9.5 Wraak

210 13 4
                                    

Na het werk staat Wolfs te koken in de keuken van de Ponti. Eva komt in haar hardloopkleding de kamer inlopen. 'Wat maak je?' vraagt ze zodra ze ziet dat Wolfs met iets bezig is. 'Dat zijn Noordzeekreeftjes' antwoordt Wolfs, terwijl hij een kreeftje weglegt. 'Met kleine tomaatjes en een crème van vanille'. Hij hoort zijn ringtone, veegt zijn handen af aan zijn schort en neemt zijn telefoon op. Een zeer kort gesprek met Bols volgt, waarna Wolfs met enige frustratie zijn telefoon weer neerlegt. Eva, die net op haar telefoon haar looproute aan het checken is, kijkt even op. 'Geen toestemming?' vraagt ze geïnteresseerd. 'Henkie zal een andere dagbesteding moeten vinden' antwoordt haar partner. 'Mooi' reageert Eva, waarna ze een druif in haar mond steekt. Wolfs kijkt even naar het rivierkreeftje in zijn hand en vervolgens naar Eva. 'Wil je proeven?' vraagt hij haar. Eva kijkt even op en trekt een vies gezicht. 'Nee' zegt ze, waarna ze een volgende druif in haar mond steekt. Wolfs glimlacht even, pakt het kreeftje tussen zijn duim en wijsvinger en sluipt op Eva af. Vlak voor haar hoofd maakt hij monsterachtige geluiden, terwijl hij het kreeftje richting haar gezicht beweegt. Eva gilt hard en springt angstig op. Snel sprint ze de keuken uit. Wolfs kijkt haar lachend na, terwijl hij zijn vingers aflikt.

Al snel hoort Wolfs boven de douche aangaan en glimlachend schudt hij zijn hoofd. Eva zal nog wel even boven blijven. Hij draait zich weer naar de keuken en roert door de pan. Even kijkt hij de keuken rond, waarna hij de tafel dekt voor twee personen. Naast zijn bord zet hij een fles wijn en een glas en bij het andere bord zet hij een glas water. Hij opent de koelkast en pakt de benodigdheden voor de maaltijd van Eva. Fluitend snijdt hij de groente en zet het vlees op. Wolfs schenkt zijn glas al vol met wijn en geniet van het werk in de keuken. Zodra hij klaar is, schept hij de borden op. Hij trekt zijn schort uit en loopt de trap op. 'Eef?' vraagt hij terwijl hij op haar slaapkamerdeur klopt. 'Ga weg met die troep' hoort hij de stem van zijn partner. Wolfs grinnikt even en opent de deur een stukje. 'Ik heb iets lekkers voor je' zegt hij lief. 'Jaja' gelooft Eva er niets van. Ze kijkt haar partner argwanend aan. Wolfs glimlacht naar haar. 'Kom nou maar mee naar beneden' zegt hij, terwijl hij zelf alweer omdraait. Eva twijfelt even, maar loopt vervolgens toch achter Wolfs aan de trap af. Zodra ze de kelder inloopt, richt ze haar blik op de eettafel. 'Bami?' vraagt ze enthousiast. Wolfs knikt haar glimlachend toe. 'Maar ik geloof dat je net zei dat ik weg moest gaan met mijn troep, dus ik zal het maar weer weghalen' zegt hij pesterig, terwijl hij het bord bami oppakt. 'Nee!' roept Eva glimlachend. Ze pakt het bord uit Wolfs hand en zet het terug op tafel. Snel neemt ze plaats en neemt een grote hap. Wolfs gaat tegenover haar zitten en geniet van zijn rivierkreeftjes. Terwijl hij glimlachend toekijkt hoe Eva haar bami naar binnen werkt.

Nadat Wolfs en Eva hun bord leeggegeten hebben, ruimen ze samen de tafel af. Wolfs blijft even in de keuken hangen en staart naar de waterkoker. 'Wil je nog thee?' vraagt hij liefdevol. 'Of zullen we een stukje gaan wandelen en buiten de deur nog iets gaan drinken?' bedenkt hij zich een alternatief. Eva knikt eigenlijk direct. 'Dat lijkt me een goed idee' zegt ze, terwijl ze haar schoenen zoekt en aantrekt. Wolfs pakt alvast hun jassen en zijn huissleutels en samen verlaten ze de Ponti. Zwijgend en genietend van de rust, lopen de twee niet veel later langs de Maas. Ieder in zijn eigen gedachte. Zonder iets te hebben afgesproken, stoppen ze op hetzelfde moment met lopen en kijken naar de deur van een horecatentje. Wanneer ze zien dat de ander op hetzelfde moment gestopt is, schieten ze even in de lach. Ze lopen naar binnen en zoeken een plaatsje. Al snel komt er een medewerker aangelopen om hun bestelling op te nemen. 'Mogen wij een thee en een cappuccino?' Vraagt Wolfs voor hen beide. Eva knikt even en de man loopt weer weg. Wanneer Wolfs zijn partner aankijkt, ziet hij dat ze weer lacht. 'Wat is er?' vraagt hij haar. Eva haalt haar schouders op. 'Niets bijzonders' glimlacht ze. 'Je kent me gewoon goed'. Wolfs grinnikt even. 'Jij bent gewoon voorspelbaar. Jij neemt altijd hetzelfde'. Eva knikt even, daar heeft hij gelijk in. 'Was het ook zo voorspelbaar dat ik hier iets zou willen drinken dan?' vraagt ze zich hardop af. Wolfs haalt zijn schouders op. 'Blijkbaar voelden we dat gewoon allebei aan'.

Zodra hun drinken geserveerd wordt, starten Wolfs en Eva een gesprek over het werk. Over de zaak die ze net hebben afgerond samen en over Henkie Lampenkap. De twee gaan helemaal op in hun gesprek en vergeten alles en iedereen om zich heen. Wanneer de barmedewerker, voor de zoveelste keer deze avond, opnieuw komt vragen of ze nog iets willen drinken, kijkt Eva even op haar horloge. 'Het is al 22 uur' zegt ze verschrikt. Ze kijkt Wolfs even aan. 'Misschien kunnen we beter naar huis gaan?' Wolfs knikt en rekent af met de medewerker. Onderweg naar huis hervatten ze hun gesprek en lopen gezellig kletsend langs de Maas. Wanneer ze een half uurtje later thuis zijn, besluiten ze meteen naar bed te gaan. Ze wensen elkaar een fijne nacht en verdwijnen ieder naar hun eigen slaapkamer.

De volgende ochtend loopt Wolfs naar beneden en dekt de ontbijttafel. Hij schenkt een kop koffie en een glas sinaasappelsap voor zichzelf in en gaat zitten. Eva komt achter hem aan de keuken in gelopen. 'Ik moet zo weg' zegt ze, terwijl ze een glas chocomel leegdrinkt. Wolfs kijkt haar verbaast aan. 'We beginnen toch pas over een uur?' vraagt hij haar. Eva knikt 'ja, ik heb een afspraak met David'. Wolfs rolt, buiten Eva's zicht, met zijn ogen. 'Je hebt nog helemaal niets gegeten'. Eva haalt haar schouders op en opent de afvalbak. 'Ik pak wel iets van fruit'. Ze gooit wat verpakkingen weg en werpt een blik in de volle afvalbak. 'Moet je nou alweer?' vraagt Wolfs. 'Waar hebben jullie het toch allemaal over?' Eva rolt even met haar ogen. 'Ooit gehoord van privacy?' vraagt ze enigszins gepikeerd. Wolfs legt een boterham op zijn bord en besmeert hem met boter. Hij kijkt naar Eva. 'Ik vraag toch niet naar de inhoud van jullie gesprekken. Ik vraag naar de onderwerpen' zegt hij simpel. 'Gaat het over je jeugd, gaat het over ons werk, gaat het over voetbal?' Eva knoopt de vuilniszak dicht die ze net uit de afvalbak heeft gehaald. 'Weet je wat het is met jou, met jou is ieder gesprek áltijd een verhoor' zegt ze enigszins verwijtend. Wolfs glimlacht en legt een plakje kaas op de boterham voor zijn neus. 'Een verhoor' zucht hij. 'Ja' reageert Eva, terwijl ze een nieuwe zak in de bak doet, 'David luistert tenminste. Die luistert en die reageert. Geïnteresseerd'. Wolfs verdedigt zichzelf even. 'Geïnteresseerd vanuit zijn vak. Die man die luistert beroepsmatig naar jou. Zo zou het moeten zijn in ieder geval'. Eva loopt met de volle vuilniszak in haar hand langs Wolfs. 'Dat bedoel ik nou' zegt ze, terwijl ze de boterham aanpakt die hij haar aangeeft. Ze loopt door, maar draait zich om als Wolfs opnieuw begint. 'Mag ik je wat vragen uit interesse?' Ze kijkt hem even vragend aan. 'Hoeveel psychologen' hij stopt even en verbetert zichzelf. 'Hoeveel psychiaters, denk jij, zoeken hun patiënten op in het ziekenhuis, met bloemen en hun lievelingseten. Hoeveel denk je?' Zonder iets te zeggen, draait Eva zich weer om en loopt de trap op. 'Precies' mompelt Wolfs in zichzelf, waarna hij zijn sinaasappelsap opdrinkt.

Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu