4.5 Huis en haard

206 11 0
                                    

Wolfs en Eva hebben de moord op een makelaar opgelost. Na een lange werkdag, zitten ze nu aan de keukentafel van de Ponti. Gedurende de zaak is het onderwerp van het gesprek een aantal keer uitgekomen op het kopen van een huis. Eva twijfelt of dit vanuit Wolf serieuze opmerkingen zouden zijn geweest. Ze is bang dat Wolfs misschien een ander huis wil kopen. Ergens wil ze het hem vragen, maar ze weet niet zo goed hoe. Wolfs merkt aan Eva dat ze ergens mee zit, maar koppig als ze is, houdt ze het natuurlijk voor zich. Hij legt zijn hand op die van Eva en ze ontwaakt uit haar gedachte. Wolfs kijkt haar aan 'wat gaat er door je hoofd?' Eva haalt haar schouders op. Ze zwijgt een tijdje. 'Kom op Eef, ik merk dat je ergens mee zit'. Eva zucht een keer diep. 'Ik bedacht me gewoon...' ze zwijgt weer even, ze zoekt naar de juiste woorden. Wolfs knikt haar bemoedigend toe. Ze kijkt hem aan 'zou je ergens anders willen wonen?' vraagt ze uiteindelijk voorzichtig. Wolfs ogen staren haar verward aan. 'Hoezo? Wil je me hier weg hebben' vraagt hij enigszins twijfelend. Eva schudt hard haar hoofd. 'Nee' zegt ze resoluut 'maar, je gooide het een paar keer op het woord tijdens de zaak'. Wolfs denkt terug aan de momenten in het makelaarskantoor. Hij lacht even 'ik was toch maar wat aan het dollen'. Zegt hij uiteindelijk geruststellend. Eva neemt een slok van haar drinken, ze staart even naar haar glas. 'Dus... Je laat me hier niet alleen achter?' vraagt ze uiteindelijk kleintjes. Wolfs staat op en trekt Eva uit haar stoel. Hij slaat zijn armen om haar heen. 'Gek' fluistert hij in haar haren. 'Natuurlijk laat ik je hier niet achter'. Nadat ze zo eventjes zijn blijven staan, duwt Wolfs Eva een klein stukje van zich af, zodat hij haar aan kan kijken. 'En als ik het me goed herinner, vroeg ik juist of dat geen huis voor ons zou zijn' glimlacht hij haar toe. Eva wendt haar blik af 'maar ik wil hier niet weg' zegt ze zachtjes. Wolfs trekt haar opnieuw tegen zich aan. 'Je hoeft hier ook niet weg. Het was maar een grap. We blijven hier gewoon wonen. Samen'. Hij voelt hoe Eva tegen zijn borst knikt en streelt nog even kort door haar haren. 'Heb je zin in een kop thee?' vraagt hij wanneer hij haar weer loslaat. Eva knikt 'graag' antwoordt ze en gaat weer aan de tafel zitten. Ze trekt een been op en pakt haar puzzelboekje.

Vanuit de keuken kijkt Wolfs hoe Eva geconcentreerd naar haar puzzel staart. Hij ziet een fronsrimpel op haar voorhoofd en glimlacht. Haar puzzel is blijkbaar lastig. Wolfs schenkt een kop thee in en maakt voor zichzelf een cappuccino. Hij loopt naar de keukentafel en zet het drinken neer. 'Kom je eruit?' vraagt hij glimlachend wanneer hij gaat zitten. Eva bromt iets onverstaanbaars en haar frons wordt nog groter. Wolfs pakt zijn telefoon uit zijn zak en kijkt of hij een berichtje heeft. 'Ja' roept Eva ineens. Wolfs kijkt op en ziet het stralende gezicht van Eva. Ze heeft waarschijnlijk eindelijk iets ontdekt in haar puzzel en krabbelt enthousiast wat cijfers op het papier. Hij schudt lachend zijn gezicht. Eva kijkt op 'wat zit jij nou te grinniken?' Wolfs lacht nog harder 'ik geniet gewoon van je enthousiasme' haalt hij zijn schouders op. Eva kijkt hem even verbaast aan, maar gaat dan weer verder met haar puzzel. In haar ooghoek ziet ze Wolfs iets intoetsen op zijn telefoon, waarna hij hem tegen zijn oor houdt. Niet veel later hangt hij zuchtend weer op en legt zijn telefoon weer op tafel. 'Wil ze je nog steeds niet spreken?' raadt Eva dat hij vast Fleur zal hebben gebeld. Wolfs schudt zijn hoofd 'ze neemt in ieder geval niet op'. Opnieuw toetst hij het nummer van zijn dochter in en houdt zijn telefoon weer tegen zijn oor. Weer krijgt hij haar voicemail te horen. Gefrustreerd gooit hij zijn telefoon terug op tafel. Nu is het Eva die haar hand op die van Wolfs legt. 'Laat het los. Wacht tot zij contact opneemt met jou in plaats van haar elke 5 minuten te bellen'. Wolfs zucht diep 'als het zo makkelijk zou zijn...' De rest van de avond gaan ze er verder niet meer op in.

De volgende dag, patrouilleren Eva en Wolfs door de stad. Nadat Wolfs 's ochtends weer heeft geprobeerd Fleur te bellen, besluit Eva terug te komen op hun gesprek van gisteravond. Ze pakt een winegum uit de zak in haar hand. 'Iedere dochter zet zich af tegen haar ouders. Dat hoort er gewoon bij'. Wolfs zucht en kijkt vluchtig naar de zak in Eva's hand 'dat jij die rotzooi eet'. Er komt een melding binnen over de portofoon, die ze beide negeren. Eva staart naar haar zak winegums, maar negeert zijn opmerking verder. 'Je moet haar gewoon met rust laten en dan komt het vanzelf goed'. Ze stopt een snoepje in haar mond. Wolfs pakt zijn porto en reageert alsnog op de melding 'hier de 1140, wij gaan er wel heen'. Eva kijkt hem bedenkelijk aan. 'We zijn toch in de buurt'. Met een geïrriteerde blik bergt Eva haar winegums op en zet de zwaailamp op de auto.

Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu