Tristan: kampvuur en gebroken neuzen

606 51 9
                                    

Tristan: kampvuur en gebroken neuzen

Bran is al snel in slaap gevallen, net zoals Rowan. De aftiteling van de film rolt over het beeldscherm als ik Bran in zijn eigen bed leg. Nou ja bed, matras op de grond. Hij geeft geen kik, is diep in slaap. Rowan begint daarentegen te draaien in haar slaap, zodra ik uit het bed stap. Ik hou haar geconcentreerd in de gaten, maar ze draait alleen om. Snel kruip ik weer naast haar en trek haar tegen me aan. Ik veeg een pluk haar uit haar gezicht, kijk naar haar slapende gezicht. Hoe kan ze zo rustig slapen na alles wat er is gebeurd? Ik slaap nog steeds niet goed, ook al ligt ze nu weer naast me. Elk geluidje haalt me uit mijn slaap. Bij elk geluidje denk ik dat er iets ergs gaat gebeuren. Die man loopt nog steeds rond dus het zou kunnen. Het zou niet slim zijn, maar hij zou het kunnen doen en dat maakt mij onrustig.


Onverhoopt ben ik toch in slaap gevallen. Ik word wakker met Rowan strak tussen mijn armen, die overigens nog steeds rustig slaapt. Bran zit rechtop in zijn bed, zijn nintendo in zijn hand. Daar ben ik waarschijnlijk wakker door geworden, de zachte geluidjes van een springende Mario uit zijn Nintendo. Ik leg mijn hoofd weer op het kussen, bestudeer Rowan in mijn armen. Ze gaat iets verliggen, slaapt nog verder. Ik glimlach als ik de zon op haar gezicht zie. Het is een prachtig schouwspel.


Bran, Rowan en ik lopen de ontbijtzaal in. Bran heeft verteld dat hij uit de kamer mag, sinds dat Rowan is gevonden en er aanklachten zijn tegen de Nuban. Isabel is minder bang dat er wat met hem gaat gebeuren. Er is een toespraak geweest op de tv door Fleur Delavoix, hoofd van de Evidenta, over hem.
‘Ze vertelde dat ik niet gevaarlijk was,’ zegt Bran trots tegen me. Ik kijk hem lachend aan.
‘Natuurlijk ben je niet gevaarlijk,’ verzeker ik hem. Hij huppelt onbezorgd een stukje van ons weg. Toch hou ik hem strak in de gaten, je weet het nooit.

Als we de eetzaal in lopen worden we door verschillende mensen aangekeken. Eerlijk gezegd had ik dit wel verwacht, aangezien Rowans ontvoeringszaak uitgebreid in het magische nieuws is geweest. Gelukkig niet in het normale nieuws, want dan hadden we er nog een reden bij moeten bedenken. De meesten kijken weg zodra ze zien dat wij hen aankijken. Rowan krimpt in elkaar bij elke blik die ze ziet.
‘Niet op letten,’ fluister ik tegen haar. Een wanhopige blik op mij, is het antwoord.
‘Hoe kan ik er nou niet op letten? Al die mensen staren me zo ongeveer aan.’ Bran huppelt nog steeds onbezorgd voor ons uit. Hij is al op weg naar het buffet, heeft totaal geen last van de blikken.
‘Ik weet het, maar het zal nog wel even duren voordat ze je niet meer aankijken.’
Ze knikt met een moedeloos gezicht. We pakken wat om te ontbijten en lopen naar onze vaste tafel. Bran nog steeds huppelend voor ons. Hij gaat op een stoel naast Noëlle zitten.
‘Hoi Noëlle,’ zegt hij met een vrolijk stemmetje. Noëlle schenkt hem een glimlach.
‘Dag mannetje,’ zegt ze en woelt liefkozend door zijn haar. Bran kijkt haar daarop boos aan en begint zijn haar plat te wrijven.
‘Niet mijn haar in de war brengen.’ Noëlle schiet in de lach, wat haar een nog bozere blik van Bran oplevert. Hij draait zich van haar af, begint aan zijn boterham. Achter ons komen Tygo en Nova binnen. Nova heeft haar hand in de zijne, terwijl ze schichtig om zich heen kijkt.
‘Ik dacht dat ze pas na het weekend kwamen,’ zegt Senne meer tegen zichzelf. Rowan knikt, kijkt glimlachend naar Nova.

Tygo zet haar op een stoel naast Rowan.
‘Ik ben zo terug,’ fluistert hij tegen haar. Rowan slaat meteen haar armen om Nova heen.
‘Je bent er!’ Nova knikt een beetje beduusd.
‘Ik wilde in het weekend alvast wennen,’ stottert ze. Het duurt even voor ze de hele zin eruit heeft geperst. Haar gezicht vertrekt meteen, Rowan doet alsof ze het niet merkt.
‘Slim van je,’ zegt ze meteen. ‘Als het goed gaat kun je maandag naar les en anders neem je nog wat langer de tijd.’ Nova knikt voorzichtig.

Al snel staat er een leraar naast ons. Het is mevrouw Brash. Ze kijkt ons even kort allemaal aan, voordat haar blik op Rowan en Nova blijft hangen.
‘Hoe gaat het met jullie, dames?’ Nova haalt alleen haar schouders op, wil niet praten.
‘Naar omstandigheden prima, mevrouw Brash, dank u wel.’ Mevrouw Brash haar ogen blijven op Nova hangen, die een glimlach op haar gezicht perst en nog maar eens knikt. Waarschijnlijk hoopt ze dat mevrouw Brash weggaat. Haar familie en wij zijn de enige mensen tegen wie ze praat. Ze vindt het niet fijn als mensen zien dat ze nu stottert. Ik kan het haar niet kwalijk nemen. Het is niet iets waar je trots op bent, al is het niet haar eigen schuld. Woede voor de man die haar dit heeft aangedaan komt alweer naar boven.

Zielkrachten 3: VerstrengeldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu