4.10 Hangen

242 10 5
                                    

Daan heeft Wolfs in de val gelokt. Met hulp van Loretta heeft hij Wolfs naar een boerderij buiten Maastricht gelokt. Daan heeft in die boerderij Loretta vermoord en probeert het erop te laten lijken alsof Wolfs de dader is. Hij heeft Wolfs opgehangen, zodat het lijkt of hij zelfmoord heeft gepleegd. Eva is net op tijd bij de boerderij en heeft, met hulp van collega's, Wolfs naar beneden kunnen halen. Nadat Wolfs, onder begeleiding van Eva, voor controle naar het ziekenhuis is gebracht, nemen ze samen de taxi naar huis.

Eva en Wolfs stappen uit de taxi. Eva rekent de rit af met de chauffeur en Wolfs loopt alvast richting de Ponti. Eva kijkt Wolfs na en ziet dat hij aan zijn nekbrace friemelt 'laat dat ding zou zitten' zegt ze streng tegen hem. Wolfs draait zich richting Eva terwijl zij afscheid neemt van de taxichauffeur. 'Dat ding zit nogal strak om mijn nek. Op en één of andere manier kan ik daar nu niet tegen' Wolfs stem klinkt schor door de verhanging. Eva loopt naar hem toe en legt haar handen op de brace. Voorzichtig probeert ze of ze hem iets losser kan maken. Ze laat haar handen in Wolfs nek liggen en kijkt hem schuldig aan. 'Ik had je moeten geloven' Wolfs kijkt haar zwijgend aan. 'Sorry' zegt Eva terwijl ze Wolfs in een omhelzing trekt. Wolfs slaat zijn handen ook om Eva heen en even knuffelen ze elkaar innig op straat, voor de deur van de Ponti.

Na binnenkomst, loopt Wolfs meteen de trap op naar boven. Eva kijkt hem na 'wat ga je doen?' vraagt ze bezorgd terwijl ze achter hem de trap oploopt. 'Iets schoons aantrekken, deze kleren zitten vol bloedvlekken'. Boven aangekomen loopt Wolfs direct door naar zijn slaapkamer. Eva volgt hem. In de deuropening blijft ze even staan 'moet ik helpen?' vraagt ze voorzichtig. Wolfs draait zich naar haar toe, terwijl hij met zijn handen aan zijn nekbrace friemelt. 'Dat ding moet af' zucht hij gefrustreerd. Eva loopt naar Wolfs toe en legt haar handen liefdevol op die van hem. 'Wolfs' zucht ze zachtjes. 'Je moet dat ding om houden, hoe vervelend je het ook vindt'. Ze klinkt streng, maar meelevend. Wolfs kijkt haar indringend aan 'ik kan zo mijn kleren toch niet uittrekken!' Eva glimlacht even. Ze legt haar handen op de boord van Wolfs colbert en laat het jasje voorzichtig van zijn schouders glijden. 'Zie je wel dat het lukt'. Ook Wolfs kan nu een kleine glimlach niet onderdrukken. Eva laat haar handen even op Wolfs borst rusten en knoopt voorzichtig zijn overhemd open. Wolfs grinnikt even 'hier heb ik lang op moeten wachten'. Eva kijkt hem gemaakt streng aan 'haal je maar niets in je hoofd vriend. Ik help je in een nieuw shirt en dan is het weer klaar'. Wolfs haalt zijn schouders op 'jammer' zegt hij nog terwijl Eva ook zijn overhemd langzaam over zijn schouders laat glijden.

Met schone kleren, loopt Wolfs naar de keuken. Eva loopt achter hem aan en loopt meteen naar de koelkast. 'Wil je iets drinken?' Wolfs knikt dankbaar. Eva schenkt voor hen beide iets in en zet de glazen op tafel. Ze neemt plaats tegenover Wolfs en legt haar hand op die van hem. 'Het spijt me echt Wolfs' zegt ze met een brok in haar keel. 'Ik weet niet waarom ik je niet meteen geloofde... Er gebeurde zoveel, dat ik gewoon twijfelde. Ik had nooit aan je mogen twijfelen, ik ken je al zo lang. Als ik niet getwijfeld had, was jij niet bijna dood geweest'. Langzaam vullen Eva's ogen zich met tranen. Wolfs staat op en trekt Eva omhoog. Hij slaat zijn armen om haar heen en drukt een kus op haar hoofd. 'Het is goed Eef' fluistert hij in haar haren. 'Het is goed gekomen'. Wolfs voelt hoe Eva knikt tegen zijn borst. Hij pakt haar gezicht in zijn handen en veegt met zijn duim een traan van haar wang. 'Ik weet dat je diep in je hart wel in mij geloofde, ook al voelde je even wat twijfel. Diep in je hart zul je altijd in mij geloven, net zoals ik altijd in jou zal geloven'. Voorzichtig knikt Eva, terwijl haar hoofd nog steeds in Wolfs handen rust. Hij drukt nog een kus op haar voorhoofd en slaat zijn armen weer om haar heen.

Niet veel later kijkt Wolfs op naar Eva. 'Ik ga naar bed. Het was een zware dag' Eva knikt en zet ruimt gauw hun glazen op. 'Ik loop met je mee. Ik zal je even helpen'. Wolfs kijkt haar even aan. 'Als ik dat ding gewoon uit kan doen, heb ik geen hulp nodig'. Eva reageert direct streng. 'Dat ding blijft aan, de arts heeft hem niet voor niets omgedaan'. Wolfs zucht. Hij weet dat hij dit niet gaat winnen van Eva. Als hij de brace nu af probeert te doen, zal ze echt boos worden. Hij zucht en loopt naar boven. Eva volgt hem weer zijn kamer in. Net als een paar uur eerder, knoopt ze voorzichtig zijn overhemd open en laat het langs zijn schouders glijden. 'Wil je nog iets anders aan?' vraagt ze hem lief. Wolfs schudt zijn hoofd 'ik slaap wel zo, anders wordt het zo'n gedoe'. Eva knikt en kijkt toe hoe Wolfs in bed gaat liggen. Ze glimlacht even en draait naar de deur. Net voor ze de kamer uitstapt, hoort ze de schorre stem van Wolfs 'Eef?' vraagt hij zachtjes. Ze draait zich naar hem om en kijkt hem vragend aan. 'Kom je nog even hier liggen' er klinkt een kleine twijfel in zijn stem terwijl hij de vraag stelt. Eva trekt gauw haar schoenen uit en laat zich op het bed zakken. Wolfs slaat een arm om haar heen en trekt haar wat dichter tegen zich aan. Eva legt haar hoofd op Wolfs borst 'als ik je pijn doe moet je het zeggen hè' zegt ze zachtjes. Wolfs streelt met zijn hand door haar haren 'je doet me geen pijn'. Zwijgend blijven ze zo in elkaars armen liggen. Eva twijfelt even of ze niet gewoon naar haar eigen kamer moet gaan. Is het niet vreemd dat ze hier nu met Wolfs in bed ligt? Maar voor ze er echt goed over na kan denken, dommelt ze rustig in slaap.

De volgende ochtend wordt Wolfs wakker en kijkt naast zich. Eva ligt nog steeds naast hem te slapen. Ze was blijkbaar zo moe, dat ze met haar kleren nog aan in zijn armen in slaap is gevallen. Hij glimlacht even. Ze ligt zo vredig te slapen, zo wil hij wel vaker wakker worden. Voorzichtig stapt hij uit bed en loopt naar de badkamer. Voor de spiegel bekijkt hij zijn nekbrace. Met wat moeite krijgt hij het ding af. Hij wrijft langs zijn gevoelige nek en probeert hoe ver hij zijn nek kan bewegen. Het valt hem niet tegen. Hij stapt snel onder de douche, kleedt zich aan en loopt naar beneden. Zijn brace laat hij af. Eva wordt inmiddels ook wakker en kijkt even duf om zich heen. Het duurt even voor ze beseft waar ze is. Ze kijkt de kamer rond, op zoek naar Wolfs, maar ziet hem nergens. Hij zal al wel beneden zijn. Eva loopt naar de badkamer om te douchen, ze doet de deur open en ziet de nekbrace van Wolfs liggen. Hij is ook echt stronteigenwijs, denkt ze terwijl ze de douche in stapt. Niet veel later loopt Eva fris en fruitig met de brace in haar handen de keuken in. 'Wat is dit?' vraagt ze streng aan Wolfs. Hij kijkt op van zijn ontbijt en zegt sarcastisch 'Dat Eva noemen ze nu een nekbrace'. Eva zucht diep. 'Ik weet wat dit is, waarom heb ik het hier vast en zit het niet om jouw nek?' Wolfs kijkt haar indringend aan. 'Ik ben dat ding beu Eef! Ik kan prima zonder, kijk maar' hij beweegt zijn nek van links naar rechts en van boven naar beneden. Eva besluit hier nu geen discussie over te starten, maar loopt wel naar hem toe. Ze streelt met haar vingers langs de striemen in Wolfs hals. 'Geen pijn meer?' vraagt ze voor de zekerheid. Wolfs schudt zijn hoofd 'geen pijn meer' herhaalt hij de woorden van zijn partner. Hij reikt Eva een boterham met kaas aan en ruimt zijn eigen bord al op. 'Kom' zegt hij fel terwijl hij haar aan haar arm meetrekt naar de trap. 'We gaan naar het bureau'. Verbaast kijkt Eva hem aan. 'Hoe wil je daar naartoe?' Wolfs reageert stug 'de taxi is er over een paar minuten'.

Buiten aangekomen, komt de taxi net aanrijden. Wolfs stapt meteen in en geeft het adres door. Verbouwereerd stapt Eva ook in de auto. Ze weet even niet wat ze moet zeggen, gisteren leek Wolfs enigszins rustig, maar vandaag is hij juist erg fel. Aangekomen bij het bureau, stapt Wolfs meteen uit. Nog voordat de taxi helemaal stil staat, heeft hij zijn deur al open. Eva stapt aan de andere kant ook snel uit. Eindelijk kan ze wat woorden vinden om iets te kunnen zeggen. 'Doe het nou niet! Je hoeft echt niet weer gelijk aan het werk' roept ze hem na. Nog steeds schor en gefrustreerd loopt Wolfs door. 'Aan het werk? Ik ga naar Hoeben om te zeggen wat ik van hem vind! En daarna ga ik Daan zoeken!'. Eva zucht 'Hoeben was echt niet de enige die dacht dat jij gek geworden waas'. Woedend loopt Wolfs voor Eva uit de trap op 'het kan me niet schelen dat ik onredelijk ben. Ik werk nooit meer met die man!' Hij stapt boos de kantoortuin in, Eva loopt gefrustreerd achter hem aan. 'Dan neem jij dus gewoon ontslag?' Steeds harder lopend vervolgt Wolfs zijn weg 'Ja! Als dat de enige mogelijkheid is!' Romeo staat verbaast op als hij hen binnen ziet komen 'wat doe jij hier?' Wolfs reageert nog steeds gefrustreerd 'praten met jouw baas!' Vol woede trekt Wolfs de deur van het kantoor open. Hij kijkt rond, maar ziet niemand. Hij draait zich om naar Eva die achter hem staat 'Waar is die zak?!' Achter haar hoort Eva een bekende vrouwelijke stem achter zich horen. 'Hier niet in ieder geval'. Eva draait zich met een ruk om en kijkt in het gezicht van Flamand. Wolfs kijkt haar aan 'Wat doet u hier?' Flamand kijkt hem aan en antwoord rustig. 'Ook goedemorgen Wolfs. Ik had jou nog niet verwacht hier'. Wolfs stapt op haar af. 'Waar is Hoeben?' Flamand reageert streng 'hoofdinspecteur Hoeben is bevorderd'. Eva kijkt verbaast naar Flamand 'wat doet u hier?' Flamand laat een klein lachje zien. 'Mijn taak bij Interpol zat erop, dus ik ben weer terug op mijn oude plek. Bezwaar?' Wolfs draait zich wat ongemakkelijk weg 'nee, natuurlijk niet'. Eva stottert even 'wat leuk'.

Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu