018

76 9 6
                                    

2 weken nadat Fadoua bij haar neef en nicht was:

Souhail::

Ik loop op de straten van Zoetermeer. Op de afgesproken plek aangekomen, bel ik mijn mattie en vraag hem waar hij blijft. Als hij zegt dat hij er met een kwartiertje is, leun ik met mijn hoofd tegen het muurtje aan. Ik pak een sigaret uit mijn zak en steek hem aan. Wanneer ik opkijk om een hijs te nemen, kijk ik om me heen. Ik zie in de verte een meisje en jongen hand in hand lopen. Het meisje lijkt heel erg op Fadoua, maar ik geef mijn hallucinaties er de schuld van en schud het van me af. Als ze dichterbij lopen, zie ik toch echt dat het Fadoua is.

Ze lopen me voorbij en ik zie dat hij zijn arm om haar schouders heen doet. Hij geeft haar lachend een kus op haar hoofd en ze lopen gezellig door. Ik zie geen gebroken Fadoua, wat is dit voor bullshit. Ze zei dat ze verder zou gaan maar dat ze gelijk een andere boy zou fixen, zag ik niet aankomen. Ze passen goed bij elkaar, dat geef ik eerlijk toe. Ze is gewoon weg prachtig en ik had liever gehad dat ze met mij was. Ze hoort bij mij. Ik laat haar met rust en ga niks voor haar verpesten. Maar ik weet dat ze van mij wordt.

Mourad komt aan en groet me met een mannelijke knuffel.  "Fakka broer, rustig?" Hij knikt, "Ja man, rustig met jou?" Ik knik, "Zelfde man bro." We lopen richting mijn auto en we rijden richting een klus.

Hij kijkt me aan, "Broer, heb je nog wat van Fadoua gehoord of niet?" Ik schud mijn hoofd. "Ik zag haar net wel met een gozer die ik niet ken en hij had zijn arm om haar heen. Sws haar nieuwe vriend." Dat laatste zeg ik met een steek in mijn hart. "Zeg wollah je zag haar met iemand anders?!" Roept hij uit. Ik knik, "Saffie broer, niet zo schreeuwen." Zeg ik kalm, terwijl ik mijn handen aanspan om mijn stuur heen. "Weetje zeker dat zij het was?" Vraagt hij me, ik knik. "Die ogen van haar doorboorde de mijne, het is Fadoua, kan niet anders." Hij zucht, "

Ik had al vernomen dat ze iemand had, maar wist niet zeker of het waar was man bro." Zegt hij dan. Ik knik, "Jawel man, denk het wel." Hij knikt, "Droeg ze jouw ring nog?" Vraagt hij dan. Ik knik, "Ik zag hem nog om haar hand waarbij ze zijn hand vasthield die om haar schouder lag." Hij zucht opgelucht, "Watdan?" Vraag ik hem. "Broer, die ring he, weetje wat die ring voor Fadoua betekent of niet?" Ik schud mijn hoofd, "Ze draagt hem waarschijnlijk puur omdat ze gewend is die ring te dragen." Hij schudt zijn hoofd, "Ik durf te wedden dat haar vriend gevraagd heeft hoe ze aan die ring gekomen is, als ze loog, dan houdt ze nog van je, als ze de waarheid sprak, dan heeft ze schijt aan je." Ik knik bedenkelijk, "Hoe weet ik dat ze loog of niet?" Hij kijkt me bedenkelijk aan, "Ik heb een idee." Zegt hij dan.

Hij pakt zijn mobiel uit zijn zak, "Wacht, wat ga je doen?" Vraag ik hem. "Haar bellen, wacht nou maar gewoon af." Ik knik twijfelend. Hij belt en het gaat een paar keer over, en dan hoor ik haar zachte stem opnemen. (telefoon staat op luidspreker.)

"Hallo? Mourad?"

"Heywaa krullie, alles goed?"

"Haha, ja alhamdulilaah met jou lange?"

"Jaa rustig rustig, lang niet gesproken man."

"Jaa he hahaha, ewa hoe is het met Anass, Yasin, Yassir, Mounir enso?"

"Gaat zijn gangetje joh, hoe is het met jou dan?"

"Alhamdulilaah, ik leef nog hahah, hoe is het met je mama?"

"Gaat goed alhamdulilaah man, je weet zoals toen he."

"Ja toch hahah, ey Mourad even een vraagje en dan mag je zeggen waarom je belde he haha."

"Haha is goed schat, vertel?" Ik kijk hem met een dodelijke blik aan, niemand noemt haar schat.

"Spreek jij Souhail nog toevallig?"

HartpijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu