The final battle

106 7 1
                                    

Tijd gaat zonder het te beseffen voorbij aan Theo in de Grote Zaal. 

Hij zit op zijn knieën op de grond, zijn bovenlichaam gebogen over het levenloze lichaam van Tracey. Zijn Tracey. 

Alles in zijn lichaam doet pijn, fysiek, maar vooral mentaal. Hij heeft zoveel spijt. Spijt van de afgelopen jaren, waarin hij de idealen van zijn vader, van Voldemort, geloofde. Waarin hij niet omkeek naar Tracey, omdat haar bloed niet puur genoeg was. Waarin hij Katelynn haatte, simpelweg voor haar bloed. 

En nu er eindelijk ligt aan de tunnel leek voor hem, stort zijn wereld weer in elkaar. 

Het is uiteindelijk Draco, die hem uit zijn mentale instorting trekt, met een simpele hand op zijn schouder. 

Hij kijkt op naar zijn vriend, een van de weinige overgebleven. Op zijn gezicht zitten traansporen, die hij niet eens probeert weg te halen. Hij heeft teveel gezien om zich daar nog druk over te maken.

'Wat is er?' vraagt hij, de lichte paniek in Draco's ogen ziende. 

'Potter en Katelynn zijn weg,' mompelt Draco, zacht genoeg om niet gehoord te worden door andere omstanders. 

Theo staat haastig op. 'Hoe bedoel je, ze zijn weg?'

Samen beginnen ze langzaam met lopen in de richting van Narcissa en Sirius. Lucius is niet bij haar. 

'Ik bedoel, Potter is kwijt, en toen Kate dat hoorde is ze opgesprongen en weggerend.'

'En we weten niet waarheen?'

Theo's hart zinkt in zijn borstkas als Draco langzaam nee schudt. Waar in Salazar's naam zijn ze heen gegaan. 

Het feit dat hij zich wel iets kan bedenken, beangstigt hem alleen maar meer. 

'Denk je-' fluistert hij. 'Denk je dat ze naar hem toe zijn? Om zich over ze geven?'

De stilte van Draco's kant, en de pure angst die hij inmiddels in Sirius' ogen herkent, is bevestiging genoeg. 

'Hoe lang zijn ze al weg?' vraagt hij, dit keer aan Sirius. 

Zwarts' gezicht is bleek. 'Het uur is inmiddels voorbij.'

Dan klinkt er plotseling geluid buiten de poorten van het kasteel. Het geluid van een grote groep naderende mensen. Een veel te vrolijke groep naderende mensen...

Er stijgt gemompel op in de Grote Zaal, en verschillende mensen staan op of lopen naar de deuren toe om beter zicht te hebben. Theo werpt een gealarmeerde blik op Draco, die met wijde ogen naar de deuren staart. 

Dan klinkt de eerste gil. 

Theo hoort Voldemort's stem voordat hij iets kan doen en automatisch slaat hij zijn handen over zijn oren in een poging het onaangename geluid te blokkeren, en met hem velen anderen.

'Harry Potter is dood! Hij is gedood toen hij probeerde te vluchten, zichzelf in veiligheid probeerde te brengen terwijl jullie je leven voor hem opofferden. We brengen jullie zijn lijk als bewijs dat jullie held dood is!'

'Dat is een leugen van een ander niveau,' mompelt hij knarsetandend. Potter zou nooit vluchten. 

Voldemort was echter nog niet uitgesproken. Hij klinkt triomfantelijk als hij spreekt over hoe zijn zijde de strijd gewonnen heeft en dat de aanwezigen in Zweinstein naar buiten moeten komen om zich bij zijn zijde te voegen, of te sterven in verzet. 

In een automatische reactie beweegt Theo zich, samen met Draco, Sirius en ook Narcissa, richting de deuren en volgen ze de menigte naar buiten toe, de binnenplaats op. Iedereen wil weten of het echt waar is. Langzaam verspreidt een gevoel van pure terreur zich door zijn lichaam heen als het gegil en de schreeuwen toenemen in mate, beseffende dat er iets goed fout is. 

NO TIME TO DIE - Katelynn MergelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu