de inbraak.

176 6 0
                                    

Eric zegt blijf jij maar in de auto zitten. Ik zeg ok maar wees voorzichtig. Eric gaat naar binnen en  het is even stil dan hoor ik geschreeuw. Ik zeg Eric. Ik stap uit de auto maar dan valt er iemand me van achteren aan gelukkig kan ik vechten en trap ik hem neer en pak een handboei die Eric me had gegeven en ik boei de man. En zet hem in de auto. Dat neem ik een stok  en ga naar binnen. Ik zie Eric en een man. Die man heeft Eric in een wurggreep vast. Ik ga er op af en sla de man met een stok op zijn hoofd. Hij valt neer. En Eric kan weer vrij ademen. Hij zegt bedankt schat. Hij boeit de man en stopt hem in de auto Eric schrikt als hij de andere man ziet. Hij zet de man er in. En kijkt naar me ik lach en zeg ik heb vroeger gevechtstraining gedaan. Eric zegt ik rij ze even naar het kantoor. Ik zeg ik ga kijken hoeveel schade er is goed. Hij zegt doe u geen pijn hè schat. Ik zeg altijd. Eric brengt ze weg. En ik ga naar binnen. Ik zeg wat is hier gebeurd. Alles is kapot. Ze zochten precies iets. Maar wat. Als ik naar de keuken ga zie ik een papier op de tafel liggen er staat op ik krijg haar wel. Ik zeg met wie zouden ze haar bedoelen. Ooh nee ik toch niet. Mij krijgen ze zo rap niet. Dan komt Eric binnen en zegt en veel kapot. Ik zeg ja zoals je ziet. Ik stop het papiertje in mijn broekzak. Ik help Eric met opruimen na een paar uur is het klaar en gaan we in de zetel zitten. Ik zeg kende je die mensen misschien. Eric zegt niet echt. Ik zeg waar zijn ze nu. Hij zegt op kantoor koen en tineke ondervragen hen als ze iets weten bellen ze. Ik zeg schat er lag een papier op tafel. Hij zegt wat stond er op. Ik zeg hier lees het maar. Eric leest het. Ik zeg wat is dat en met wie bedoelen ze haar. Hij zegt jou ze bedoelen jou. Ik zeg wat hoezo waarom. Hij zegt ze zijn boos het zijn oude vrienden ik heb ze vroeger verraden en nu willen ze wraak. Ik zeg en hoe weten die dat wij samen zijn. Hij zegt die weten alles. Ik ga dicht tegen Eric liggen. En hij zegt ik zorg dat je niks gebeurd. Ik zeg hier heeft mij mama mij altijd voor voorbereid. Hij zegt dit is geen spelletje schat dit zijn echte tereurs. Ik zeg rustig schat ik zorg dat jou niks overkomt en jij mij goed. Hij zegt ok. Ik zeg weten die waar ik woon. Hij zegt als je nu gaat wel. Ik zeg nee mij mogen ze iets doen maar mijn familie niet. Ik blijf hier tot het gedaan is. Vind je dat erg. Hij zegt waarom zou ik dat erg vinden. Hij geeft me een dikke kus. Ik bel papa en vertel het verhaal. En dan bel ik mama. Ze zeggen allebij wees voorzichtig. Ik wil net in slaap vallen als Eric zegt gaan we niet naar boven daar kun je beter slapen en is het veiliger. Ik zeg ja je hebt gelijk en Eric tilt me op en brengt me naar boven als we in bed liggen zegt hij ik hou van je wat er ook gaat gebeuren. Ik zeg en ik ook van jou. Maar schat ik moet morgen naar school Hoe moet dat dan. Eric zegt ik zorg ervoor dat je ze bodyguard krijgt desnoods doe ik het. Ik zeg bedankt je bent echt perfect. Hij zegt en jij ook. En geeft me weer een kus ik val in slaap in Eric zijn armen. De volgende dag. Ik Eric al  wakker ik wor wakker en kleed me om en maak mijn tas. Als ik beneden kom staat Eric er met een lekker vers ontbijt. Hij zegt Goedemorgen prinses heb je goed geslapen. Ik zeg als een roos ja ik lag ook langs mijn prins hè. Hij zegt ik heb gebeld met de chef en uitgelegd wat er aan de hand is en hij zegt dat ik je bodyguard mag zijn. Ik zeg dat is fantastisch en in geef hem een kus. Ik eet mijn ontbijt. En we gaan de auto is. Hij rijd me naar school hij zegt zorg ervoor dat je altijd bij een vriendin bent en dat ze je niet uit het oog verliezen neem 1 iemand in vertrouwen en zet haar alles maar zorg ervoor dat ze het niet Door verteld ik zit heel de tijd in deze auto voor je school. Ik geef hem een kus en hij zegt weesvoorzichtig. Ik zeg ja jij ook hè. Hij zegt ik heb een pistool bij me. Als ik wil uitstappen pakt hij mijn arm en zegt hier voor als je in nood bent. Ik zeg peperspray bedankt. En ik stap uit en ga naar mijn vrienden Eric heeft me goed vroeg afgezet en Maria is er alleen nog maar. Ik zeg he. Zij zegt hè Hoe ist. Ik zeg gaat wel. Ze zegt hoezo vertel. Ik zeg jij bent de enige aan wie ik dit vertel en kun je dit ook aan niemand zeggen ik kijk naar achter en Eric knikt naar me ik knik terug. Ze zegt natuurlijk wat is er. Ik zeg wel ik heb een vriendje. Ze zegt dat is toch geen probleem. Ik zeg nee dat niet maar mijn vriend had vroeger vrienden en Eric mijn vriend heeft ze eens verraden en nu willen ze wraak het zij terroristen. Ze schrikt en zegt terroristen amai. Ik zeg ja maar die hebben gisteren ingebroken bij Eric zijn thuis en 1 daarvan wou mij meenemen maar ik heb hem geslagen en in de boeien gedaan. Maria zegt hou hou hou in de boeien geslagen waar haalde je die boeien vandaan. Ik zeg Ooh ja juist Eric is rechercheur bij de politie en die heeft dat mij gegeven. Ze zegt wouw bij de politie. Ik zeg ja en toen we binnen gingen lag daar een papier op de tafel en er stond op ik krijg haar wel. Ze zijn op zoek naar mij. Ze zegt echt dat mag niet hè. Ik zeg nee kun je voorzichtig achter je kijken. Ze kijkt naar achter. En ik zeg zie je een zwarte auto. Ze zegt ja. Ik zeg zie je daar iemand in. Ze zegt ja waarom. Ik zeg dat is Eric die blijft daar staan om mij in de gaten te houden. Ze zegt wat lief van hem dee mijn vriendje dat maar. Ik zeg dus kan ik misschien heel de tijd op school bij jou blijven zodat ze me niet kunnen meenemen. Ze zegt maar natuurlijk. Ik gaaf haar een knuffel en ik zeg bedankt. De bel gaat. Even later is het speeltijd. En mijn gsm gaat ik neem op en ik zeg ja Hallo. Eric zegt ja schat en lukt het. Ik zeg ja ze helpt me met beschermen. Hij zegt fantastische zeg maar dat ze ontzettend bedankt is. Ik zeg zal ik doen. Hij zegt misschien als je wil kunnen we deze middag samen iets gaan eten. Ik zeg ja leuk. Hij zegt ok tot straks dan. Ik zeg ja tot straks. Maria zegt en wie en wat was er. Ik zeg dat was Eric en hij vroeg of we straks iets gaan eten. Dus je hoeft me deze middag niet te beschermen. Maria zegt ok dan. De bel gaat. Even later is het middag. Ik ga naar buiten en ga naar de auto van Eric. Eric zegt hè schat en geeft me een kus wat wil je eten. Ik zeg een broodje is goed genoeg hoor. Hij zegt ok wat is er. Ik zeg ik ben bang Eric. Hij zegt ik ook hoor ik weet dat een politie agent niet bang mag zijn maar nu wel. We gaan eten. En als we klaar zijn gaan we terug naar school. Ik zeg schat ik heb nu geen zin in school. Hij zegt het zal toch moeten. Ik geef hem nog een kus en stap uit.

verliefd op een agent.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu