H35 Weer opweg

249 12 0
                                    

Nadat ik de vragen van bijna iedereen heb beantwoordt over het feit dat ik geen mate meer kan hebben, ben ik de hele tijd al bezig met de reis van morgen voor te bereiden. Het is nu avond en Ian heeft ervoor gezorgd dat de hele roedel er nu is. Ik: "Jullie weten dat we morgen vroeg naar Whitemoon gaan. Daarom wil ik jullie nu nog de kans geven om uit de roedel te stappen. Als jullie de ring om hebben op het moment dat ik daar op de troon ga zitten, zullen jullie niet meer in staat zijn om naar een andere roedel te gaan. Dus denk erover na en laat me je beslissing weten. Als je besluit om uit de roedel te stappen, dan moet je me de ring vanavond geven." Ian komt naast me staan. De hele roedel weet trouwens dat we geen mates meer zijn. Ian: "Aangezien Roxy mijn mate niet meer is, heb ik besloten terug te gaan naar mijn oude roedel om alfa te worden." Hij geeft me de ring en een knuffel. Ik: "Dit besluit had ik al verwacht." Iedereen begint nu te praten. Sam komt naar Ian en mij toe gelopen en zegt: "Ik vind je echt aardig en je zal een geweldige alfa worden, maar ik heb Ian altijd gezien als mijn toekomstige alfa. Ik heb besloten om bij hem te blijven." Hij geeft me de ring. Sam: "Sorry." Ik: "Het maakt niet uit. We blijven vrienden. En je kan me toch opzoeken in Whitemoon?" Sam: "Kan dat?" Ik: "Natuurlijik. Ik bepaal wie er door de poorten kunnen en wie niet." We geven elkaar een knuffel. Demi komt aangelopen en zegt: "Ik blijf ook bij Ian. Maar je houd de poorten toch ook voor mij open?" Ik: "Natuurlijk." Ze geeft me de ring en een knuffel. Ook Mick, Kathy, Beau en Bibi me hun ring terug. De rest blijft wel in mijn roedel. Ik berg de teruggegeven ringen weer op in de kist. Beneden bespreek ik het plan met mijn roedel. Als iedereen behalve de prinsen en Ian weg zijn, breng ik de prinsen naar hun kamers. In de slaapkamer van Ian en mij staat me nog een lang gesprek te wachten. We hebben een uur ofzo gepraat. Ik mag mijn spullen hier laten tot ik terug ben uit Whitemoon. We hebben besloten om vrienden te blijven, wat wel handig is aangezien Ian een alfa wordt en ik een koningin. Toch slaap ik vanacht in een logeerkamer, het is gewoon raar om nu nog naast hem te gaan liggen. De volgende ochtend maak ik eerst het ontbijt klaar. Dat betekent dat ik in een, door de groeispurten, te kort jurkje door de keuken en eetkamer loop. Als ik met de laatste twee schalen de eetkamer in loop zitten alledrie de jongens al aan de tafel. Ik probeer hun blikken te negeren terwijl ik naar de tafel loop om de schalen neer te zetten en te gaan zitten. Het enige antwoord dat ik geef is: "Dit was de enige nachtjurk die ik nog ongeveer paste. Die groeispurt begint irritant te worden." Ian: "Dan ga je toch weer met mijn moeder winkelen?" Ik: "Misschien." Na het ontbijt ga ik naar mijn badkamer om te douche en me klaar te maken. Als we klaar zijn brengt Ian ons naar de centrale poort. Wij zijn er als eerste. Ian gaat gelijk weer weg. Mijn ouders komen al snel met Connor. Gevold door Derek, Scott en Stiles. Dan komen Dalia en Bonny, ze worden gebracht door Dalia's moeder. Langzaam komen ook de anderen aan. We zeggen iedereen gedag en lopen dan de grot in. Ik haal de spullen van de anderen uit de verstopplek. Ik geef Connor zijn zwaard weer en vervang die door het zwaard van Ian. Ik besluit ook om de drie dolken van Demi te pakken. Ik leg de wapens van iedereen die uit de roedell is gegaan in het midden van de grot. Sommige pakken een paar wapens van de stappel. Connor pakt bijvoorbeeld het zwaard van Sam, Keith die van Mick en Matty die van Beau. Aan het einde zijn alleen een paar bogen over en pijlkokers. Ik pak als laatste mijn rugzak en stop daar het kistje met kronen in en de spullen die ik van thuis heb meegenomen. Als alles erin zit sta ik op en zeg: "Gisteravond heb ik voor jullie allemaal een armband gemaakt. Als jullie alfa ken ik al jullie zwakke plekken en heb die kennis gebruikt om voor iedereen de juiste stenen en kristallen te kiezen. Deze armbanden geven jullie kracht waar het nodig is, het zal je helpen en beschermen." (De armbanden lijken op de afbeelding hiernaast, maar dan met verschillende kleuren stenen en kristallen. De middelste is ovaal.) Ik: "Neem Lola, Madelene en Maison bijvoorbeeld. Zij kunnen niet uit zichzelf snel genezen, dus is de ovale steen voor een snellere genezing." Ik open het kistje met de armbanden en geef hun als eerste. Dan geef ik de vampieren, Keith en Matty, hun armbanden. Gevold door de heksen, Dalia, Bonny en Lucia. Ik weet precies welke armband voor wie is. De volgende groep is die van de weerwolven, Scott, Stiles en Jake. Dan komen de vormverwisselaars, Connor, Austin, Damon, Arianna, Sharon en Isabel. Als ik Puck zijn armband wil geven zegt hij: "Een vriendschapsarmband? Voor mij? Je bent echt ontdooit." Ik geef hem de armband en zeg: "Ik wil gewoon mijn roedel beschermen." Dan geef ik Ash zijn armband en doe die van mij om. Ik: "Is iedereen klaar?" Iedereen zegt 'ja' of knikt. Ik pak de staf uit de verstopplek en concentreer me op de poort. Als ik mijn ogen weer open zeg ik: "Alleen wij kunnen door de poort." Puck: "Waar wachten we dan nog op?" Hij wilt langs me lopen en door de poort gaan, maar ik hou mijn staf ervoor. Ik: "Niet zo snel. Met deze staf kan ik ervoor zorgen dat we in de Wildernis uitkomen, maar dan moeten we wel met elkaar verbonden zijn." Puck: "Bedoel je klef handjes vasthouden?" Ik knik en zeg dan: "Of wil je liever door heel Whitemoon reizen en elke dag vechten?" Puck: "Klinkt wel uitdagend." Ash: "Als ze ons ontdekken zal half Whitemoon achter ons aan zitten. We zullen zwaar in de minderheid zijn, dus werk gewoon even mee." Ash loopt naar ons toe en pakt met zijn rechterhand mijn linkerhand en met zijn linkerhand Puck's rechterhand. Puck pakt na een zucht Dalia's hand en zo gaat het verder. Als iedereen verbonden is concentreer ik me. Het kristal van mijn staf geeft licht. Dan lopen we in een slinger door de poort. Pas als iedereen door de poort is, verbreken we de band. Puck: "En nu?" Ik: "Kijken waar we zijn en welke kant we op moeten." Ik pak het boek uit mijn tas. Als ik de kaart bestudeerd heb, stop ik het boek weer in mijn tas en zeg: "We kunnen er morgen al zijn." We gaan naar het oosten.

RoxanneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu