Rowan: Eindelijk terug naar school

596 52 5
                                    

Rowan: Eindelijk terug naar school

De wegen razen aan me voorbij. Mijn hand is in een gestrengeld met die van Tristan. Sinds ik thuis ben, laat hij me niet vaak los. We zijn voortdurend aan elkaar gelinkt, maar tot nu toe vind ik het wel prima zo.

Het was een hele woordenstrijd met mijn moeder, voordat ze ons terug naar school liet gaan, maar ik wilde echt terug naar school. De examens voor het vijfde jaar komen eraan en ik heb dit jaar niet gevolgd om het volgend jaar nog eens te doen. Mam verklaarde me voor gek, maar ik wil de examens op zijn minst maken. Gewoon normaal zijn, iets normaals doen. Ik word gek van dat thuiszitten.

Nu zitten we dus in de auto, op weg terug naar school. Het is stil in de auto. Pap rijdt en ik zit achterin, samen met Tristan. Opluchting overspoeld me als ik de hekken van de school zie. Al ben ik ook wel bang voor de reacties.

Nadat ik thuis was gekomen, ging het nieuws natuurlijk al snel rond. Het magische dagblad heeft een heel stuk gepubliceerd over John Lyons en zijn connectie met meerdere doden. Daarin stond natuurlijk uitgebreid beschreven hoe mijn ontvoering dit aan het licht heeft gebracht. Natuurlijk waren veel dingen opgeblazen en uit proportie gehaald.

Pap stopt op de oprit van Asaï. We stappen alledrie uit de auto, terwijl pap meteen de knop voor de achterklep indrukt. De klep springt open. Tristan haalt de tassen eruit, laat daarvoor met tegenzin mijn hand los. Zijn oog blijft voortdurend op me gericht.
Pap trekt me in een omhelzing.
‘Doe je wel voorzichtig? Niet zomaar buiten het schoolterrein gaan en al helemaal nergens alleen naartoe gaan,’ drukt hij me op het hart. De angst voor herhaling duidelijk te lezen op zijn gezicht.
‘Tuurlijk niet pap. Ik denk niet dat Tristan me de komende tijd ergens alleen naartoe laat gaan,’ zeg ik grappend. Al denk ik dat Tristan het serieus niet toe laat. Pap laat me los en houdt me een stukje van zich af.
‘Dit is niet iets om grappen over te maken, Rowan,’ zegt hij streng. Dan loopt hij op Tristan af. Even staan ze een beetje klungelig tegen over elkaar, maar dan omhelst mijn vader hem. Ik zie Tristan verstijven door de plotselinge omhelzing. Ik ben verbaasd door mijn vaders actie. Ik geloof niet dat hij zoiets eerder heeft gedaan. Mijn vader zegt wat tegen Tristan, net te zacht voor mij om het te horen. Nieuwsgierig kijk ik naar Tristan, die wat terug mompelt tegen mijn vader.

Mijn vader stapt weer in de auto en rijdt weg. Dit afscheid is vele malen anders dan die aan het begin van dit jaar. Hoeveel kan er veranderen in driekwart jaar. Mijn ouders en ik zijn in ieder geval een stuk meer naar elkaar toegegroeid. Zij zien eindelijk dat ik meer aan kan dan ze dachten. Ik kijk de auto een stukje na. Tristan heeft zijn vingers alweer door die van mij gevlochten. Ik draai me naar hem om en glimlach, die wordt beloont met eenzelfde lach van Tristan.

We lopen richting Raglan. Tristan is gedwongen om mijn hand los te laten, aangezien hij de tassen meeneemt. Ik heb mijn eigen rugzak op mijn rug, maar hij stond erop om mijn andere tas te dragen. Ik draai de deur van het slot en loop het halletje in. Het is stil op de benedenverdieping. Alleen Jace zit in de woonkamer op de bank, verdiept in een studieboek. Afwezig steekt hij zijn hand naar ons op.
‘Hey,’ reageer ik op zijn hand. Als hij mijn stem hoort, kijkt hij op van het boek en lacht naar ons.
‘Hebben jullie Alex al gezien?’ Jace kijkt me vragend aan. Ik schud mijn hoofd naar hem.
‘Nee. Geloof niet dat ze er al is.’ Hij knikt teleurgesteld. Tristan en ik lopen de trap op, naar onze kamer.

Ik stap door de kamerdeur en ben blij dat ik er weer ben. Het dekbed ligt opgefrommeld op het bed. Het is duidelijk dat Tristan halsoverkop is vertrokken. Ik laat mezelf op het bed zakken en kijk op naar Tristan, die de tassen in de hoek van de kamer neerzet.
‘Gaat het een beetje,’ vraagt hij aan mij. Ik kan alleen maar naar hem glimlachen, moeilijk te verwoorden hoe ik me voel. Langzaam voel ik een traan ontsnappen, die over mijn wang naar beneden rolt. Tristan staat binnen een paar passen voor me.
‘Hey, wat is er?’ Hij veegt de traan van mijn wang af. Ik haal mijn schouders op en kijk weer naar zijn bezorgde gezicht.
‘Ik ben gewoon blij om hier weer te zijn.’
Een smalle glimlach speelt om Tristans lippen als ik het zeg.
‘Ja, ik ben ook wel blij om hier te zijn.’ Ik geef hem een speelse duw tegen zijn schouder.
‘Nu wel? Ik dacht dat je het hier nooit zo fijn vond.’ Hij haalt zijn schouders op, bijt op zijn lip en trekt me dan tegen zich aan.
‘Zolang jij in de buurt bent, vind ik alles prima.’ Hij drukt een kus op mijn voorhoofd.
‘Ik heb met Noëlle afgesproken,’ zeg ik zacht tegen hem. Zijn gezicht staat meteen verongelijkt.
‘Ro, je weet-’ Ik onderbreek hem meteen.
‘Je zult me toch een keer los moeten laten. Het komt heus wel goed.’ Ik druk vlug een kus op zijn wang en loop de slaapkamerdeur uit.

Zielkrachten 3: VerstrengeldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu