10.2 Het model

246 12 2
                                    

Nadat een oud collega, heibel heeft gemaakt over de dood van zijn dochter, zijn Wolfs en Eva in de zaak gedoken. Hoewel alles wees op zelfmoord, hebben ze toch wat opvallende dingen ontdekt. Nadat ze verschillende mensen verhoord hebben en alle bewijzen zijn onderzocht, hebben ze de vriend van het meisje aangehouden. Deze kunstenaar ging flink tekeer toen Wolfs en Eva hem aanhielden. Op het bureau brengen ze de man direct naar een cel en besluiten hem de volgende dag te verhoren. Wanneer ze naar de kantoortuin lopen, legt Wolfs zijn hand op Eva's schouder. 'Ben je oké?' vraagt hij liefdevol, terwijl hij zachtjes in haar schouder knijpt. 'Ja hoor, hoezo?' vraagt Eva, terwijl ze hem over haar schouder aankijkt. Wolfs glimlacht naar haar. 'Het was niet niets dat hij allemaal riep toen je hem boeide' zegt hij zachtjes. Eva kijkt hem even aan. 'Ach, die man spoort niet' zegt ze vervolgens schouderophalend, terwijl ze doorloopt om haar spullen te pakken.

Buiten het bureau, kijkt Eva omhoog en snuift de lucht op. Wolfs kijkt haar enigszins bedenkelijk aan. 'Het is nog steeds heerlijk weer' glimlacht Eva als ze de blik van haar partner ziet. Wolfs knikt enkel. 'Veel te mooi weer om de hele avond binnen te zitten' besluit Eva. Wolfs grinnikt kort, 'laat me raden, jij gaat dadelijk hardlopen?' Een lach verschijnt op Eva's gezicht. 'Grote ronde zeker?' komt er direct achteraan. Eva haalt haar schouders op. 'Ik weet het nog niet' glimlacht ze, waarna ze naar de auto loopt. Vlak voordat ze thuis zijn, kijkt Wolfs even naar zijn partner. 'Hoe graag wil jij gaan hardlopen?' vraagt hij haar met een twinkeling in zijn ogen. Eva kijkt hem even bedenkelijk aan. 'Waarop vraag je dat?' Wolfs haalt zijn schouders op. 'Je zei dat het te mooi weer was om binnen te zitten, maar we kunnen ook iets anders doen buiten'. Eva trekt haar wenkbrauwen op, terwijl ze naar Wolfs kijkt. 'Wat ben je van plan?' vraagt ze twijfelend. Wolfs grinnikt kort om de blik in haar gezicht. 'Niets bijzonders' glimlacht hij. 'Ik kan wat hapjes maken in plaats van uitgebreid te koken, dan kunnen we gaan picknicken in het park bijvoorbeeld' haalt hij zijn schouders op. Een glimlach verschijnt op Eva's gezicht. 'Tenzij jij liever gaat lopen natuurlijk' haalt Wolfs zijn schouders op. 'Nee!' roept Eva haast, 'picknicken lijkt me gezellig' zegt ze een stuk zachter, met een lichte blos op haar wangen.

Wolfs verdwijnt meteen richting de keuken, terwijl Eva naar boven vertrekt. Ze loopt naar de zolder van het oude pand en kijkt wat in het rond. Ze komt hier eigenlijk nooit. Hier staan alleen spullen opgeslagen die ze nooit meer gebruikt. Sommige spullen nog van Frank, of uit haar jeugd. In de loop der jaren zijn er ook van Wolfs wat spullen op de zolder beland. Het is een grote ruimte, gevuld met oude herinneringen. Met voorwerpen die nooit meer gebruikt worden, maar waarvan de emotionele waarde te hoog is ze weg te doen. Eva rommelt wat tussen de dozen en vindt dan wat ze zoekt. Ze pakt een grote picknickmand achter een aantal dozen vandaan en blaast de stof eraf. Met de mand in haar handen, loopt ze naar beneden. 'Kijk wat ik gevonden heb!' roept ze glunderend terwijl ze de keuken inloopt. Wolfs kijkt haar aan. 'Een mand?' vraagt hij enkel. Eva knikt en zet de mand op tafel. Ze opent de mand en een stapel plastic serviesgoed en bestek komt tevoorschijn. 'De picknickmand van Frank' glimlacht ze met emotie in haar ogen. Wolfs loopt op haar af en kijkt wat er allemaal in de mand zit. Hij glimlacht als hij Eva de mand ziet uitruimen. De picknickmand is duidelijk altijd gebruikt voor twee personen. Hij ziet twee bordjes, twee bekers, twee plastic glazen... van alles twee. Hij legt kort zijn hand op Eva's onderrug. Eva lijkt enigszins op te schrikken uit haar gedachte. 'Ik dacht...' zegt ze enkel, ze lijkt even te twijfelen. Wolfs glimlacht haar toe. 'Goed idee' zegt hij zonder te wachten tot ze de rest van de zin uitgesproken heeft. Eva lacht hem dankbaar toe en loopt naar de keuken. 'Ik zal hem even schoonmaken' grinnikt ze. 'Die mand staat al jaren stof te vangen'. Wolfs knikt en gaat verder met de hapjes waaraan hij net begonnen was.

Nadat Eva de mand en alles wat erin zat heeft schoongemaakt, loopt ze opnieuw de trap op. Dit keer eindigt ze bij haar eigen slaapkamer en opent de kledingkast. Ze gaat op haar knieën voor de kast zitten en rommelt wat op de onderste plank. Als ze niet vindt wat ze zoekt, pakt ze een stoel om de bovenste plank leeg te trekken. Helemaal achterin vindt ze uiteindelijk wat ze zocht. Ze schudt het kleed uit en vouwt het opnieuw op. Weer loopt ze naar beneden. Dit keer zonder nadrukkelijk aan te geven wat ze mee heeft genomen, legt ze het kleed op tafel. Ze werpt een blik in de mand en ziet dat Wolfs deze al volop aan het vullen is. Glimlachend loopt ze richting haar partner. 'Ik heb er zin in' glundert ze, terwijl ze een druif uit het schaaltje pakt en in haar mond steekt. Wolfs glimlacht naar haar. 'Ik ook' zegt hij vervolgens.

Een minuut of twintig later, loopt het tweetal richting het stadspark. Ze zoeken een mooi plekje op het gras en Eva strijkt het picknickkleed glad. Wolfs zet de mand erop en haalt langzaam alles eruit dat hij ingepakt had. Eva gaat op haar knieën naast de mand zitten en kijkt nieuwsgierig wat er allemaal tevoorschijn komt. Zodra Wolfs alles heeft uitgestald, pakt hij een fles chocomel en kijkt Eva vragend aan. Lachend knikt ze met haar hoofd, waarna ze al snel een beker met haar lievelingsdrank in haar handen geduwd krijgt. Voor zichzelf heeft Wolfs een fles wijn meegenomen. Hij schenkt een glas in en gaat genietend met zijn rug tegen een boom zitten. Hij kijkt even rond en ziet dat het nog best druk is in het park. Rechts ziet hij hoe een gezinnetje de eendjes aan het voeren is bij het water, een stukje verderop staat een groepje jeugd te voetballen en links van hen spelen wat kinderen met een hond. Hij sluit zijn ogen en luistert naar de rumoer die langs hem heen raast. Hij heeft niet in de gaten dat Eva hem vragend aankijkt. 'Wat is er met jou?' vraagt ze hem haast lachend. Wolfs opent zijn ogen weer en kijkt met een gelukzalige blik naar zijn collega. 'Hier was ik aan toe' glimlacht hij. 'Avondzonnetje, wijn, lekkere hapjes en gezelligheid om me heen'. Eva schudt lachend haar hoofd en stopt een gehaktballetje in haar mond.

Het tweetal zit de rest van de avond op hun picknickkleed. Ze kletsen over van alles, eten de hapjes die Wolfs gemaakt heeft en genieten van het heerlijke weer. Nadat Eva genoeg op heeft, gaat ze met op haar rug op het kleed liggen. Haar knieën opgetrokken, handen onder haar hoofd gevouwen. Ze staart naar de roodoranje lucht boven haar en probeert even aan niets te denken. Wolfs richt zijn blik op haar en glimlacht. Hij besluit even niets tegen haar te zeggen en sluit zelf zijn ogen weer, terwijl hij zijn hoofd opnieuw tegen de boom laat rusten. Wolfs weet niet hoe lang hij zo gezeten heeft, maar wanneer hij zijn ogen weer opent, ziet hij dat het langzaam donker begint te worden. Hij kijkt naar Eva en ziet dat zij ook haar ogen gesloten heeft. Hij vraagt zich af of ze nog wakker is, of in slaap is gevallen. Glimlachend komt hij omhoog en ruimt alle spullen weer op in de mand. Inmiddels denk hij vrij zeker te weten dat Eva in slaap is gevallen, anders had ze inmiddels al lang opgekeken. Hij hurkt naast haar neer en streelt zachtjes met zijn hand langs haar wang. 'Eef?' fluistert hij zachtjes. Zijn partner opent voorzichtig zijn ogen. 'Kom', zegt hij, 'we gaan naar huis'. Een glimlach verschijnt op Eva's gezicht, terwijl ze rechtop gaat zitten. 'Ben ik in slaap gevallen?' vraagt ze twijfelend. Wolfs knikt haar glimlachend toe. 'Hoe lang?' vraagt Eva haast beschaamd. Wolfs haalt zijn schouders op. 'Toen ik mijn ogen opende, sliep je' zegt hij nuchter. Eva schiet in de lach en staat op. Ze vouwt het picknickkleed op en loopt samen met Wolfs terug naar de Ponti.

Wanneer ze de volgende dag in de auto zitten richting het bureau, krijgen ze een melding. Ze worden opgeroepen voor een verdacht overlijden. Bij binnenkomst, staat Romeo met de man van het slachtoffer te praten. Wolfs loopt voorbij Marion en stapt op Romeo en de man af. Hij houdt zijn identificatie omhoog. 'Floris Wolfs, recherche' stelt hij zichzelf voor. De man knikt kort. 'Aad Bosman. Ehm, mijn vrouw is Hedwig van Hees en ...' hij kijkt even opzij en ziet Marion en Eva staan. 'Jij kutwijf!' schreeuwt hij direct zodra hij Marion ziet. 'We hebben het toch gezegd?!' Hij loopt op Marion af. 'Als het echt mijn vrouw is, dan sleep ik jou voor de rechter'. Eva kijkt hem streng aan. 'Waar gaat dit over?' vraagt ze terwijl de man zich terug wil draaien. Marion kijkt de man aan. 'Meneer heeft aangifte gedaan wegens bedreiging' legt ze uit. 'Ja! En jullie hebben niets gedaan' loopt hij opnieuw dreigend op Marion af. Eva kijkt even moeilijk, waarna ze Marion geruststellend over haar arm streelt. 'We kunnen, ga je mee' wordt ze al snel door Wolfs geroepen.

Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu