15.10 en 15.11 Hoop sterft het laatst

365 9 9
                                    

Eva schenkt net een mok koffie in voor Wolfs en zichzelf wanneer Kamphuis de ruimte instapt en de aandacht van haar personeel vraagt. 'Zoals de meesten van jullie inmiddels wel weten, ga ik jullie verlaten' begint de teamchef. Eva wisselt even een blik met Marion, die haar lief toelacht. 'Met pijn in het hart, maar er wacht een mooie baan op me' gaat Kamphuis verder. 'Ik wil jullie mijn opvolger voorstellen. Dat wil zeggen, voorstellen is een groot woord, want mijn opvolger is inmiddels bij jullie allemaal wel bekend'. Wolfs kijkt van zijn baas naar zijn partner. Zijn blik straalt alleen maar trots uit. 'Ze heeft volgens de sollicitatiecommissie de juiste antecedenten om bureau Maastricht te leiden'. Eva voelt de spanning inmiddels in haar buik. Een glimlach is duidelijk rond haar mond te zien. 'De nieuwe hoofdinspecteur van bureau Maastricht is mevrouw Donna Martina'. Direct verdwijnt de lach van Eva's gezicht. Ze zoekt Kamphuis blik, die haar ernstig aankijkt. Ook de overige collega's kijken verbaast van Eva naar Donna, die inmiddels richting Kamphuis loopt. Marion trekt een vreemde blik naar Eva, die probeert haar emoties niet te laten zien en een lach forceert. Wolfs kijkt haar meelevend aan. Hij legt een hand op Eva's schouder, om zijn medeleven te uiten. Eva zucht een keer diep en kijkt dan haar partner aan. 'Ik ben blij dat we samen blijven'. Wolfs knikt haar toe 'ik ook'. Beide glimlachen naar elkaar, waarna Eva een tik tegen Wolfs arm geeft. 'Kom, we gaan dit vieren'. Ze draait zich om, steekt haar arm naar Wolfs uit en verlaat de ruimte. Wolfs pakt haar hand vast en volgt haar naar buiten.

Op de parkeerplaats houdt Wolfs Eva tegen. 'Hoe gaan we het vieren?' vraagt hij zijn partner. Eva draait zich naar hem toe met een grote glimlach op haar gezicht. Wolfs heeft geen woorden nodig. Hij zucht en rolt gespeeld met zijn ogen. 'Vooruit dan' zegt hij, waarna hij achter het stuur stapt. Eva gaat snel aan de passagierskant zitten, waarna ze het politiebureau achter zich laten. Niet veel later rijdt Wolfs het parkeerterrein van Eva's favoriete restaurant op. Eva opent de deur al, maar Wolfs legt zijn hand op haar arm. Verbaast richt zijn partner haar blik op hem. 'Ik doe dit voor jou, maar dan doen we het wel op mijn manier'. Eva kijkt hem verbaast aan. 'Wat bedoel je?' Een klein glimlachje verschijnt rond Wolfs mond. 'Wacht maar af'. Zijn ogen beginnen te glinsteren. 'Bestel jij maar eten voor ons. Ik moet even iets doen, maar ik ben terug voor je weer buiten staat'. Nog steeds verbaast kijkt Eva hem aan. Even twijfelt ze, maar als Wolfs haar toeknikt, stapt ze toch maar uit. Loopt de Chinees binnen en bestelt hun gebruikelijke recept.

Als Eva een paar minuten later weer buiten komt, staat Wolfs inderdaad weer op haar te wachten. Ze stapt snel in, waarna Wolfs direct vertrekt. 'Wat ben je gaan doen?' vraagt ze nieuwsgierig. Opnieuw ziet ze een twinkeling in Wolfs ogen. 'Dat zul je wel zien' zegt hij geheimzinnig. Eva besluit er niet meer op in te gaan. Ze staart uit het raam en ziet hoe Wolfs hen steeds verder van hun huis wegrijdt. Het duurt niet lang, of hij zet de auto ergens stil en stapt uit. Eva kijkt even rond en gaat dan twijfelend achter haar partner aan. Wolfs heeft inmiddels een deken en een tas uit de kofferbak gepakt en loopt een stukje van de auto vandaan. Hij spreidt de deken uit over het gras en kijkt zijn partner aan. 'Dit is het mooiste uitzichtpunt over de stad' zegt hij glimlachend. Hij wijst naar het kleed. 'Laten we van de omgeving genieten terwijl we eten'. Grinnikend loopt Eva op hem af en neemt plaats op het kleed. Ze pakt de bakjes uit het plastic tasje, terwijl Wolfs borden en bestek voor hen neerzet. Terwijl Eva hun borden vol schept, schenkt Wolfs een glas chocomel in voor Eva en een glas wijn voor zichzelf, waarna ze samen genieten van het eten, het uitzicht en het gezelschap.

Nadat hun borden leeggegeten zijn, verzamelen ze de vaat en het afval in verschillende zakken. Wolfs gaat wat verzitten, zodat hij met zijn rug tegen een boom kan leunen. Ook Eva wil het zichzelf wat gemakkelijker maken en gaat op haar rug liggen. Ze staart naar de wolken boven zich. Ze ligt nog geen minuut als ze weer gaat verliggen. Wolfs kijkt haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. Eva grinnikt even. 'Ik lig in een kuil' zegt ze, waarna ze haar hoofd op Wolfs benen plaatst en opnieuw naar de hemel staart. Wolfs mondhoeken kruipen omhoog, stiekem staart hij naar hoe zijn partner op zijn schoot ligt. Er gaan minuten van zwijgen voorbij, tot Eva haar blik op Wolfs richt. Wolfs, die nog steeds zat te staren, schrikt even op van de ogen die hem strak aankijken, maar glimlacht dan. 'Ik ben blij' zegt Eva enkel. Wolfs streelt zachtjes met zijn hand door haar haren. 'Ik ook' glimlacht hij dan. Opnieuw valt er een stilte, die ook opnieuw door Eva verbroken wordt. Dit keer kijkt ze juist niet naar haar partner. Ze heeft haar ogen gesloten. 'Ik was bang dat ik je kwijt was' zegt ze met emotie in haar stem. Ze houdt haar ogen dicht, zodat Wolfs diezelfde emotie niet ook nog in haar ogen kan lezen. Ze hoort hoe haar partner diep zucht. 'Ik ook' zegt hij daarna zacht. Ook hij sluit zijn ogen en laat zijn hoofd achteruit tegen de boom rusten. 'Ik ben al hele tijd bang dat ik je aan het verliezen ben' zegt hij vervolgens breekbaar. 'En vanmiddag kwam ineens het besef dat het wel eens voorgoed zou kunnen zijn'. Eva komt omhoog en draait haar hoofd naar hem toe. Als Wolfs zijn ogen opent, ziet hij dat in Eva's blik net zoveel emotie te lezen is als in die van hemzelf waarschijnlijk. Zonder iets te zeggen slaat ze haar armen op zijn nek en laat haar hoofd op zijn schouder rusten. Wolfs trekt haar dicht tegen zich aan en zwijgend blijven ze een tijdje zo zitten. 'Zullen we één ding afspreken' zegt Wolfs wanneer ze minuten later hun omhelzing verbreken. Eva kijkt hem vragend aan. 'Dat we het niet meer zo ver laten komen tussen ons?' Glimlachend schudt Eva haar hoofd en geeft Wolfs nog een korte knuffel, waarna het tweetal opstaat en terug naar de auto loopt.

Thuis aangekomen, ruimen ze de spullen van de picknick op, waarna Eva een blik op haar partner richt. 'Heb je zin om nog een film te kijken?' vraagt ze enigszins twijfelend. 'Altijd' glundert hij. Eva glimlacht naar hem. 'Is het goed als ik eerst nog even ga douchen? Dan hoef ik na de film mijn bed niet meer uit' vraagt Eva vervolgens. Wolfs knikt haar toe. 'Ik zal nog wat lekker meenemen'. Eva verdwijnt naar boven en Wolfs vult een dienblad met drinken en snacks voor hen. Zodra hij hoort dat Eva de badkamer weer uitloopt, loopt hij naar boven. Hij zet het dienblad op Eva's bed en loopt nog snel naar zijn eigen slaapkamer. Niet veel later komt hij de kamer weer in, in een comfortabele broek en een wit shirt. Eva kijkt hem glimlachend aan, waarna Wolfs zijn schouders ophaalt. 'Als jij het je comfortabel maakt, dan ik ook' knipoogt hij, waarna hij naast haar onder de dekens duikt.

Halverwege de film, legt Eva haar hoofd op Wolfs schouder. Hij slaat zijn arm om haar heen en trekt haar dicht tegen zich aan. Genietend van elkaars aanwezigheid, krijgen ze niet alles van de film meer mee. Beide zijn ze elders met hun gedachten, maar blij met de nabijheid van de ander. Het duurt niet lang, voor Wolfs iets meer gaat liggen in plaats van zitten. Eva beweegt met hem mee. Haar hoofd verschuift van zijn schouder naar zijn borst en ze laat haar hand op zijn buik rusten. Wolfs streelt zachtjes door haar haren en de geur van haar shampoo vindt zich een weg naar zijn neus. Genietend sluit hij zijn ogen, waarna hij langzaam in slaap dommelt.

De rechercheurs worden wakker van Eva's wekker en zijn enigszins verbaast van hoe ze hier samen in bed liggen. Een lachje vormt zich rond Wolfs zijn mond. 'Ik denk dat we in slaap zijn gevallen tijdens de film'. Eva schiet in de lach. 'Zou je denken ja?' Ze gaat rechtop zitten en rekt zich uit. 'We moeten gaan werken' zegt ze enkel. Wolfs knikt en stapt uit bed. Nadat ze zich hebben aangekleed, ontbijten ze snel en rijden naar het bureau.

Ze beginnen de dag zoals gebruikelijk met een kop koffie. Eva overhandigt Wolfs net een mok, wanneer Donna hen streng naar haar kantoor roept. Ze knippert een keer verbaast met haar ogen en schenkt dan voor zichzelf ook een mok vol koffie. 'De baas roept' zegt ze met een duidelijke ondertoon. 'En wij springen in het gelid' vult Wolfs haar aan. Eva kijkt hem even aan. 'We geven het een kans' zegt ze terwijl ze langs hem naar het kantoor van hun nieuwe baas loopt. Nog voor de deur gesloten is, kijkt Donna hen streng aan. 'Eddie is dood gevonden in zijn cel'. 'Dat meen je niet?' zegt Wolfs direct. 'Wat is er gebeurd?' Hij neemt plaats tegenover Donna. Eva gaat naast hem zitten. 'De Rijksrecherche doet onderzoek. Ze houden rekening met de mogelijkheid dat de door zijn advocaat gemelde mishandeling, op dit bureau, hem fataal is geworden'. Eva kijkt verbaast naar haar partner, maar Wolfs haalt zijn schouders op. 'Nou, dat lijkt me sterk. Ik heb hem met geen vinger aangeraakt'. 'Niet?' vraagt Donna hem. 'Mevrouw Kamphuis verklaarde dat u de opdracht had om hem fysiek aan te pakken'. Wolfs knikt ongelovig. 'Dat was niet nodig, hij begon meteen uit zichzelf te praten'. Bij Eva is de emotie inmiddels duidelijk zichtbaar in haar ogen. 'Hoe dan ook, uw rol wordt onderzocht door de Rijksrecherche. En jullie bemoeien je daar niet mee' gaat Donna verder. 'Dit is toch belachelijk' is het eerste wat Eva zegt sinds ze binnen is gekomen. 'Als hij hem al met een vinger aangeraakt zou hebben, dan was dat in opdracht. Dat zeg jij net zelf' neemt ze het voor haar partner op. 'Wil je dit echt zo spelen?' vraagt Wolfs direct. 'Meen je dat echt serieus?' Donna's blik gaat van Eva naar Wolfs. 'U bent met hem in de verhoor geweest, terwijl de camera's uitstonden. Als er bewijzen van mishandeling worden gevonden'. 'Donna! Kom op!' onderbreekt Wolfs haar. 'Mevrouw Martina! Voor jullie!' Eva laat haar hoofd zakken. Donna buigt voorover. 'Ik was van plan het verleden te laten rusten en een nieuwe start met jullie twee te maken. Maar als blijkt dat Eddie door mishandeling is overleden dan is het einde oefening'. Eva richt haar hoofd weer op. De tranen branden in haar ogen. 'Jullie kunnen gaan' zegt Donna enkel nog, waarna Wolfs direct opstaat en naar de deur loopt. Eva houdt haar blik nog even op haar baas gericht. 'Zo kleinzielig had ik jou niet verwacht' zegt ze wanneer ze opstaat. 'Ik raad u aal te vertrekken. Voor ik u wegens insubordinatie ook een traject inschuif'.


Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu