3.3 Valse liefde

263 10 0
                                    

Eva staat in haar slaapkamer. Ze is haar bruidsjurk aan het passen. Ze prutst wat met de bovenste knoopjes op haar rug. Ze hoort de vloer kraken op de hal 'Frank? Niet binnen komen hoor' roept ze naar het geluid. 'Nee, ik ben het' hoort ze de stem van Wolfs. Hij opent de deur en valt stil. Hij bekijkt Eva in haar trouwjurk. Ze ziet er prachtig uit. 'Mag ik even kijken?' weet hij uit te brengen terwijl hij verder binnenstapt. Eva zucht en draait zich naar Wolfs toe 'ik ben net een marshmallow' reageert ze twijfelend over haar jurk. Wolfs bekijkt haar van top tot teen 'je bent prachtig'. Eva trekt een verveelde grimas en werpt haar blik op haar jurk. Ze kijkt terug naar Wolfs en glimlacht. Wolfs wijst naar haar 'zal ik even?' zegt hij terwijl hij op haar afstapt. Hij heft onschuldig zijn handen op. Eva lacht en draait haar rug naar Wolfs toe. Voorzichtig maakt Wolfs de knoopjes op haar rug vast. Eva kijkt naar haar spiegelbeeld en zucht een keer diep. Haar blik valt op de ingevouwen doos die Wolfs in zijn hand had toen hij binnenkwam. 'Ga je verhuizen?' vraagt ze hem luchtig. 'Hé we moeten dat huwelijk van jullie wel een kans geven natuurlijk. Vind je niet?' Hij streelt met zijn handen over Eva's schouders en armen. In de spiegel kijkt hij haar aan 'ik wil dat je gelukkig wordt'. Er volgt een korte stilte 'we zien elkaar toch iedere dag' doorbreekt Eva hun zwijgen. Wolfs loopt terug naar de deur 'ik heb mijn ontslag ingediend bij Hoeben'. Eva draait zich wild om 'wat? Waar ga je naartoe dan?' Wolfs lacht haar lief toe 'ach het komt allemaal goed Eva. Jij gaat trouwen. En je krijgt prachtige kindertjes. En je wordt gelukkig'. Eva kijkt hem verdrietig aan 'en jij?' vraagt ze hem. Wolfs zwijgt even. Hij kijkt de kamer door en richt zijn blik vervolgens weer op Eva. Hij haalt zijn schouders op 'ik ga verder'. Hij loopt de kamer uit, Eva alleen, met de tranen in haar ogen, achterlatend.

's Avonds in bed ligt Eva te woelen. Ze kan de slaap niet vatten. Frank merkt dit aan haar en gaat rechtop in bed zitten. Hij slaat zijn arm om Eva heen en trekt haar tegen zich aan. 'Waar zit je mee?' vraagt hij haar terwijl hij over haar rug streelt. Eva legt haar hoofd op Franks borst en haalt haar schouders op. 'Zenuwen?' polst Frank bij haar. Eva schudt haar hoofd 'nee, dat is het niet'. Franks hand gaat van haar rug naar Eva's haren en weer terug. 'Wat is het dan?' dringt hij aan. Eva zucht even. Ze twijfelt in hoeverre ze Frank gaat betrekken bij haar gedachte. 'Wolfs' fluistert ze uiteindelijk zachtjes. 'Wat is daarmee?' Eva streelt met haar hand over Franks borst, ze wil hem niet aankijken. 'Hij gaat weg' zegt ze enkel zachtjes. Frank zijn hand stopt halverwege de rug van Eva 'hoezo weg?' vraagt hij zijn vriendin. Eva komt omhoog en kijkt nu wel naar Frank 'hij heeft zijn ontslag ingediend'. Frank kijkt haar verbaast aan 'maar waarom dan?' Eva haalt haar schouders op. Diep van binnen weet ze het natuurlijk wel, maar dat kan ze Frank niet zeggen. 'Ik wil niet dat hij weggaat' fluistert ze alleen tegen Frank. Hij kijkt haar glimlachend aan en streelt met zijn hand langs haar wang. 'Het komt vast goed' fluistert hij haar toe. Hij geeft Eva een tedere kus op haar mond en trekt haar weer tegen zich aan. Zwijgend blijven ze zo liggen, ieder druk met zijn eigen gedachte.

Na een tijdje hoort Frank aan haar ademhaling dat Eva in slaap is gevallen. Hij drukt een kus op haar kruin. Hij kijkt hoe ze tegen hem aanligt en glimlacht. Wat een prachtvrouw heeft hij toch. Langzaam dwalen zijn gedachte weer af naar Floris. Naar wat Eva hem net verteld heeft. Natuurlijk weet hij waarom Wolfs weg gaat. En Eva weet het ook. Frank had gehoopt dat ze het hem zou vertellen, maar blijkbaar wil Eva hem hier niet mee kwetsen. Frank staart nog een tijd naar het plafond. Hij kan nu ook niet meer in slaap komen. Op de gang hoort hij gerommel, dat moet Wolfs zijn. Frank kruipt voorzichtig onder Eva uit en loopt naar de gang. 'Floris' fluistert hij. De slaapkamerdeur van Wolfs gaat open en langzaam verschijnt zijn hoofd om de hoek. 'Wat is er Frank?' vraagt Wolfs enigszins verbaast. Frank kijkt hem aan 'ik moet met je praten'. Wolf rolt met zijn ogen, hij kijkt op zijn wekker 'en dat moet 's nachts om twee uur?'. Frank haalt zijn schouders op 'ik kon niet slapen... en ik hoorde dat je wakker was'. Wolfs schudt zijn hoofd en opent zijn deur wat verder. Hij loopt zelf zijn kamer weer in en gaat op het bed zitten. Frank stapt ook binnen en neemt plaats op een stoel bij het bureautje. Hij kijkt de kamer rond, alsof hij er nog nooit binnen is geweest. 'Wat is er Frank?' herhaalt Wolfs zijn vraag die hij net op de gang ook gesteld heeft. Frank kijkt naar zijn vriend 'het gaat over jou'. Wolfs kijkt hem indringend aan. 'Eva zegt dat je weggaat' Wolfs knikt enkel. 'Dat kan toch niet zomaar man, waarom zou je weggaan?' Frank kijkt wat hopeloos naar Wolfs. 'Je hebt het toch leuk hier? Je hebt je dochter, je hebt ons, waarom zou je dat achter laten?' Wolfs zucht geïrriteerd 'dat is het probleem Frank. Jullie zijn het probleem'. Frank kijkt hem niet begrijpend aan. 'Ik heb het leuk hier, met jullie. Daarom juist ga ik weg'. Frank zijn blik wordt steeds verbaasder. Wolfs kijkt hem doordringend aan 'ik ga weg voor jullie Frank. Ik wil niet tussen jullie in komen staan'. Frank schudt zijn hoofd 'maar je staat toch ook niet tussen ons in?' Wolfs valt stil. Hij heeft Frank al verteld dat hij met Eva naar bed is gegaan, Frank weet dat hij verliefd is op Eva. Hoe kan hij deze keus dan niet begrijpen. Hij zucht diep en probeert rustig te blijven 'Frank, ik hou van Eva zoals jij van haar houdt. Ik houd van jou als vriend. Ik kan hier niet blijven en toekijken hoe de vrouw waar ik van houd gelukkig wordt met mijn vriend'. Frank zwijgt en Wolfs gaat verder. 'Ik wil dat jullie gelukkig worden, samen. Maar ik kan daar geen deel van uitmaken. Ik heb al ooit een vriend verloren door me in hun relatie te mengen, dat gaat me niet weer gebeuren'. Wolfs kijkt weg van Frank, hij heeft gezegd wat hij moest zeggen. Frank blijft hem aankijken 'maar... door weg te lopen ga je ons ook verliezen' is het enige dat Frank nog uit kan brengen. Wolfs knikt 'maar dan hebben jullie elkaar in ieder geval nog'. Hij kijkt naar de deur 'ga slapen Frank, het is al laat'. Verbouwereerd staat Frank op en loopt naar de deur. 'Eva gaat eraan kapot als jij vertrekt' zegt hij nog met de deur in zijn handen 'en ik ook' fluistert hij erachteraan. Wolfs knikt 'en ik ga eraan kapot als ik hier blijf' reageert hij enkel. Hij gaat liggen en draait zijn rug naar Frank. 'Jullie redden het wel samen' zegt Wolfs nog voor de deur helemaal gesloten is.

Een dag later hebben Frank en Eva een afspraak bij de pastoor. 'In iedere relatie kunnen problemen opdoemen' zegt de pastoor tegen hen, terwijl hij voor ze uit loopt naar een tafel met wat stoeltjes. 'Of belangenconflicten, waardoor je elkaar verwijten gaat maken. En het is niet van belang om dat te vermijden. Het is van belang om daar goed mee om te gaan'. Eva glimlacht naar Frank 'dat je elkaar en elkaars positie wilt blijven begrijpen'. Eva werpt een cynische blik naar de pastoor. 'Zodat we elkaar kunnen vergeven' gaat deze verder terwijl hij Eva aankijkt. Eva knikt onopvallend naar de pastoor. Frank, die niet begrijpt dat de pastoor een dubbele betekenis heeft met deze uitspraak, legt zijn hand op Eva's rug. 'O, maar ik vergeef haar bij voorbaat alles'. Eva lacht even 'wat moet jij mij vergeven?' vraagt ze terwijl ze naast hem plaatsneemt. 'Nou, dat jij bijvoorbeeld nooit voor mij kookt'. Eva kijkt hem verbaast aan 'alsof jij durft op te eten wat ik kook'. De pastoor geeft Frank een kopje koffie aan 'dat is al een heel goed voorbeeld hoor' hij kijkt het stel aan. 'Ik heb al een levenslange relatie met god. En die kookt nooit'. Frank lacht even. De pastoor gaat verder 'nee, zeg het als je iets dwars zit. In plaats van elkaar verwijten te maken'. Eva kijkt verliefd naar Frank. 'Als jullie dat doen en elkaars mindere kanten accepteren...' Eva haar telefoon gaat intussen af en ze pakt hem meteen uit haar zak. 'Zoals die telefoon die op de gekste momenten afgaat' reageert Frank op haar ringtone 'enne, dat zij dan gaat rennen'. Eva heeft inmiddels haar toestel opgenomen. Ze kijkt schuldig naar Frank en de pastoor 'sorry, ik moet...'. De pastoor onderbreekt Eva en kijkt Frank aan 'ach, wie weet. Als ze eenmaal kinderen krijgt. Zoveel vrouwen stoppen met werken dan toch hè'. Frank vouwt zijn handen naar de hemel 'ik hoop het'. Eva kijkt verbaast naar de pastoor 'grapje' geeft deze haar terug. Ze blijft nog even twijfelend naar Frank kijken en richt zich dan weer op haar telefoon. 'Ik eh, ben er over tien minuten'. Ze hangt haar telefoon op en Frank geeft haar een klopje op haar been 'ga maar, ga maar'. Eva staat op en drukt een kus op Frank zijn wang. Ze pakt snel haar tas en legt haar hand op de schouder van de pastoor 'dank u'. Hij klopt op haar hand 'ja, dag'. Eva kijkt nog een keer naar Frank en rent dan gauw weg.

Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu