H21: Tristan: Bran

367 49 3
                                    

'Is dat alles?' mopper ik. Tegelijkertijd trekt er een glimlach over mijn gezicht en druk nog een kus op haar lippen. Rowan grijpt haar kans en trekt me dichter naar zich toe. Haar armen slaan om mijn nek en ik verlies me in de kus. Ik voel hoe ze haar benen om mijn heupen wikkelt en ik loop met haar naar het bed. Langzaam laat ik ons erop zakken. Ik ga boven haar hangen en kus haar alweer. Haar handen glijden over mijn bovenlijf. Inmiddels heb ik het ongelooflijk warm. Samen trekken we mijn shirt over mijn hoofd en ik slinger hem van het bed af. Rowan giechelt onder me.

'Misschien moeten we de deur op slot draaien, voordat Syenna besluit om weer binnen te lopen.' Ik kijk haar vragend aan.

'Dat doet ze de laatste tijd wel vaker,' verklaart ze zichzelf. Ik laat mezelf zuchtend van het bed afglijden en loop naar de deur. Daar draai ik het slot om en loop snel terug naar het bed. Ik laat me weer bovenop haar vallen en ga verder waar ik gebleven was.


Ik klop op de deur van Isabel haar kantoor. Nadat ik haar hoor mompelen dat ik binnen mag komen, open ik de deur en wandel naar binnen.

'Ik kwam voor Bran,' zeg ik droog. Isabel kijkt naar me op.

'Tristan, ik had je niet verwacht.' Ze kijkt me geschrokken aan.

'Ik kwam ook voor Bran, zoals ik al zei.' Het komt er een beetje bruusk uit, maar ik heb geen zin in haar.

'Ik wilde je eigenlijk nog spreken,' zegt ze zacht. Ik kijk haar niet aan. In plaats daarvan kijk ik naar de deur van haar persoonlijke vertrekken.

'Tristan, ik weet dat je boos op me bent.' Ik schud mijn hoofd.

'Ik ben niet boos.' Isabel zucht als ik het zeg.

'Dat ben je wel en dat is niet gek.' Ik draai mijn hoofd in een ruk naar haar om.

'Ik zei toch dat ik dat niet ben,' spuw ik naar haar. 'Ik ben er gewoon achter gekomen hoe je in elkaar zit en heb besloten dat het niet langer mijn probleem is.' Na die opmerking zie ik pijn over haar gezicht trekken. Zo kort dat ik even twijfel of het er echt was.

'Tristan,' begint ze maar ik onderbreek haar.

'Doe geen moeite Isabel.' Dan slaat ze met haar hand op tafel.

'Dat doe ik wel!' Geschrokken kijk ik haar aan. Ik heb haar nog nooit boos gezien. 'Ik wil tegen je zeggen dat ik er het afgelopen jaar niet voor je ben geweest en dat spijt me. Meer dan je zult weten.' Ze haalt diep adem en kijkt naar het blad van haar bureau.

'Ik heb je behandeld als een klein kind, door je de informatie over de moord op je ouders niet te geven. Waarschijnlijk heb ik je zelfs in gevaar gebracht en is het ongeluk op het winterbal zelfs mijn schuld.' Ik besluit om haar weer te onderbreken.

'Isabel, er is zoveel meer gebeurd, zoveel meer aan de hand dan jij weet. Simpelweg omdat je nooit de interesse hebt getoond. Je hebt er nooit naar gevraagd. Niet eens hoe het met me ging na de aanval. Ik heb verdomme anderhalve week in het ziekenhuis gelegen en alles wat je kon doen was even kort bellen of ik nog wel leefde. Weet je hoe dat voelt?' Ik kijk haar strak aan met samengeknepen ogen.

'Het voelt alsof je in de steek gelaten wordt door de enige persoon die je dacht goed te kennen. Één telefoontje. Alsof je alleen even wilde weten of ik nog leefde. Mooi hij leeft nog, verder hoef ik niets meer te doen.' Inmiddels bries ik van woede.

'Zo is het nooit bedoeld, Tristan. Het is een verschrikkelijk excuus, maar na die aanval was het hier een chaos. Een afgebrandde aula, een dode leerling. Het kwam allemaal op mijn bordje.'

'Tjah, daar kon ik natuurlijk niet bij. Dat was echt teveel,' zeg ik cynisch. 'Is Bran er?' Ik kijk weer naar de deur.

'Tristan,' begint ze weer.

Zielkrachten 3: VerstrengeldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu