6.10 Patsy

276 10 0
                                    

Wolfs en Eva zitten in een restaurantje. Eva friemelt wat aan haar vingers en kijkt naar buiten. 'Hij was het gewoon. In dat graf. M'n pa'. Wolfs draait zich naar haar toe. 'Ja' bevestigt hij. Hij probeert haar gevoel te peilen. 'Voel je je schuldig?' Eva kijkt hem aan. 'Nee' zegt ze resoluut. 'Hij heeft zoveel kapot gemaakt'. Ze kijkt naar haar vingers. Wolfs pakt haar hand vast. 'Ben je opgelucht?' vraagt hij terwijl hij Eva toeknikt. Eva legt haar andere hand op de zijne. 'Ja' zegt ze met een kleine glimlach rond haar mond. 'Ik geloof het wel'. Ze kijkt Wolfs even diep aan en kijkt dan naar hun handen. Ze legt haar kin op zijn hand. 'Alleen blijft het gek dat iemand op mijn oude kamer, met dat liedje, een meisje heeft verkracht' zegt ze tegen haar partner. Wolfs kijkt haar even strak aan. Eva wendt haar blik af en kijkt naar hun handen, glimlacht en laat dan de hand van Wolfs weer los. Ze neemt een slok van haar drinken. 'Eef' gooit Wolfs met een lach het gesprek op een ander onderwerp. 'Wij hebben wel de president van de verenigde staten gered hè, jij en ik' hij wijst even van zichzelf naar Eva. 'Twee agentjes uit Maastricht'. Eva lacht 'grappig hè'. Ook Wolfs lacht 'ik vind wel dat wij bubbels hebben verdiend'. Eva grinnikt 'water met bubbels, dat is goed genoeg'. Wolfs draait zich richting iemand van de bediening terwijl Eva een blik naar het terras werpt. Ze kijkt verbaast op, kijkt Wolfs aan en kijkt daarna terug naar buiten. Wolfs volgt haar blik. Op het terras zit Daan de Vos, hij zwaait naar hen. Eva en Wolfs kijken elkaar nog een keer aan, springen op van de tafel en rennen richting Daan.

Eva duikt bovenop Daan, waardoor hij achteruit van zijn stoel valt. Wolfs springt meteen bovenop hem en geeft Daan een vuist op zijn kaak. Hij heft zijn hand terug omhoog en slaat ook nog een keer tegen zijn slaap. Daan is overrompelt door deze actie en kan zich niet verdedigen. Na nog een derde klap houdt Eva Wolfs tegen. Ze kijkt hem even doordringend aan. Wolfs staat op en draait zich van Daan weg. 'Bel voor een auto' dwingt Eva hem. Wolfs loopt weg en pakt zijn telefoon uit zijn zak. Eva blijft intussen bij Daan en draait hem op zijn buik, met zijn armen op zijn rug. Daan begint langzaam bij zijn positieve te komen en probeert Eva aan te kijken. 'Jullie kunnen me niks maken' zegt hij met een doordringende stem. Eva draait zijn arm nog net iets hoger, zodat het pijnlijk wordt voor Daan. 'Daan de Vos' spreekt ze met luide stem. 'Je bent aangehouden'. Op dat moment komt Wolfs teruggelopen, hij probeert van Eva's gezicht af te lezen hoe het met haar gaat. Ze glimlacht even naar haar partner. Daan sputtert wat tegen. 'Aangehouden waarvoor?' vraagt hij boos. Wolfs blijft achter Daan staan. 'Aanranding' zegt hij venijnig. Eva kijkt Wolfs even verbaast aan, Wolfs ziet haar blik en kijkt diep in haar ogen. 'Suus' zegt hij zacht. Eva staat haast perplex. Wolfs zou nog best eens gelijk kunnen hebben.

De collega's arriveren en nemen Daan mee naar het bureau. Wolfs en Eva volgen hen in hun eigen auto. Op het bureau gaat de manier van aanhouding van Daan de Vos al rond. Nog voor Wolfs en Eva het verhoor in kunnen lopen, worden ze tegengehouden door hun baas. 'Wolfs, van Dongen!' dendert er door de kantoortuin. De twee rechercheurs kijken elkaar even aan. Zuchten diep en lopen naar het kantoor van hun baas. Nog voor ze goed en wel zitten, brandt Mechels los. 'Hoe halen jullie het in je hoofd!' roept ze haar mensen toe. 'Iemand in elkaar slaan op een terras!'. Wolfs onderbreekt haar. 'We hebben hem niet in elkaar geslagen, we hebben hem aangehouden' zegt hij ad rem. 'Dat is aan zijn gezicht te zien ja!' buldert zijn baas terug. 'En aangehouden op grond waarvan?' vraagt ze boos verder. De rechercheurs zwijgen even. 'Nou wordt het helemaal mooi' gaat Mechels door. 'Jullie weten niet eens waarom je hem hebt aangehouden'. Eva kijkt even naar beneden. 'Aanranding' zegt ze zacht. 'Pardon!' buldert haar baas. Eva recht haar rug en kijkt haar baas aan. 'Op verdenking van aanranding' spreekt ze dit keer duidelijker. Mechels kijkt haar verbaast aan 'van wie?' Eva kijkt even diep in de ogen van haar baas. 'Suus' zegt ze dan. Ze ziet wat verwarring in de ogen van haar baas. 'Dat meisje, op mijn oude kamer' verduidelijkt Eva de situatie. Mechels kijkt van Eva naar Wolfs. 'Hoe weten jullie dat hij dat was?' vraagt ze iets minder boos, maar nog duidelijk niet rustig. Nu neemt Wolfs het woord. 'Daan de Vos zal er alles aan doen, om ons het leven zuur te maken' zegt hij met irritatie in zijn stem. Mechels kijkt hem even aan. 'Dus heeft hij een meisje aangerand?' vraagt ze ongelovig. Wolfs knikt 'niet zomaar een meisje. Een meisje in Eva haar oude kamer, op een liedje uit Eva haar verleden'. Wolfs snapt niet dat zijn baas het niet begrijpt. 'Maar' gaat Mechels verder. 'Hoe moet hij dat weten?' Wolfs haalt zijn schouders op. 'Die man weet alles' zegt hij grimmig. 'En nu gaan wij hem verhoren' zegt Wolfs stellig terwijl hij op probeert te staan. 'Nee dat gaan jullie niet!' buldert zijn baas hen toe. Wolfs laat zich weet terugzakken in zijn stoel.

Mechels zucht een keer diep om haar frustratie de baas te blijven. Er valt een stilte, waarin ze van Wolfs naar Eva kijkt en terug. 'Goed' begint ze op een strenge toon. 'Een aanhouding als deze kan ik niet goedkeuren natuurlijk. Dit heeft consequenties voor jullie allebei' ze kijkt doordringend in de ogen van Wolfs en Eva. 'Tot nader orde, werken jullie terug op straat, in uniform' spreekt ze langzaam, maar met dwingende toon. 'Wat!' roept Wolfs terwijl hij op wil vliegen, maar dan voelt hij Eva's hand op zijn arm. 'Kom' zegt Eva een stuk rustiger dan Wolfs. Ze staat op en trekt Wolfs omhoog. 'We gaan naar huis' spreekt Eva hem toe terwijl ze Wolfs voor zich uit het kantoor van hun baas uitduwt. Wolfs laat zich door Eva begeleiden en stapt het kantoor uit. Net voordat Eva de deur wil sluiten, stapt ze het kantoor van Mechels weer in. Ze kijkt haar baas strak aan. 'Daan de Vos is een manipulatieve, gestoorde gek, die iedereen om zijn vinger weet te winden met zijn mooie praatjes. Maar hij zal er alles aan doen om Wolfs kapot te maken' zegt ze langzaam en overtuigend tegen haar baas, waarna ze zich alsnog om wil draaien. 'Eva' houdt Mechels haar nog even tegen. Eva kijkt haar baas aan. Een stuk vriendelijker dan eerst kijkt Mechels terug. 'Jullie mogen blij zijn dat je geen schorsing krijgt, of zelfs je ontslag' zegt ze rustig. Eva knikt naar haar baas en verlaat samen met Wolfs het bureau.

De volgende dag staan Wolfs en Eva in hun uniform in een steeg. Ze buigen zich over een lijk. Wolfs bukt even 'oog, hart en mond' zegt hij terwijl hij het lichaam bekijkt. 'Afrekening?' raadt Eva 'te veel gezien, te veel gepraat'. Ze loopt om het lichaam heen en bukt bij zijn been. 'Oei, hier heeft ook iets hem te grazen gehad' zegt ze terwijl ze de wond bekijkt. Wolfs haalt de portemonnee uit de zak van het slachtoffer. 'Jannes van Hoven' leest hij voor vanaf de pasjes. Eva kijkt even op 'oh, die ken ik'. Wolfs kijkt haar aan 'waarvan?' Eva denkt even terug 'eh, ik heb hem een keer verhoord. Hij werd ervan verdacht om toeristen naar drugspanden te loodsen. Justitie maakte een vormfout, hij had geluk'. Eva staat weer op. 'Nou ja, wat je geluk noemt hè' zegt Wolfs terwijl ook hij opstaat. 'Hij had beter vast kunnen zitten'. Eva glimlacht even. 'Zit er verder nog iets in?' vraagt ze terwijl ze naar de portemonnee knikt. Een andere collega komt ook de steeg ingelopen. 'Waarom hebben jullie de recherche nog niet gewaarschuwd?'. Eva kijkt even naar haar partner. 'Oh eh, ja daar hebben we nog helemaal niet aan gedacht'. Wolfs lacht even naar haar.

Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu