One-Shot Bran

266 37 1
                                    

'Wat heeft de keuken je aangedaan?' vraag ik droog als ik de keuken instap. Ze kijkt me gefrustreerd aan.

'Ik kan er niet bij en ik durf niet op een stoel te staan. Dadelijk val ik om door die bult.'
Ik begin te lachen. Rowan staat op haar tenen, met haar dikke buik tegen het aanrecht gedrukt. Ze probeert de pot met koekjes van de hoge kast te pakken.

'Had Tristan die niet voor je weggezet?' vraag ik zo onschuldig mogelijk.

'Waag het niet in discussie te gaan met een hoogzwangere vrouw. Dan zie je je vriendinnetje twee weken niet.' Ze kijkt me dreigend aan terwijl ze met een pollepel zwaait. Ik hou verdedigend mijn handen voor me.

'Oké, oké. Ik pak hem wel. Leg je wapen maar neer.' Ik grijns terwijl ik zonder moeite de pot van de kast afhaal. Plagend hou ik hem een stukje van haar weg. Ze probeert er naar te grijpen, maar kan er niet bij. Ze laat de pollepel in een snelle beweging van het aanrecht komen en laat het ding zichzelf tegen mijn billen aan slaan.

'Auw!' roep ik klagend. 'Je hoeft me niet te mishandelen. Anders had je hem er ook af kunnen halen met telekinese en mij niet hoeven roepen' Een zelfvoldane grijns verschijnt op haar gezicht als ze de pot openmaakt. Ze stopt een chocoladekoekje in haar mond.

'Ik hou jou liever van je werk.' Haar ogen lichten op als ze het zegt. Ze vind het maar al te leuk om mij van alles te laten doen, sinds ze zwanger is.

Ik sta op van de eettafel en vlieg naar de kapstok.

'Hallo, waar ga jij heen?' Tristans stem buldert door het huis. Schuldbewust kom ik terug lopen met mijn jas in mijn hand.

'Ik heb beloofd dat ik Nisha om zeven uur op zou halen voor de film,' mok ik tegen mijn broer.

Tristan grijnst naar me.

'Wordt het serieus?' Ik rol mijn ogen naar hem. Het is echt irritant als je broer zich wil bemoeien met je liefdesleven. Rowan geeft een por in zijn ribben, waardoor hij begint te kreunen.

'Laat hem toch. Senne en Noëlle komen vanavond toch.' Tristan wordt meteen afgeleid en ik zie mijn kans. Ik trek snel mijn jas aan en grijns naar Rowan. Ze knipoogt terug.

Buiten stap ik in Rowans auto. Ze had beloofd dat ik hem mocht lenen. Ik bleef maar zeuren dat ik Nisha niet door de kou naar huis kon brengen. Dat zou een goede vriend toch niet doen? Nu die hormonen door haar lijf gieren, krijg ik haar zo makkelijk omgepraat. Ik grijns naar mezelf in de spiegel en zet de auto in zijn achteruit. Zodra ik de oprit af ben, rijd ik snel richting Nisha. Ik ben al bijna te laat en dat wil ik voorkomen. Ze wilde me vanavond voorstellen aan haar vader. Eerlijk gezegd ben ik behoorlijk zenuwachtig.

Tien minuten later, klop ik op de voordeur van het huis. Ik haal nog snel een hand door mijn haar, hopend dat het beter gaat zitten in plaats van slechter. Ik adem in mijn hand en ruik of het goed is. Al heb ik mijn tanden gepoetst en al, toch maar even checken. Dan wordt de voordeur opengetrokken door een klein, dik en kaal mannetje. Zodra ik hem zie, kan ik alleen maar hopen dat Nisha op haar moeder lijkt. Aangezien ze nu niet klein, dik en kaal is, zal dat waarschijnlijk wel zo zijn. Ik steek mijn hand naar de man uit, die omhoog moet kijken om mij aan te kunnen kijken.

'Dag meneer Campbell, ik kwam voor Nisha.' Ik plak mijn beste glimlach op mijn gezicht. Ten minste ik hoop dat het de beste is en hem niet angstaanjagend aan sta te staren.

'En jij bent?' bromt de man. Ik slik een brok in mijn keel door.

'Bran Grey,' zeg ik voorzichtig. Hopend dat na tien jaar mijn naam wel minder beelden oproept. De man draait zijn hoofd een beetje scheef en kijkt me onderzoekend aan. Dan draait hij zich om.

'Nisha! Er staat hier een jongeman voor je aan de deur.' Dan draait hij zich weer naar mij.

'Luister meneer Grey,' zegt hij dringend. 'Ik wil dat ze om twaalf uur thuis is. Zorg dat ze heelhuids thuiskomt en dan beloof ik dat ik erover na zal denken of ze met je om mag blijven gaan.' Haar vader kijkt me zo serieus aan, dat ik hem op zijn woord geloof.

'Hoi pap!' Nisha's blonde haar verschijnt in de deuropening en ik slaak een zucht van opluchting.

'Pap, dit is Bran. Bran dit is pap.' Ze wijst heen en weer tussen ons.

'Dat wist ik inmiddels al meisje. Hij heeft zich netjes voorgesteld.' Haar vader drukt een kus op haar hoofd en geeft haar een duwtje richting mij. Nisha kijkt even vreemd van hem naar mij, dan haalt ze haar schouders op.

Ze begint richting de auto te lopen.

'Kom je?' roept ze naar mij. Ik glimlach nog eens naar haar vader en begin achteruit te lopen.

'Denk eraan jongeman. Heelhuids en om twaalf uur.' Ik knik en loop snel naar de auto. Die man is echt eng.

Zodra ik naast Nisha in de auto stap, haal ik opgelucht adem. Nisha drukt een kus op mijn wang.

'Volgens mij mag mijn vader je wel.' Verbaasd kijk ik haar aan en start dan de auto.

Zielkrachten 3: VerstrengeldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu