H19: Tristan: Analyseren

444 44 0
                                    

Ik zit op de grond in de bioscoopkamer, moedeloos voor me uit te staren. Iedereen denkt hetzelfde als ik. Namelijk dat het allemaal weer opnieuw begint. Niemand zegt iets. Iedereen staart naar een punt voor zich uit. De meiden druipen al snel af. Ze vertrekken zonder iets te zeggen naar hun kamer. Sylvan had Noëlle al weggestuurd naar Senne en Rowan is daar ook.

'En nu?' vraagt Sylvan aan niemand in het bijzonder. 'Hebben ze zijn krachten ingenomen bij zijn arrestatie? Dat zou veel schelen.' Ik haal mijn schouders op. Hij heeft wel gelijk. Als John Lyons zijn krachten niet heeft, is hij niet echt een bedreiging voor ons. Het brengt me op een idee.

'Misschien moeten we daar eerst achter komen.' Opeens zie ik weer licht aan het eind van de tunnel. Ik hoop dat hij gelijk heeft en dat John Lyons zijn krachten niet heeft. Dat breng zoveel rust terug.

'Hoe wil je dat uitzoeken?' Tygo kijkt me vragend aan. Hij is duidelijk uitgeput, de kringen onder zijn ogen zichtbaar.

'Ik neem contact op met Skye Ward,' zeg ik triomfantelijk. De hoop maakt me meteen minder depressief. Misschien valt het allemaal nog wel mee. Misschien komt het toch allemaal wel goed.

'En jij denkt dat ze je zo het antwoord gaat geven?' Een sceptische blik is op mij gericht. Ik pers mijn lippen samen en kijk Tygo boos aan.

'Lekker hoopvol zijn we.' Tygo rolt met zijn ogen en kijkt weg van mij.

'Hoop ben ik een tijdje geleden al kwijtgeraakt. Of het sloeg rennend op de vlucht, ik weet het niet zo goed.' Hij mompelt het, maar ik versta hem al te goed. Mijn schuldgevoel begint zich meteen weer een weg omhoog te eten. Ik probeer het meteen van me af te schudden.


Een waterig zonnetje schijnt in mijn gezicht. Ik pak snel de telefoon van mijn bureau en draai mijn rug naar het raam, zodat ik niet meer verblind word. De brief ligt voor me op tafel en ik begin het nummer van Skye Ward in te tikken. Eerst staar ik er een paar minuten naar en dan druk ik uiteindelijk op de groene knop. De telefoon gaat over, ondertussen laat ik mezelf op een stoel zakken.

Moedeloos leg ik de telefoon terug op het bureau. Precies op dat moment stormt Rowan door de deur. Ze ziet mijn lijkbleke gezicht en zakt door haar benen op de grond. Ik slik een brok in mijn keel weg. Ik laat me naast haar zakken op de grond en ze duwt meteen haar hoofd tegen mijn schouder. Ik voel hoe ze stilletjes huilt en alles wat ik kan doen is haar vasthouden. Ik heb alles kapot gemaakt, door hierheen te komen. Misschien-

'Hou op!' schreeuwt ze tegen me. Verbaasd kijk ik haar aan, want ik heb niets gezegd. 'We hebben het hier zo vaak over gehad. Het is niet allemaal jouw schuld!' Dan slaat ze haar armen om mijn nek en duwt haar gezicht weer tegen mijn schouder. Ik voel hoe mijn shirt langzaam nat word. Geruststellend aai ik over haar rug, maar ik weet dat het geen zin heeft. Toch weet ik niet wat ik dan wel zou moeten doen. Zo heb ik tenminste nog het idee dat ik iets nuttigs doe.

'Hoe komt hij aan zijn krachten,' vraagt ze nadat ze het huilen heeft opgegeven. Een vastberaden blik trekt langzaam over haar gezicht. 'Of hebben ze het hem nooit ontnomen?' Ik lik over mijn lippen.

'Jawel. Het zat in een bal, maar hij heeft die bal weten te bemachtigen. Hij heeft zijn illusies gebruikt om een bewaker van alles voor te spiegelen, waardoor hij min of meer van binnenuit is geholpen. Al is het natuurlijk niet helemaal eerlijk gegaan.' Ik zie hoe Rowan haar kaken op elkaar klemt. Mijn vingers strelen haar wang, voordat ik op sta en de kamer uit loop.


De jongens zitten allemaal rond de tafel in de huiskamer. Ik kijk de groep vastberaden aan. Ik weet wat Rowans idee is. We moeten ons voorbereiden en snel ook. Hij kan elk moment hierheen komen. We weten niet hoeveel hij inmiddels geleerd heeft over Bran. Misschien vanavond wel al. Het kan allemaal, maar we laten hem niet winnen.

Zielkrachten 3: VerstrengeldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu