Gelukkig komen we geen andere legers tegen. Morgen laat in de ochtend zullen ze pas ontdekken dat het spoor nep was. Nu het bijna donker is slaan we ons kamp op. Ik: "Is er een spreuk dat ons de hele nacht beschermd?" Dalia: "Die is er wel, maar daar hebben we een hoop kracht voor nodig." Ik: "Zou het lukken als we het met zijn vieren doen?" Dalia: "Ja." Ik: "Kan je Lucia en Bonny halen, dan voeren we de spreuk meteen uit." Dalia knikt en loopt weg. Als we de spreuk hebben gedaan zijn we alle vier moe. We vallen gelijk in slaap. Ik wordt vroeg wakker. Normaal zou ik na z'n spreuk laat wakker worden, maar de omgeving hebben me hun kracht gegeven. Ik ga op een rots zitten en kijk naar de maan. Ik begin te denken aan wat er later gaat gebeuren. Nu begint het feit dat we gisteren niemand meer zijn tegen gekomen beangstigend te worden. Ash: "Waar denk je aan?" Ik schrik. Ik was zo in gedachten dat ik hem niet aan heb horen komen. Hij komt naast me zitten. Ik: "Het is raar. De Winterkoning weet wat ik ben en wat ik kom doen. De andere seizoenen zullen het nu ook wel weten, dus waarom zijn we geen andere leger tegengekomen?" Ash: "Ik wilde hier gisteravond al met je over praten, maar toen viel je in slaap door die spreuk." Hij geeft me een appel. Ik neem een hap. Ash: "Wat denk je dat ze van plan zijn?" Ik: "Geen idee, maar we moeten waakzaam blijven. We zijn nog geen uur verwijderd van het kasteel, in elke schaduw kan een valstrik liggen." Ash: "Wat is het plan?" Ik: "Eerst wilde ik iedereen om zonsondergang wakker maken, maar we kunnen beter allemaal uitgerust zijn als we weer vertrekken." Ash: "Oké. En dan?" Ik: "Dan gaan we naar het kasteel. Ik heb z'n vermoeden dat daar de problemen pas beginnen." Ash: "Ze kunnen niet in het kasteel komen." Ik: "Maar ze kunnen het wel omsingelen. Het wordt moeilijk om het kasteel in te komen, maar niemand mag gewond raken." Ash: "Dan kunnen we beter een kijkje nemen en met een plan komen." Ik: "Goed idee, maar ik ga alleen." Ash: "Dat laat ik niet gebeuren." Ik: "Als ik het je beveel, heb je geen keus." Ash: "Dan verzin ik iets anders waardoor je niet alleen gaat, of ik zorg dat je blijft." Ik: "Best. Maar niemand anders." Ik schrijf een briefje en leg die op mijn slaapzak met een steentje erop, zodat die niet wegwaait. Dan gaan we naar het kasteel. Als we er bijna zijn zeg ik: "We moeten vanuit de bomen kijken, dan zien ze ons niet." Terwijl Ash naar boven klimt, probeer ik mijn vleugels uit en vlieg naar boven. Als we boven zijn zeg ik: "Dit zijn er meer dan ik had verwacht." We gaan weer terug naar het kamp. De zon is al op. En iedereen is al wakker. Connor: "Gelukkig, we wilde jullie net gaan zoeken." Ik: "We hebben een probleem." Ik leg ze uit wat er aan de hand is. Dan vertel ik ze het plan. Als ik klaar ben eten en drinken we wat. Dan ruimen we het kamp op. De tassen leggen we op een stapel en verstoppen ze met een spreuk. De enige tas die mee gaat, is die van Connor. In zijn tas zit alles wat we nodig hebben. Lucia houdt mijn staf vast. We splitsen ons op in twee groepen. Mijn groep zal de hoofdingang gebruiken en de andere groep de geheime achteringang waar verder echt niemand iets van weet.
Mijn groep, die bestaat uit Dalia, Ash, Puck en ik, loopt het veld op. De Winterkoning: "Ik had iets met meer pit verwacht." Ik: "Waarom zouden we vechten? We zijn zwaar in de minderheid." De Zomerkoningin: "Dat zijn jullie inderdaad." De Winterkoning: "Geven jullie je nu al over?" Ash: "Dat heeft ze niet gezegd." De Winterkoning kijkt geïntresseerd. Ik: "Waarom zouden we ons overgeven om vermoord te worden? We sterven liever vechtend, dan zullen jullie ons misschien nooit meer vergeten." De Winterkoning: "Alsof ik die twee verraders ooit zal vergeten. Laat staan het meisje dat mijn zonen tegen mij heeft gekeerd." Ik: "Je kan me nu terug pakken door al je mannen op mijn af te sturen." De Winterkoning: "Je wilt echt graag dood, of niet?" Ik: "Laten we zeggen dat ik liever in een legendarisch gevecht sterf, dan dat ik ga vluchten." De Winterkoning: "Ik weet niet of dit heel dapper van je is of heel dom." Ik: "Daar komen we misschien wel nooit achter." De Zomerkoningin: "Zijn jullie klaar met praten? Ik heb nog andere dingen te doen." Ik: "Wij wachten op jullie bevel." Ash, Puck, Dalia en ik maken allemaal een buiging. De koningen en koninginen roepen tegelijk: "Val aan!" Eerst komen er een stuk of dertig kobolds op ons af. Ik verander in mijn wolvenvorm. Ash en Puck trekken hun zwaarden. En Dalia schiet al pijlen naar een paar kobolds. Ik: "Daar gaan we." Ash, Puck en ik vallen de kobolds aan. Met mijn klauwen sla ik hun hoofden eraf of ik scheur ze aan stukken met mijn tanden. Als we zonder kleerscheuren door de eerste aanval zijn verander ik in een weerwolf. Nu geven ze het volgende bevel. Een stuk of vijftig gnomen vallen aan. Met mijn klauwen sla ik hun hoofden eraf of rug ik hun harten eruit. Ook door deze aanval komen we met gemak. Ik denk aan Keith en Matty, dan verander ik voor het eerst in een vampier. Nu vallen een stuk honderd wezens aan, kobolds en gnomen. Door mijn snelheid en kracht weet ik ze te vermoorden. Als we dit leger hebben vermoord zegt de Zomerkoningin: "Genoeg gespeeld. Val aan! Allemaal!" Alle wezens, die om het kasteel heen stonden, komen nu op ons af. Precies volgens plan. Ik verander in mijn elfenvorm en trek mijn zwaarden. We vermoorden iedereen die in de buurt komt. Dan wordt Dalia geraakt en verdwijnt. Ik herhaal in gedachten: 'Denk aan het plan.' Ik probeer zo veel mogelijk elfen te vermoorden. Dan wordt Puck vermoord en veranderd in een hoopje sneeuw. Ik herhaal weer in gedachten: 'Denk aan het plan.' Ik verander in een Maanwolf. Zodra ik via de link hoor: We zijn binnen. Ik vlieg snel naar het kasteel. Ik wordt beschoeten met pijlen, maar ik ben net op tijd in de beschermende koepel van het kasteel. De pijlen verdwijnen zodra ze de koepel raken. De winterkoning: "Ik had niet verwacht dat jij iemand zou achterlaten." Ik: "Dat doe ik ook niet." Ash steekt zichzelf neer met een dolk van mij. De dolk waar 'Elena' in gegraveerd staat. Ik snij mezelf in mijn pols met de dolk waar 'Stefan' in gegraveerd staat en laat het bloed op het gras naast me vallen. Dan zeg ik: "Was je maar bij mij." De Ash wie in het midden van het leger staat veranderd in mist. De mist komt naar me toe en verandert naast me in Ash. Ik: "Spreuken met liefdesvoorwerpen werken altijd." Ash geeft me de dolk. Ik berg ze allebei op in mijn wapengordel. Ash: "Ik zal je twijfels even ophelderen. Roxanne is dapper en slim. En e is jullie zeker te slim af geweest." De Winterkoning: "Ik had niet verwacht dat je die andere twee zou laten sterven. Of had je ze op een andere manier kunnen redden?" Ik: "Hoe kan je iemand redden als die niet te redden valt." De Zomerkoningin: "Meesje, je moet echt duidelijker praten." Ik: "Puck en Dalia zijn daar nooit geweest. Het waren replica's. Ze leken echt en hun daden waren echt. Maar de echte Puck en Dalia wachten met de rest van de roedel in de troonkamer op ons en het is onbeleefd om ze nog langer te laten wachten. Bedankt voor het spelen, het was erg leuk." Ash: "Jullie kunnen beter weg zijn, als we weer naar buiten komen, want Roxanne zal dan nog wel boos zijn." Ik draai me om en loop met Ash aan mijn zijden het kasteel in. De deuren sluiten achter ons. Ik zucht en zeg: "Dat zou ik niet veel langer hebben vol gehouden. Toen jullie 'dood gingen' deed dat veel pijn. Vooral dat van jou was niet om aan te zien. Wat als jij..." Ik hou snel mijn mond. Ash: "Als ik wat?" Te laat, waarom moet ik dit als eerste zeggen. Ik: "Wat als jij niet hetzelfde voor mij voelde? Dan was ik je voorgoed kwijt. Stefan en Elena waren elkaars zielsverwant. Ze waren mates. Als wij niet voor elkaar voorbestemd zijn, dan zou jij daar zijn gestorven." Ash: "Je wist het dus?" Ik: "Nee, ik kreeg het te zien toen je in mist was veranderd. Maar wacht, wist jij het?" Ash: "Ja." Ik: "Was je bereid te sterven als het niet zo was?" Ash: "Ja. Ik wil niemand anders dan jou, dat heb ik nooit gewild. Al sinds de dag dat de heks me jouw gezicht liet zien, was ik al smoorverliefd op je." Ik: "Ben je serieus z'n jongen die op uiterlijk valt?!" Ash: "Nee. Het waren je ogen. Ik kon recht in je ziel kijken." Ik: "Dan zal je het wel jammer vinden dat ze nu anders zijn." Ash: "De kleur verandert misschien, maar je ziel blijft hetzelfde." Ik: "Maar..." Ik kom niet verder, want Ash zoent me en ik zoen hem terug.
JE LEEST
Roxanne
WerewolfRoxanne, oftewel Roxy, is bijna 16 jaar en dol op fotografie en filmen. Samen met haar ouders en haar broers verhuizen ze veel. Zo ook een week voor haar verjaardag. Haar ouders en broer zijn wolven. Roxy wist dat er een kans was dat ze geen gewone...