H31 Vreemde veranderingen

181 10 0
                                    

Wanneer we de tunnel uit lopen, lopen we recht de felle zomerzon in. Maar dat is niet het felle licht waar mijn ogen pijn van doen. Overal om me heen zien ik gekleurde energievelden. De energievelden komen nu van sommige bomen en struiken af en lenen me hun energie. Zal dit z'n verandering zijn waar de heks het over had? Ash: "Waar moeten we nu heen?" Ik pak het boek erbij. Als ik de kaar bestudeerd heb, stop ik het boek weer in mijn tas. Ik: "We moeten voorlopig naar het westen. Jullie horen het wel als we van richting moeten veranderen." Ash: "Waar gaan we eigenlijk heen?" Ik: "Dat is informatie die jullie voorlopig nog niet hoeven te weten." Ash: "En wanneer dan wel?" Ik: "Dat weet ik nog niet." Puck kijkt naar Dalia en zegt: "En wat is jouw mening daarin?" Dalia: "Dat we jullie niet zomaar kunnen vertrouwen." Ik: "Zien jullie, ik ben niet de enige die er zo over denkt." Dalia: "Maar we hebben wel jullie hulp nodig om daar te komen, aangezien onze vrienden ons niet mogen helpen." Puck werpt me eerst een zie-je-dat-ik-gelijk-heb-blik en vraagt dan een Dalia: "Van wie mogen ze niet helpen?" Dalia: "Van ons. Uiteindelijk mogen ze ons wel helpen, maar eerst moeten wij tweeën iets regelen. Meer zeggen we er niet over." We lopen weer in stilte verder. Na een tijdje zegt Puck: "Ben je nu langer geworden? Of is je broek gekrompen van het lopen?" Ik kijk naar mijn enkels die nu bloot zijn. Ik ben weer een paar centimeter gegroeit. Ik haal mijn schouders op. Na een paar uur rusten we even uit en eten we wat. Ash: "Misschien moeten we zo eerst wat eten zoeken." Ik kijk naar al het eten wat ik over heb en zie dat hij gelijk heeft. Helaas kunnen Dalia en ik nog niet alles eten, dus we zullen naar een dorp moeten voor eten. Ash: "In een dorp is het te gevaarlijk voor jullie. Als iemand jullie ziet zullen ze jullie uitleveren aan de Winterkoning voor een beloning." Ik: "Dan zullen jullie het moeten halen." Ash: "Zodat jullie verder kunnen reizen zonder ons? Dacht het niet." Ik: "Hoe dom denk je dat wij zijn? We hebben bijna geen eten meer. En jullie vinden ons in een paar uurtjes. Wij gaan naar het riviertje een paar meter verderop om onze veldflessen te vullen terwijl jullie brood, jam en dat soort dingen halen. Als de veldflessen vol zijn gaan wij lekker zitten en wachten tot jullie terug zijn." Puck: "We vertrouwen erop dat jullie bij de rivier zullen wachten. We zijn zo weer terug." Ash wilt protesteren, maar bedenkt zich. Waarschijnlijk weet hij dat we ons plan nooit zullen vertellen als hij niet gewoon naar het dorp gaat voor eten. Terwijl wij naar het riviertje lopen gaan de prinsen naar het dorp dat hier vlakbij ligt. Terwijl Dalia een bericht naar mijn ouders stuurt ga bij het water zitten. Als ik naar mijn spiegelbeeld kijk zie ik dingen die ik niet hoor te zien. Ik zie puntoren en mijn ogen zijn nu een aan de binnekant paars en aan de buitenkant blauw. Als Dalia klaar is leg ik uit wat ik zie. Dalia: "Dat is raar. Voor ons heb je oceaanblauwe ogen. De puntoren hoor je zelf niet te kunnen zien." Ik: "De puntoren heb ik ook al gezien toen ik in het Winterkasteel was vlak voor we naar Zomer gingen." Dalia: "Zal dit bij de veranderingen horen waar de heks het over had?" We beginnen de veldflessen te vullen terwijl ik haar vertel over de gekleurde energievelden die me energie lenen. We denken allebei dat het bij die veranderingen hoort. Net als mijn enorme groeispurten. Als de veldflessen gevuld zijn en opgeborgen, friemel ik een beetje aan de armband die ik van mijn moeder heb gekregen vlak voor mijn vertrek naar Whitemoon. Als mijn moeder hier nu was zou ze me knuffelen en zeggen: "Het komt wel goed. Je moet het gewoon zien als de eerste keer dat je veranderde, maar dan langzamer en zonder die hevige pijn." Ookal kan zij niet weten hoe dit verder zal gaan, haar poging zou me toch gerust stellen. Ze zou me met die worden het gevoel geven dat ik er niet alleen voor sta, terwijl dat wel zo is. Ik moet me er gewoon doorheen slepen. Ik zit zo diep in gedachten dat ik pas merk dat er iemand is als Dalia gilt. Ik spring op met mijn zwaarden in de aanslag. Dalia staat naast me en wijst naar de groep gnomen die nu uit de bosjes tevoorschijn zijn gekomen. Het zijn er verschikkelijk veel. De enige manier waarop ik een kans zou maken is door in een wolf te veranderen, maar als er dan ook maar één weet te ontsnappen zijn we erbij. Ik zeg via de link: Kan je ervoor zorgen dat ze hier niet weg kunnen? En dat niemand ziet dat ik verander in een wolf? Dalia: Ik zal het proberen. Met een spreuk zorgt ze ervoor dat er een krachtveld om ons heen valt waardoor de gnomen niet weg kunnen en iemand van buitenaf me niet als wolf kunnen zien. Raar genoeg kan ik het krachtveld zien, het is geen scherp beeld, maar ik kan het wel zien. Ik: "Kunnen ze me nu niet zien?" Dalia: "Ja." Ik gooi mijn wapengordel op de grond en verander in een wolf. Mijn smetteloze witte wolf is ook een stuk groter geworden. Ik voel me nu nog krachtiger, sneller. Ik ben nu zo snel bij de eerste gnomen en bijt hun koppen eraf voor dat ze niet eens konden reageren. Ik ben nu zelfs veel sneller dat Keith en Matty. Terwijl ik met mijn klauwen de koppen van nog een paar gnomen af sla denk ik al aan hun gezichten als ik ze met gemak versla tijdens een wedstrijdje rennen. Als een gnoom op mijn rug springt, knal ik met mijn rug tegen een boom om hem eraf te krijgen en probeer me te concentreren op het gevecht. Dalia heeft nu een krachtveld om haar heen getoverd, om de gnomen om haar heen op afstand te houden. Ik vermoord de gnomen die me omsingelen en spring dan op de gnomen bij haar af. Als alle gnomen eindelijk dood zijn, verander ik terug en haalt Dalia de krachtvelden weg. Dan gebruikt ze weer een spreuk zodat ik op een elf lijk. Als ik nu in het water kijk zie ik dat mijn ogen helemaal paars zijn. Ik vertel het Dalia via de link, want Ash en Puck komen aanlopen. Ash: "Wat is hier gebeurd?" Ik: "Gnomen." Puck: "Hebben jullie hulp gehad? Of hebben ze elkaar afgeslacht." Ik: "We zijn sterker dan jullie denken." Ash: "Jullie vrienden waren zeker in de buurt. Z'n gevecht kunnen jullie nooit met zijn tweeën hebben gewonnen." Ik: "Dalia is goed met magie." Dan haal ik mijn schouder op. Dalia en ik weten allebei dat we beter niet de waarheid kunnen vertellen. Gelukkig laten de prinsen het hierbij. Puck: "We hebben eten bij ons." Ze geven ons een zak vol eten. We bergen het op in onze tassen, terwijl de prinsen hun veldflessen in hun tassen stoppen. Dan gaan we verder naar het westen. Tot we vlakbij een hoge berg zijn en besluiten ons kamp op te slaan.

RoxanneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu