Meeting the Carrows

710 41 16
                                    

Het lokaal van Dreuzelkunde bevindt zich één verdieping lager dan Gedaanteverwisseling, dus gelukkig voor ons staan Marcel en ik na een halve minuut alweer voor de dichte deur van het lokaal. 

We kijken elkaar even aan. Marcel knikt. Ik zucht even en duw daarna de deur open. Hier gaan we. 

Al we binnen komen is het doodstil en kijkt iedereen ons met grote ogen aan. Het lokaal zelf is kil en donker. Het meeste zonlicht wordt tegengehouden door de luiken voor de ramen. Normaal gesproken zou Clothilde Bengel hier staan en ons vertellen over de technologie van Dreuzels, maar die duikt nu onder in onze villa, nog steeds herstellende van de martelingen die ze heeft moeten verduren in Villa Malfidus. 

Alecto staart ons aan met een extreem geïrriteerd blik. Zo te zien vallen we midden in haar uitleg binnen. Één blik op onze medeklasgenoten vertelt me dat we dat niet te vaak moeten doen. 

'Het spijt ons professor. Professor Anderling wilde ons nog even spreken na de les,' zeg ik met een overdreven beleefde stem. Het lijkt me niet verstandig om bij de eerste officiële ontmoeting al meteen ruzie te maken. Naast me staat Marcel doodstil, maar met vuurspuwende ogen. 

Zonder op antwoord te wachten, snellen Marcel en ik naar de overgebleven plekken in het midden van het klaslokaal. 

'En hoe heten onze laatkomers?' vraagt Alecto plots, terwijl we onze tassen aan het uitpakken waren. Ik verstijf kort en hef mijn blik op naar Alecto. Waarom wil ze dit weten?

'Marcel Lubbermans, professor,' antwoordt Marcel als eerste. Hij stottert niet. Integendeel: zijn stem heeft nog nooit zelfverzekerder geklonken.

'Ah, Lubbermans. Ja, die naam ken ik wel.'

Marcel wordt rood en onder de tafel balt zijn hand zich tot een vuist, maar wendt zijn blik niet van haar af. Ik pak vriendelijk zijn arm beet, waardoor hij een beetje kalmeert.

'En jij bent?' vraagt Alecto aan me. Onwillekeurig moet ik grijnzen. Ik vraag me af waarom ze nog de moeite neemt om het te vragen.

'U weet heel goed wie ik ben. We hebben elkaar al eerder ontmoet.'

De klas houdt hun adem in.

Alecto verstart even kort. Ik weet zeker dat ze terugdenkt aan die nacht op de astronomietoren en de ontmoeting in Villa Malfidus. Ze kan ze niet vergeten zijn. De naam Mergel is bekend in de hele tovernaarswereld, zelfs als ze me nog nooit gezien hebben. 

'Juffrouw Mergel. Ik had niet verwacht je nog een keer te zien' zegt ze zacht. Een spiertje bij haar oog trekt samen, een teken dat ze geïrriteerd is. 

'U bent nog niet van me af' antwoord ik, nog steeds grijnzend, maar dit keer met een meer duistere uitdrukking. Geschrokken mompelen mijn klasgenoten met elkaar. Ze vragen zich af wanneer we elkaar hebben gezien, maar vooral waarom ik zo tegen haar in durf te gaan. Alecto besluit nog niet boos te worden. Misschien omdat ze bang van me is, misschien omdat ze heeft besloten dat ze op de eerste dag nog niet uit haar slof wil schieten. Ze zucht diep en draait zich daarna weer om, om verder met haar les te gaan. 

De rest van de lessen lijken heel erg op die van Gedaanteverwisseling: uitleg over het komende jaar. Er zijn weinig bijzonderheden de hele dag door, op de sombere sfeer die in het kasteel heerst na.

Onze laatste les van vandaag is Zwarte Kunsten. Het valt me op dat er op geen gezicht een lach meer te zien is, of maar een twinkeling in de ogen. Het lijkt wel alsof overal onzichtbare dementors zweven en het geluk uit ons zuigen. 

Een tweede les van de Kragge's op dezelfde dag zal ons ook niet veel goed doen. Ook voor mij voelt het alsof mijn energie verdwenen is. 

Ik zit naast Simon Filister, die zijn hoofd met zijn handen ondersteunt en voor ons zitten Draco, Benno en Patty. Ik hoor ze klagen over dat Anderling nog strenger is geworden en ik rol even met mijn ogen.

Met een klap valt de deur achter ons dicht. Iedereen draait zich geschrokken om naar de persoon die vlak voor de deur staat: Amycus Kragge.

'Laat ik een paar dingen duidelijk maken voordat ik met mijn les begin' zegt hij, terwijl hij langzaam naar voren loopt en elke leerling goed bekijkt. Zijn ogen blijven net iets langer bij mij rusten en ik weet dat hij me heeft herkent.

'Ongepast gedrag wordt streng gestraft. Ik denk dat een minuutje de cruciatus vloek jullie je wel zal laten gedragen.'

Het lijkt wel alsof iedereen zijn adem inhoudt. Een bijzonder effect hebben deze dooddoeners op ons als leerlingen. 

'Ook heet dit vak vanaf nu alleen nog maar Zwarte kunsten. Jullie zullen geen Verweer nodig hebben.'

'En wat nou als we Dooddoeners tegenkomen en we moeten vechten?' vraagt ik opstandig. Ik zie Draco een korte beweging maken bij het horen van mijn stem, en hij is niet de enige. Iedereen kijkt angstig van mij naar Amycus. Onder tafel geeft Simon me een trap, als teken dat ik mijn mond moet houden

'De dooddoeners zullen je niks doen, zolang je niet tegen ze bent' antwoordt hij. 'Dus-'

'En wat nou als ik wel tegen ze ben?'

Amycus' gezicht wordt gevaarlijk rood. Hij sluit zijn ogen even en ik krijg het idee dat het hem moeite kost om zichzelf in controle te houden.

'Dan zal je niet lang overleven, tot mijn spijt' zegt hij, de sarcasme duidelijk herkenbaar.

Ik staar terug en er kruipt een mondhoek omhoog bij me. 'Dat zullen we nog wel zien.' 

'Daag me niet uit Mergel,' zegt hij zacht.

Met een laatste waarschuwende blik, gaat hij verder met zijn verhaal.

Als Amycus met zijn rug naar ons toe staat, geeft Simon me wederom een waarschuwende blik en schuift snel een briefje mijn kant op. 

Waarom deed je dat?

Ik grijns even en krabbel mijn antwoord snel terug. 

Om een statement te maken. Ze krijgen het niet makkelijk dit jaar. 

Simon schudt ongelovig zijn hoofd en verkreukelt het papiertje, waarna hij het snel in zijn tas laat vallen. Daarna focust hij zich op Amycus, om een straf te voorkomen. 

Ik laat mijn blik even over mijn klasgenoten glijden en hij blijft uiteindelijk hangen bij Theo, die schuin voor me zit. Zijn rug is kaarsrecht en zijn blik stoïcijns, naar voren gericht. Het lijkt wel of zijn vader direct achter hem staat om alle puurbloed lessen er in te slaan. 

Ik maak een mentale aantekening om vandaag nog even het gesprek aan te gaan met hem. 

Dan kijk ik ook naar voren, waar ondertussen wat vloeken op het boord staan gekrabbelt, maar luisteren doe ik niet.

Er schoot me net iets veel belangrijkers te binnen:

De Wolf heeft nog geen welkom-terug prank uitgevoerd. 

NO TIME TO DIE - Katelynn MergelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu