Back in the Hogwartsexpress

883 45 37
                                    

'Klaar om terug te gaan?' 

Ik pak de kooi van Trix beter vast en kijk Theo aan, die een lichtelijk nerveuze blik op de muur tussen platform 9 en 10 werpt. Het is 1 september en we zijn weer terug op King's Cross Station.

Hij zucht. 'Ik wil graag terug naar Zweinstein, maar alles is veranderd. Ik weet niet wat ik moet verwachten.' 

Ik knik even en staar naar de muur, waar net een tovenaarsfamilie doorheen verdwijnt. Ook ik voel een soort spanning nu we terugkeren naar het kasteel. Het zal niet meer het veilige thuis zijn zoals het vorige jaren was. 

'Daar komen we vanzelf achter, denk ik,' mompel ik. 'Jij eerst door de muur? We moeten verspreiden op het perron.' 

Theo knikt en richt zijn kar op de muur. 'Ik zie je in de trein nog wel, Kat,' zegt hij, waarna hij door de muur loopt en verdwijnt.  

Aangezien we niet weten of er aan de andere kant van de muur ook dooddoeners de wacht houden, hebben Theo en ik besloten dat het veiliger is om op te splitsen zodra we het perron op zouden komen. Het zou alles behalve voordelig zijn als we zijn vader nu tegenkomen. 

Ik wacht ongeveer een minuut en duw dan ook mijn kar door de muur heen. Aan de andere kant kom ik meteen op het welbekende en veel te drukke platform terecht. Ik baan me een weg door de kinderen die hun ouders gedag zeggen, geef mijn koffer aan een van de conducteurs en stap de trein in. Voor mij is er niemand om uit te zwaaien; iedereen is op missie of blijft uit veiligheid thuis. 

Terwijl ik de gang door loop kom ik langs verschillende coupés met bekenden erin. Een van de eerste coupé wordt bezet door Elise, Tom en hun vrienden. Ik zwaai vrolijk naar de tweeling, die elke zomer zoveel lijken te groeien. Ze beginnen nu aan hun vijfde jaar. 

Een aantal coupés verder kom ik een aantal andere jaargenoten tegen, die direct naast de coupé van de Zwadderaars zitten. Ik ga wat langzamer lopen en zwaai naar Patty, die me als eerste ziet. Benno en Theo zitten beide met hun neus in een boek en kijken kort op. Benno gebaart direct dat ik naar binnen moet komen, maar ik schud mijn hoofd. Dat doe ik later in de reis wel.

Mijn blik blijft rusten op Draco, die met grote ogen terug kijkt. Hij is nog meer mager dan vorig jaar en zijn ogen blijven onrustig heen en weer schieten, alsof er elk moment iemand hem kan bespringen. Ik glimlach even naar en gebaar wederom dat ik later nog terug kom. 

Niet veel later zit ik in onze coupé en kijk uit het raam naar het voorbijschietende landschap. De sfeer is somber en gespannen, ook al proberen de meesten het te verbergen. Tegenover me leest Ginny een boek, maar ook haar ogen schieten zo nu en dan naar de coupédeur. Aan de andere kant van de coupé spelen Marcel en Simon toverschaak. Simon zit meer in elkaar gedoken en je kan in zijn ogen het gemist van zijn vriend, Daan Thomas, zien. Voor het eerst sinds zeven jaar zijn ze van elkaar gescheiden. Naast me leest Luna de nieuwste editie van de Kibbelaar, waar Harry op het voorblad afgebeeld staat. Zij lijkt de enige echt kalme onder ons. Verder is onze coupé leeg en de afwezigheid van onze vrienden wordt gevoeld. 

Aangezien in onze coupé niemand echt spraakzaam is, pak ik de brief die Fred en George me hebben gegeven vlak voordat ik villa Mergel zou verlaten. Ze vroegen me om de brief pas in de trein naar Zweinstein te lezen. Op de voorkant staat in grote letters geschreven: 'Aan Kate en Foppe, onze trouwe partners in crime'

Ik vouw hem open en begin te lezen.

'Allerbeste, gekste, gevaarlijkste en grappigste metgezellen,

Het is alweer twee jaar geleden dat wij bij jullie op school zaten, maar we zijn jullie niet vergeten. Het tegendeel zelfs! Het wordt tijd dat de familie Wemel weer actiever wordt op het geliefde Zweinstein.

NO TIME TO DIE - Katelynn MergelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu