Hoofdstuk 10

142 6 0
                                    

POV Avalinde

De dagen daarna heb ik Luke genegeerd, tot verbazing van Ashton, Calum en Michael. De rest van de jongens heb ik ook zo goed als genegeerd. Ik had niet zoveel zin om te praten. 

Nou zitten we in een hotel. We hebben een soort appartementje in dit hotel, met een gezamenlijke woonkamer, keuken en badkamer. In het appartementje zitten drie slaapkamers, waarvan ik er een heb geclaimd voor mezelf. 

Een klopje op de deur laat me opkijken. 'Binnen!' Luke steekt zijn hoofd om de deur en glimlacht zwak naar me. 'Ugh.' Ik kijk de andere kant op en pulk wat aan de deken. Luke slaakt een diepe zucht. 

'Kunnen we praten?' vraagt Luke zacht. Ik schud mijn hoofd. 'Ava, alsjeblieft. Je negeert me al drie dagen.' Ik haal mijn schouders op. 'Het spijt me echt, maar zo bedoelde ik het niet. Niet op die manier. Ik bedoelde-.' Ik steek mijn hand op en begin gelijk te praten.

'Bespaar me je praatjes, Luke', zucht ik, terwijl ik mijn armen over elkaar heen sla en hem verveeld aankijk. 'Laat me gewoon met rust. Ik wil alleen zijn.' Luke kijkt naar de grond en knikt, voor hij de kamer uitloopt. Ik kijk hem even verbaasd na. Hij geeft zich makkelijk gewonnen

Nog geen vijf minuten later klopt er weer iemand op de deur. 'Ga weg, Luke! Wat begrijp je niet aan: "Ik wil alleen zijn."?' De deur gaat langzaam open en Michael komt de kamer binnen lopen. Ik rol met mijn ogen. 'Dat geldt ook voor jou, Mikey.' 

'Wil je erover praten?' Ik kijk hem verward aan. 

'Wat bedoel je? Waarover praten?' Michael komt naast me zitten en ik schuif een stukje opzij. Michael fronst even, maar zegt er verder niks over.

'Over jou en Luke. Over jullie ruzie.' Ik slik en schud mijn hoofd.

'Nee. Nou ja, ergens wil ik er wel over praten, maar het is nogal een lang en emotioneel verhaal, wat ik liever niet zomaar deel.' Michael knikt even en legt zijn hand op mijn knie. Ik houd mijn adem in en verstijf.

'Dat snap ik. Maar als je er toch over wilt praten, dan ben je altijd welkom.' Ik knik zachtjes en kijk naar de grond.'

'Bedankt, Mikey. Wil je nou alsjeblieft weer weg gaan?' Michael staat op en verlaat mijn kamer weer. Ik zucht opgelucht als ik de deur dicht hoor vallen.

Nog geen vijf minuten later klopt er wéér iemand op de deur. 'Wat nou weer?' roep ik geïrriteerd. De deur gaat langzaam open en Ashton loopt naar binnen. 'Ohja, want ik had gezegd dat je binnen mocht komen', zeg ik terwijl ik met mijn ogen rol. Ashton haalt zijn schouders op en komt naast me zitten. 

'Hoe gaat het met je?' Ik kijk hem verbaasd aan. Dit was een vraag die ik even niet had zien aankomen.

'Uh. Ja, gaat wel?' Het komt er een beetje als een vraag uit. Ashton haalt zijn wenkbrauw op. 'Wat?' zucht ik.

'Gaat wel?' Ik haal mijn schouders op en kijk naar de grond. 'Wat is er aan de hand tussen jou en Luke?' Ik haal weer mijn schouders op.

'We hebben ruzie. Niks bijzonders.' Ik wuif het een beetje weg en sla mijn armen over elkaar heen.

'Niks bijzonders? Jullie negeren elkaar al voor drie dagen. Nou ja, jij negeert Luke al voor drie dagen.' Ik rol met mijn ogen.

'Dus?' Ik kijk hem verveeld aan. 'Als dat het enige was waarvoor je kwam, dan mag je gaan. Ik weet toch zelf ook wel dat ik hem negeer? Daar heb ik jou niet voor nodig, Sherlock.' Ashton zucht diep en staat dan weer op.

'Dan niet. Ik wilde alleen maar met je komen praten. Maar als het zo moet.' Hij zucht weer en loopt mijn kamer uit. Zodra de deur achter zich dicht gaat, begin ik te snikken. 

En ja hoor, vijf minuten later klopt er wéér iemand op mijn deur. 'Wat?' roep ik weer geïrriteerd. Kunnen ze me niet met rust laten ofzo?

'Wow, rustig maar. Ik kom alleen vragen of je mee gaat naar het optreden.' Ik kijk op en zie Calum staan. Hij kijkt me verbaasd aan. 'Heb je nou gehuild?' Ik wrijf onder mijn ogen door en kijk de andere kant op.

'Nee.' Ik haal mijn neus op. 'Hoe kom je daar nou bij?' Calum komt naast me zitten, op dezelfde plek waar Michael en Luke net zaten en legt zijn hand op mijn knie. Ik verstijf even en trek mijn been weg. 

'Wat is er?' Ik haal mijn schouders op.

'Ik was een bitch tegen Ashton en nou voel ik me lullig, I guess?' breng ik twijfelachtig uit. 'Hij bedoelt het zo goed en dat weet ik ook wel, maar toch kan ik er niks aan doen.'

'Probeer dan aardiger tegen hem te doen.' Ik kijk met een verveeld gezicht naar Calum, die zijn schouders ophaalt. 'Ja, wat? Het is toch zo? Als je geen bitch tegen hem wilt zijn, than don't be a bitch. Wees eens wat aardiger tegen hem.' Ik haal mijn schouders op. 

'Ja, je hebt gelijk', mompel ik. 'Maar ik weet niet zo goed hoe.'

'Gewoon doen. Niet over nadenken.' Ik zucht even. 'Maar goed, ga je vandaag mee naar het optreden?' Ik knik.

'Ja, lijkt me leuk. Hoe laat gaan we?' Calum kijkt op zijn horloge.

'Over drie kwartier.' Mijn ogen worden groot en ik duw Calum mijn kamer uit. 'Hey!' roept hij verontwaardigd.

'Ik moet me omkleden! Doei!' Calum grinnikt even, terwijl ik de deur dicht gooi. Ik pak snel een lange broek en een t-shirtje uit mijn koffer. De sneeën op mijn armen bedek ik zo wel met foundation. 

Ik loop naar de badkamer, waar ik me snel douche en daarna mijn kleding aan trek. Als mijn armen droog genoeg zijn, smeer ik er foundation overheen. Als ik de badkamer uit loop, zie ik dat de rest allemaal al klaar staan. 

'Ready?' vraagt Calum. Ik knik. De jongens staan op van de bank. Luke en Ashton ontwijken mijn blik en verlaten het appartement als eerst. Michael en Calum kijken elkaar even aan, waarna ze mij vragend aan kijken. Ik zucht en begin richting de deur van ons appartement te lopen.

'Laten we gewoon gaan.'

Broken Home ft. 5sosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu