14.

829 48 8
                                    

Wolfs pov

Door kramp in mijn nek word ik wakker. Dan weet ik het weer. Ik lig buiten op het bankje, ik ril van de kou. Het is inmiddels al licht geworden, wat betekent dat het ochtend is. Als ik me rechtop druk, merk ik dat al mijn spieren stijf zijn. Met moeite sta ik op en probeer weer de sleutel in de deur te doen. Tot mijn grote opluchting gaat hij nu wél open. Eigenlijk verbaasd het me nog wel. Ik had verwacht dat hij er niet eens aan zou denken om het slot eraf te halen. Nog rillend van de kou stap ik naar binnen. Als allereerst heb ik behoefte aan een warme douche. Zo stil mogelijk loop ik naar boven en leg mijn kleren op een kruk. Ik stap onder de douche en al snel stroomt het warme water over mijn lichaam. De spanning in mijn lijf neemt al een beetje af. Na een verschrikkelijke nacht is dat wel even lekker. Na een paar minuten draai ik de kraan uit en trek ik schone kleren aan. Als ik op de klok kijk schrik ik van de tijd. Ik ben al een half uur te laat! Shit. Nou ja, laat ook maar zitten. Ik kom het tweede uur wel. Mijn maag rammelt van de honger, dus laat ik eerst maar iets gaan eten. Wanneer ik beneden kom tref ik mijn vader dronken in de keuken aan. 'Wwwaar heb jij gggezetnn?' Ik moet moeite doen om me in te houden. Het liefst nou ik hem helemaal verrot meppen. Ik pak hem bij zijn bovenarm en begeleid hem naar de bank. Hij probeert zich los te rukken, maar dat lukt niet. 'Bllijf vvan mmme aff.' klinkt hij beroerd. Uiterst beheerst loop ik terug naar de keuken om 2 boterhammen voor mezelf te pakken. Ik besmeer ze snel met pindakaas en al etend doe ik de andere dingen die ik nog moet doen. Een klein kwartiertje later ben ik klaar om weg te gaan.

'Waar ben jij geweest?' is het eerste dat ik van Eva te horen krijg zodra ik haar zie. 'Ook goeiemorgen.' Ze grinnikt even. 'Sorry. Goedemorgen Floris. Wil je nu antwoorden op mijn vraag?' vraagt ze. De waarheid kan ik natuurlijk niet zeggen. Ze zal me vast uitlachen als ik zeg dat ik vannacht buiten op een bankje moest slapen. 'Ik heb me verslapen.' 'Volgens mij heb je ook niet zo heel goed geslapen.' merkt ze op. Het zal me niks verbazen als ze dat kan zien aan de wallen onder mijn ogen. 'Klopt.' is het enige dat ik antwoord. Ze kijkt me even vreemd aan maar richt dan haar aandacht weer op de leraar.

De dag is voorbij en ik fiets een stukje met haar mee. Ik heb het idee dat ze het wel een beetje raar vond vanmorgen, maar gelukkig heeft ze er verder niet naar gevraagd. Opzich mag ze het wel weten wat er thuis gebeurt enzo, maar ik ben bang dat ze me dan in de steek laat. Dat wil ik absoluut niet. Ik ben verliefd op haar en ik wil en ik kán haar gewoon niet verliezen. 'Hallo?!' Eva haalt me uit mijn gedachten. 'Ooh sorry, ik zat in gedachten.' 'Ja, dat merkte ik.' lacht ze. 'Heb je misschien een keer zin om iets te doen? Wij samen.' vraagt ze terwijl ze met haar vinger heen en weer wijst van mij naar haar. 'Ja, leuk. De bios misschien?' 'Ik zat eigenlijk meer aan een picknick te denken.' stelt ze voor. Eigenlijk is dat nog veel beter, dat is veel goedkoper dan een avondje bioscoop. 'Leuk.' 'Maar daar praten we morgen wel even over verder, ik moet hier afslaan. Tot morgen.' 'Doei.' Ik fiets weer in m'n eentje verder. Het is nog 2 straten dan ben ik er alweer. Eva en ik wonen best dicht bij elkaar, het verbaasd me dus eigenlijk dat ik haar nog nooit heb gezien. Dat is maar goed ook, anders zou zij ook weten waar ík woon.

Zodra ik de woonkamer binnen stap, word ik ruw bij mijn bovenarm gegrepen. Ik kijk recht in de woedende ogen van mijn vader. Wat hem ik nu weer gedaan? Hij pakt me bij mijn schouders en drukt me tegen de muur. 'Je dacht dat je er vanaf was, hè klootzak?' 'Waar heb je het over?' vraag ik. Ik heb echt werkelijk geen idee. 'Doe maar alsof je van niks weet. Weet je wat jij verdient?' Langzaam schud ik mijn hoofd, trillend van angst en bang voor wat er gaat komen. 'Je verdiende loon.' Zijn knie baant een weg naar mijn onderbuik. Meerdere keren zelfs. Ik moet moeite doen om een kreun binnen te houden. Dit moet echt ophouden. Zoveel mogelijk moed verzamel ik en richt mezelf weer op. Ik verzamel mijn kracht en duw hem van me af. Zo snel ik kan vlucht ik naar boven en ga ik op mijn kamer zitten. Nog na kreunend zit tegen de binnenkant van mijn deur aan. Waar kwam die woede ineens vandaan?

Duister - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu