Langzaam begin ik weer bij te komen. Het is donker om me heen. Voorzichtig open ik mijn ogen. Ik lig in een bed, maar het is donker om me heen. Ik zie niks. Mijn linkerhand is warm, terwijl de rechter koud is. Ook word ik overspoeld met zorgen. Ik maak me zorgen om mezelf? Dat is vreemd. Even denk ik na en dan besef ik dat het Tristans gevoelens zijn. Ik kijk naar mijn linkerhand en zie dat de zijne erop ligt. Vandaar dat die warm is. Hij ligt met zijn hoofd op het laken en slaapt onrustig. Zijn emoties zijn sterk en ik voel ze terwijl hij slaapt. Dan wil dat zeggen dat hij ze nog sterker voelt. Ik geef een zacht kneepje in zijn hand en draai een kwartslag naar hem om.
Terwijl ik op mijn zij lig, bestudeer ik hem. Ik denk na over waar we zijn en kijk de kamer rond. Het lijkt op een ziekenhuis. Lig ik in het ziekenhuis? Maakt hij zich daarom zo'n zorgen? Waarom lig ik in het ziekenhuis? Ik probeer te bedenken wat ik me het laatst kan herinneren. Dan komt het allemaal terug.
Ik heb teveel van mijn kracht gebruikt. Is hij dood? Is het voorbij? Heb ik hem vermoord? Op dat moment maak ik me ook zorgen en schrikt Tristan wakker.
'Rowan?' Zijn stem is schor en hij knippert met zijn oogleden.
'Ik ben hier,' fluister ik terug. In een beweging, trekt hij me tegen zich aan. Ik voel hoe tranen in mijn nek lopen en realiseer me dat ze van Tristan zijn.
'Hey,' sus ik tegen hem, 'het is goed. Ik ben gewoon hier. Niks aan de hand.' Hij haalt zijn hoofd uit mijn nek en kijkt me aan. Zijn vingers gaan trillend over mijn wang heen, vegen een pluk haar uit mijn gezicht.
'Ik was zo bang,' fluistert hij. 'Je gaf geen reactie meer, en ik wist niet wat ik moest doen, waar ik naartoe moest.' Ik pak zijn hand vast.
'Het is al goed. Wat is er gebeurd?' vraag ik.
'Je hebt hem gedood. Hij is dood. Het is voorbij.' Een wrange glimlach verschijnt op Tristan zijn gezicht. 'Het is eindelijk voorbij.' Ik begin te glimlachen.
'Het is voorbij?' Hij begint te knikken als ik het vraag, wrijft mijn haar van mijn voorhoofd af.
'Ja het is voorbij Girl. Je hebt hem gedood.' Waarom blijft hij herhalen dat ik hem heb gedood?
'Tristan?' vraag ik zacht, terwijl ik mijn hand om zijn kin leg. 'Hij is dood.' Hij knikt, half in trance als ik hem herhaal.
'Ja, hij is dood. Je hebt hem gedood.' Weer dat zinnetje. Het maakt me bang. Zegt hij het omdat hij nu bang van mij is of omdat hij niet kan geloven dat hij dood is.
'Ik kon niet anders dan die boomstam gooien. Hij mocht zeker niet meer opstaan.' Als ik het zeg, komt Tristan uit zijn trance.
'Nee, natuurlijk kon je niet anders. Ik kan gewoon niet geloven dat het voorbij is. Dat hij echt dood is. Dat alles nu weer normaal kan zijn.' Ik haal opgelucht adem. Hij kan het niet geloven, maar hij is niet bang voor mij.
'Ik dacht even dat je bang voor me was,' fluister ik tegen hem. Hij drukt zijn lippen op de mijne.
'Natuurlijk ben ik niet bang voor je. Ik ben trots op je.' Ik glimlach als hij zijn voorhoofd tegen mijn voorhoofd drukt.
'Het was niet gelukt zonder Noëlle en Dex. Waar zijn de anderen eigenlijk?' Ik bedenk nu pas dat ik geen idee heb waar de anderen zijn. Tristan bijt op zijn lip, waardoor ik het benauwd krijg. Wat is er aan de hand? Waar zijn de anderen? Mijn ogen worden groot van angst en ik maak me los van hem. Ik wil uit mijn bed, zoeken naar mijn vrienden.
'Hey, hey.' Tristan pakt mijn hand. 'Noëlle ligt op de zaal, samen met Dex, Lexi en Tygo. Ze zijn allemaal uitgeput, maar er is niets ergs. Senne, Sylvan, Nova, Caro, Ezra en Mila zijn daar ook, bij hen. Syenna is bij Lauren, maar daar is ook niets ernstigs. Alex.' Hij valt even stil. 'Alex is bij Jace. Jace is geraakt door een wervelwind en een vuurbal, die John Lyons heeft gebruikt van jou. Evenals door een energiestraal.' Hij kijkt schuldbewust.
JE LEEST
Zielkrachten 3: Verstrengeld
FantasíaHoi!! Zielkrachten 3 is een feit!! Lees eerst Zielkrachten 1: Verbonden en Zielkrachten 2: Verweven voor je hieraan begint. Je snapt er anders niks van! Veel leesplezier