H3 De waarheid

359 22 0
                                    

De volgende dag moet Connor rijden en moet ik voor eten en drinken voor hem zorgen. Mijn ouders slapen. Morgenochtend zijn we bij ons nieuwe leven. Connor en ik luisteren naar de muziek van een paar CD's die zacht uit de boxen komen. Connor: "Ik wist niet dat je zulke dromen had." Ik haal mijn schouders op en zeg: "En ik wist niet dat ik droomde over het verleden van een voorouder." Connor: "Het is wel raar, vind je ook niet?" Ik: "Alsof er iets aan ons leven normaal is. Jullie zijn vormverwisselaars en ik word er over een paar dagen misschien één." Connor: "Daar heb je gelijk in." Ik: "Hoe was de verandering eigenlijk?" Connor: "Het was net alsof ik de koorts had, maar dan veel erger. En ik werd boos om bijna alles. Ik voelde me raar. En uiteindelijk veranderde ik in een wolf. Gelukkig was ik in de achtertuin en niet op school." Ik: "Daarom hebben pap en mam je ook ziek gemeld." Connor: "Eigenlijk wel ironies, aangezien ik nooit meer ziek word." We glimlachen allebei. Sinds Connor een wolf is, zie ik hem weinig. Ook praten we veel minder dan vroeger. Dit zijn de enige momenten waarop ik dat vertrouwde geloof weer heb. Ik mis deze momenten, het zijn er veelste weinig. Als ik een wolf ben zullen we weer meer tijd met elkaar doorbrengen. En als ik nooit een wolf zal worden, dan ga ik Connor voorgoed kwijtraken. Dat is wel het laatste dat ik wil. We blijven de rest van de dag praten en soms lees ik hem wat gedichten voor uit één van mijn boeken. Als mijn ouders wakker zijn, gaan wij weer slapen. Ook dit ik wordt ik midden in de nacht wakker gemaakt door mijn moeder. Ik: "Wat is er?" Ik zie dat ze Connor verder laat slapen. Ik: "Waarom maak je Connor dit keer niet wakker?" Mijn moeder: "Ik moet je wat vertellen." Ik ga tegenover haar aan de tafel zitten. Ik: "Wat is er?" Mijn moeder: "Het gaat over een deel van je familie." Ik: "Hoe bedoel je?" Mijn moeder: "Conrad is niet je biologische vader." Ik: "Wat?! Wie dan wel? Waarom vertel je me dit nu?" Mijn moeder: "Omdat we naar de plek gaan waar ik je biologische vader heb ontmoet. Hij is een weerwolf en een alfa." Ik: "Waarom heb je me dit nooit eerder verteld." Mijn moeder: "Omdat je er nog niet klaar voor was." Ik: "En waarom ben ik er nu wel klaar voor?" Mijn moeder: "Dat ben je niet, maar je moet het weten. De kans dat jij een speciale wolf wordt is groot. Daar moet je op voorbereid zijn." Ik: "Wie is je echte mate?" Mijn moeder: "Jouw biologische vader." Ik: "Hoe zit het met Conrad? Waarom ben je niet bij je mate?" Mijn moeder: "Ik werd steeds ouder en ik moest een mate vinden om alfa te worden. Toen ik mijn mate niet kon vinden, werd ik verliefd op Conrad. We besloten om het samen te proberen. Na een tijdje werd ik zwanger van Connor. Toen hij ongeveer een jaar was ontmoette ik mijn mate. Derek Shadow. We hebben het één keer gedaan, ik raakte gelijk zwanger van jou. Derek en ik hadden allebei al kinderen. En we hebben allebei een andere afkomst, dus besloten we om uit elkaar te gaan. Ik heb Conrad de waarheid verteld. Hij wilde voor jou zorgen alsof je zijn eigen kind was." Ik: "En dat ben ik ook. Het maakt niet uit dat Derek mijn biologische vader is, Conrad is mijn echte vader." Mijn moeder: "Ik wilde dat je dit wist. Wat je met de informatie doet, moet je zelf weten. Het is jouw keuze." Ik: "Dankje, dat je eerlijk bent." Mijn moeder: "Als je vragen hebt, dan kan je die altijd aan me stellen." Ik: "Dat zal ik doen." Mijn moeder: "Slaap lekker." Ik kruip mijn bed weer in. Met de gedachte aan dit gesprek van ik in slaap. De volgende ochtend maak ik me klaar in de badkamer van de camper. Het is best wel spannend, want dit is de eerste keer dat we in het dorp van een roedel gaan wonen. En het is ook de eerste keer dat we naast twee andere roedels gaan wonen, laat staan een weerwolfroedel. Voor zo ver ik weet heb ik nog nooit een weerwolf in het echt gezien. Als ik klaar ben zie ik dat de camper op een parkeerplaats staan en iedereen aan de tafel zit. Mijn moeder: "Kom er bij zitten." Ik ga naast Connor zitten. Mijn vader: "Nu we allemaal zitten, moet ik jullie iets vertellen." Ik: "Wat dan, pap?" Hij glimlacht even en krijgt dan weer een serieuze blik. Mijn vader: "Er zijn nog twee woongedeeltes bijgekomen in de buurt van de drie roedels, maar er wonen geen roedels." Ik: "Leuk. Er wonen dus mensen." Connor: "Duh." Mijn vader: "In de ene woongedeelte wonen inderdaad mensen, zijn denken dat het allemaal legendes zijn. Maar in de andere woongedeelte wonen vampiers, die alleen dierenbloed drinken. Dus ook ons bloed niet." Ik: "Zulke vampiers bestaan niet." Mijn vader: "Ze bestaan wel en ik wil dat jullie uit hun buurt blijven. Op school zullen jullie ze tegen kunnen komen, maar praat alleen met ze als het moet." Connor en ik knikken allebei. Connor zit in zijn examenjaar en ik in mijn voorexamenjaar. Mijn vader: "Nu dat duidelijk is, kunnen we verder. We zijn er over een half uur." Mijn vader gaat weer achter het stuur zitten en rijdt verder. Ik denk even na over wat mijn vader zei. Vampier op school, dat beloofd niet veel goeds. Het wordt geen saai jaar, dat weet ik zeker. Mijn moeder: "Jullie school begint trouwens over anderhalf uur." Ik: "Wat?!" Mijn moeder: "Het wordt vast leuk. Ik heb jullie tassen al klaar gezet." Connor: "Had je ons niet even kunnen laten weten dat we gelijk beginnen met school?" Ze negeert zijn vraag en zegt: "Jullie moeten straks de kamer van de rector opzoeken om jullie schoolpas, boeken, lesrooster en kluisnummer op te halen. Bel ons als jullie uit zijn, dan halen we jullie op." 

RoxanneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu