22.

909 49 11
                                    

Omdat bijna niemand kon wachten...

Wolfs pov
Dit kan niet waar zijn. Als ik zo meteen mijn ogen open, lig ik in mijn bed en was het gewoon een droom, nee een nachtmerrie. Maar als het een nachtmerrie is, waarom voelt het dan zo echt? Ik geef mezelf een kneepje in m'n arm. Die voel ik wel. Het is helemaal geen nachtmerrie. Wat er net is gebeurd, is écht gebeurd. Mijn adem begint een beetje te schokken. Tranen branden achter mijn ogen. De brok in mijn keel wordt steeds groter en dikker. Er rollen al een paar tranen over mijn wangen. Ik begin heen en weer te lopen. Eva heeft me echt verlaten. "Oke Floris, nu even geen mietje zijn" spreek ik mezelf toe. Ik heb het jarenlang zobder haar gedaan, dus dat moet nu vast ook lukken. Ik veeg mijn tranen af aan mijn t-shirt. Dan loop ik naar de kraan om een plens koud water in m'n gezicht te gooien. Ik ben al best wel lang weg dus ik moet weer terug naar de les. Nog snel neem ik een slok water en daarna loop ik de kleedkamer uit.

Eva pov
Als Floris binnen komt, zie ik aan zijn rode ogen dat hij gehuild heeft. Diep van binnen heb ik medelijden met heb, maar mijn gedachten doen zich voor alsof het niks uitmaakt. Ik moet me gewoon over hem heen zetten, zorgen dat ik op iemand anders verliefd word. Toch zijn mijn gevoelens voor hem nog heel intens. Ik weet niet of ik het kan, stoppen met verliefd zijn op hem. Maar zolang ik hem negeer, moet ik een heel eind komen. Zo te zien is Floris hetzelfde van plan, want hij kijkt me niet aan en gaat zo ver mogelijk van me vandaan staan. Hier moet ik het maar mee doen en dan luister ik weer wat er wordt gezegd door Robert.

Wanneer we uit zijn kijk ik Floris na en zie hoe hij zonder iets te zeggen wegfiets. Er gaat toch wel een steek door mijn hart, maar uiteindelijk is het wel mijn eigen schuld. Ík had het tenslotte uit gemaakt.

Wolfs pov
Ik ben aan het koken, maar ben er niet echt met mijn gedachten bij. Correctie: Ik ben er helemáál niet met mijn gedachten bij. De rijst is aan het bakken in een pan, het vlees staat in de magnetron en de sla is aan het koken. Fleur komt beneden. 'Wat ben je allemaal aan het doen?' roept ze verontwaardigd uit. Mijn hoofd is te vol, ik kan niet meer goed nadenken. Gelukkig merkt ze dat er iets is. 'Ik kook wel. Ga jij maar lekker naar boven.' Ik weet er nog een glimlach uit te persen en loop dan als een zombie naar boven. Met een plof kom ik op mijn bed terecht en richt mijn blik op de klok. "Tik, tik, tik, tik, tik". Ik word er echt knettergek van. Alles is te erg. Ik sta op en ruk de klok van de muur. Zo hard ik kan smijt ik hem een aantal keer tegen de tafel om hem vervolgens door mijn hele kamer te gooien. Snikkend laat ik me op mijn knieën zakken. Waarom, waar-om ik? Ik schreeuw mijn frustraties er zowat uit. Snelle voetstappen zijn te horen op de trap. Nee niet nu, alsjeblieft. Maar aan de stem te horen is het Fleur. 'Wat is er toch?' Ze knielt mij me neer en wrijft troostend over mijn rug. 'Nee, nee, nee.' Er komt niks zinnigs uit mijn mond. Ik verberg mijn gezicht in mijn handen. 'Rustig.' Langzaam kom ik weer een beetje op adem. Fleur staat op en raapt de gebarsten klok van de grond en bekijkt hem. 'Die is niet meer te redden.' is haar conclusie. 'Vertel nu eens rustig wat er is.' Ze pakt me bij mijn bovenarm en helpt me omhoog. 'Ga even zitten.' Ik doe wat ze zegt en neem plaats op mijn bed. Zij pakt een stoel en gaat recht tegenover me zitten. 'Brand los.' De woorden die zich in mijn hoofd al honderden keren hebben afgespeeld, kunnen nauwelijks langs mijn tong. 'Het...het...het..' Ik kan het niet, ik kán het niet zeggen. 'Het wat?' 'Het is uit met Eva.' Ik staar naar de grond. Fleur legt haar hand op mijn schouder. 'Het komt wel goed. Geloof me.' Ik wil haar maar al te graag geloven, maar op dit moment ben ik daar nog niet zo zeker van. 'Ik ga slapen.' deel ik haar mee. 'Je hebt helemaal niet gegeten.' 'Ik heb geen honger.' 'Oke, welterusten dan maar.' Ze staat op en haalt haar hand een keer door mijn haar. Ik schenk haar een flauwe glimlach als ze zich nog een keer omdraait voordat ze de deur door gaat. Dan loopt ze weg en sluit ze de deur. Ik ga op mijn rug liggen, met mijn kleren nog aan. Langzaam komen er weer tranen. Iets wat niet vaak gebeurt, gebeurt nu. Ik huil mezelf in slaap.

Voor de mensen die het nog niet weten: Ik heb een nieuw verhaal genaamd 'Verloren'.

Duister - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu