om je, dus besloten we te blijven. Alsjeblieft, Ava, praat met ons.' Ik schud mijn hoofd en duw Luke weg, die ineens bovenaan de trap stond en zijn armen om me heen wilde slaan.

'Raak me niet aan', sis ik naar Luke, die verward zijn handen in de lucht steekt.

'Oké. Duidelijk.' Ik loop verder naar mijn kamer en hoor de jongens achter me aankomen. Ik rol weer met mijn ogen en wil mijn deur achter me dichtgooien, maar Ashton stopt snel zijn voet er tussen. 

'Heb ik honing aan mijn reet ofzo?' snauw ik naar ze. Ze kijken me verward aan.

'Waarom doe je ineens zo? We hadden het toch gezellig vanavond?' vraagt Ashton zacht. Ik draai mijn rug naar ze toe en ga een keer met mijn handen onder mijn ogen langs. De afgelopen paar uur heb ik mijn verhaal gedaan bij Aaron en heb ik flink zitten uithuilen. 

'Ava, alsjeblieft. We willen je graag helpen', zegt Luke nu. Ik snuif en grinnik dan even. 

'Helpen?' breng ik sarcastisch uit, terwijl ik me omdraai. 'Niemand kan me helpen. En jullie al helemaal niet. Rot op uit mijn kamer.' De jongens veroeren zich geen millimeter. 'Ga! Ga weg!' schreeuw ik naar ze. Ze kijken me geschrokken aan, kijken dan elkaar aan en lopen dan langzaam achteruit. Zodra ze op de gang zijn, storm ik naar mijn kamerdeur en smijt hem met een harde klap dicht. Ik draai de deur op slot en laat me er snikkend tegenaan zakken. 

Na een tijdje sta ik langzaam op en loop ik naar mijn bed toe. Onderweg valt mijn blik op mijn mesje, die onder mijn kussen verstopt ligt. Blijkbaar heb ik hem niet goed verstopt na vanavond. 

Ik slik. Wat als de jongens het hebben gezien? Wat als ze me daarom willen helpen?

Ik schud de gedachte van me af. Binnenkort zijn ze toch weer op tour. Dan heb ik geen last meer van ze. Sowieso, waarom zouden ze zich zorgen om mij maken? Ze kennen me niet eens. Ze weten niet wat ik heb meegemaakt, ze weten niet wat ik heb moeten doorstaan. Ze weten helemaal niks van mijn leven. Ze weten niet hoe zwaar ik het heb gehad, en nog steeds heb. 

Ik laat me op mijn bed vallen en zucht even, terwijl ik mijn ogen sluit. Zin om me om te kleden heb ik niet. 

De volgende ochtend loop ik zachtjes naar de badkamer. Het is stil in het huis, dus ik verwacht dat iedereen nog ligt te slapen. Ik sluit de deur zachtjes achter me en draai hem op slot. Met een zucht kleed ik me uit en kijk ik naar de sneeën van gisteren. Ze hebben allemaal een korstje gekregen, die ik ook laat zitten. Anders wordt het zeker weten een litteken. Dat worden ze anders waarschijnlijk ook wel, maar dan al helemaal. 

Ik zet de douche aan en borstel mijn haren door, terwijl de douche langzaam warmer begint te worden. Het duurt meestal even voor het water warm is. Als het water dan eindelijk warm genoeg is, stap ik er zuchtend onder. De warme stralen laten me ontspannen en heel even ben ik alles van gisteren vergeten. 

Na het douchen droog ik me voorzichtig af, zodat de korstjes niet afbreken van mijn wonden. Ik kijk om me heen naar mijn kleding, maar die liggen er niet. Shit, vergeten. Ik kreun geïrriteerd. Nou moet ik ook nog met een handdoek om me heen naar mijn kamer lopen, alsof het nog niet erg genoeg was.

Ik draai het slot om en open voorzichtig de deur. Ik luister even en hoor beneden wat gerommel in de keuken. Er is dus al iemand wakker. Hopelijk kom ik niemand tegen op de gang. 

Zo snel als ik kan loop ik naar mijn kamer, waar ik mijn deur snel dicht doe en er met een zucht tegen aan leun. Ik sluit mijn ogen.

'Uhm. Hey', hoor ik iemand mompelen. Ik kijk geschrokken op en zie Luke op mijn bed zitten. Woede borrelt in me op, tot ik mijn mes in zijn hand zie. Mijn ogen worden groot. 

'H-Hoe?' stamel ik, terwijl ik nog steeds met grote ogen naar mijn mes kijk. Luke volgt mijn blik en slikt even. 

'I-Ik zag het onder je kussen uitsteken gisteren. Je was toen net weggerend naar beneden. Ik wilde achter Ashton aan rennen, die jou achterna ging, tot mijn blik op het mes viel.' Hij kijkt naar beneden. 

'I-Ik-. Weet Ashton het ook?' Luke schudt zijn hoofd en kijkt langzaam op. Tranen staan in zijn ogen. 

'Nee. Hij heeft het volgens mij niet gezien.' Ik knik even. Gelukkig. 'Waarom doe je het?' Een traan rolt over zijn wang. Ik haal mijn schouders op. 

'I-Ik weet het niet', begin ik te snikken. Luke staat op, loopt naar me toe en sluit me in zijn armen. Ik probeer hem weg te duwen, terwijl mijn gedachten me terug brengen naar dat moment. 'L-Luke, laat me los', breng ik paniekerig uit. Luke laat me verbaasd los en kijkt mij vragend aan. Ik schud mijn hoofd en laat me langs de deur op de grond zakken. 

Broken Home ft. 5sosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu