6. Cara en de loods

549 50 4
                                    

Rowan: Cara en de loods

Ik zit in de bruine stoel met mijn Engelse tekstboek in mijn handen. Ik probeer te leren voor de tentamens die eraan komen. Mijn gedachten worden steeds afgeleid. Steeds denk ik terug aan mijn ontvoering. Ik weet niet waarom dat nu pas gebeurd. Het is vreemd, want ik heb er eigenlijk nog weinig last van gehad. Tot mijn verrassing, moet ik er wel bij zeggen. Nu denk ik steeds aan hoe goed ik na kon denken met die blinddoek op. Ik schud het gevoel van me af, probeer me opnieuw te concentreren op het tekstboek.

Ik zit al een kwartier naar dezelfde bladzijde te staren, dus ik klap het boek dicht, besluit het op te geven. Ik ben er even klaar mee. Het gaat niet werken vandaag. De deur zwaait open en Tristan komt binnen gelopen. Hij schrikt van mijn plotselinge beweging in de stoel.
‘Hey,’ zegt hij met een schorre stem, ‘wat doe je daar?’ Ik zwaai mijn tekstboek heen en weer voor zijn neus.
‘Ik probeerde te leren, maar ik heb het zonet opgegeven.’ Ik slaak een diepe zucht, laat het boek op de grond vallen. Tristan trekt me overeind uit de stoel.
‘We kunnen wel wat aan je biologiekennis doen,’ zegt hij speels tegen me. Zijn vingers kruipen onder mijn shirt en strelen de blote huid van mijn rug. De haartjes op mijn armen komen overeind onder zijn aanraking. Ik sluit mijn ogen om het gevoel te koesteren. Zijn lippen strelen langs die van mij. Ik wil hem zoenen, maar hij trekt iets terug.
‘Nahah,’ zegt hij op een bestraffend toontje, ‘niet zo happig.’ Ik kreun protesterend. Zijn vingers maken tekeningen op mijn rug. Ik besluit hem terug te pesten, laat mijn vingers over zijn buik glijden. Wanneer ik zijn litteken passeer, verstijft hij kort. Op dat moment drukt hij zijn lippen eindelijk op die van mij.

Mila zit tegenover me in de campuspub. We zijn gelukkig niet helemaal alleen. Er zitten nog twee mensen binnen. Dat is fijn, want Leila, de barvrouw, staat bekend om haar afluister praktijken. Ik geloof dat Tristan nog steeds niet weet hoe ze het doet. De ene keer dat hij hier was, na onze ruzie, heeft ze van alles tegen hem vertelt over mij. Ik werp een schuine blik op haar, ze doet net alsof ze het niet door heeft.

Mila neemt een slokje van haar chocomel.
‘Sylvan is opeens enorm beschermend,’ zegt ze zacht tegen me.
‘Vind je het gek,’ grinnik ik. ‘Je klapte laatst nogal hard met je hoofd tegen het beton, toen je even niet oplette.’ Ze lacht voorzichtig om mijn opmerking, haar schouders ophalend.
‘Was het erg? Zijn reactie?’ vraagt ze aan mij. Ik richt een ernstige blik op haar.
‘Ik schrok van hem, als dat is wat je wilt weten. Hij raakte behoorlijk in paniek.’ Ik knik bij de herinnering aan zijn reactie. Wat me wel verbaasde is dat hij zich meer op Tristan richtte dan op Senne. Ik had verwacht dat hij meer op Senne zou leunen, maar dat was niet zo. Misschien omdat ze broers zijn en niet altijd even goed met elkaar overweg kunnen. Ik denk er kort over na.
‘Rowan?’ Mila kijkt me vragend aan.
‘O sorry, ik dacht gewoon aan wat er gebeurde. Ik had gewoon altijd verwacht dat Sylvan Senne zou roepen als er iets ergs gebeurde.’ Ik zeg het terloops maar Mila heeft door waar ik op doel.
‘Maar dat deed hij niet?’ Ze zegt het vragend tegen me. Ik knik alleen naar haar.
‘Ik vind het niet heel raar,’ zegt Mila droog. Mijn wenkbrauwen fronsen zich, bijna als vanzelf. Ik snap niet wat ze bedoeld.
‘Nou,’ begint ze zichzelf te verklaren, ‘Senne voelt Sylvans gevoelens sterker dan alle anderen. Waarschijnlijk was Sylvan in paniek en als hij Senne zou roepen, zou die overspoelt worden door die gevoelens.’ Ik kijk haar met open mond aan. Ik heb er nooit over na gedacht dat Senne Sylvans gevoelens sterker zou voelen, dan die van ons. Ondanks dat ze natuurlijk tweeling zijn.
‘Waarschijnlijk heeft hij voor Tristan gekozen omdat die rationeler na zou kunnen denken over de situatie. Tristan bedacht om Siënna te halen, zonder haar zou ik er waarschijnlijk erger aan toe zijn geweest. Senne was waarschijnlijk ook in paniek geraakt.’ Ze stopt en neemt nog een slok van haar chocolademelk. Ik kan nog steeds alleen maar staren. Ze glimlacht droog naar me, als ze me ziet kijken.

Zielkrachten 3: VerstrengeldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu