Eva pov
Eindelijk kom ik bij het goede adres aan, zijn fiets staat er ook dus er is geen twijfel mogelijk. Op het eerste gezicht is het een heel netjes huis. Ik loop naar de voordeur en wil al aanbellen, maar dan bedenk ik me. Floris wil me vast niet zien, dus zal hij de deur ook niet open doen. Er moet vast een andere mogelijkheid zijn om binnen te komen. Misschien ligt er wel ergens een sleutel. Ik kijk onder de deurmat die voor de deur ligt, maar daar ligt hij niet. Met mijn vingers ga ik langs de rand van een bankje die tegen de muur staat, daar ook niet. Ik til de bloempot op, maar ook daar is geen sleutel te zien. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat er helemaal geen sleutel is, dus dan kan ik hem ook niet vinden. Toch wil ik de hoop niet opgeven. Waar zou ik een sleutel verstoppen als ik hier zou wonen? Op die plekken heb ik al gezocht. Ik loop wat heen en weer voor de deur, in de hoop dat ik hem zo zie liggen. Ik buk om onder het bankje te kijken, maar weer zie ik hem niet. Misschien zit hij wel onderop de bloempot geplakt. Ik til voor de tweede keer de bloempot op en draai hem om. Dan hoor ik iets vallen. De sleutel! Hij zat helemaal niet ónder de bloempot, maar erin! Ik zet de bloempot terug en raap de sleutel op. Als ik de sleutel in het slot heb gestoken, begin ik te twijfelen. Moet ik dit wel doen? Het is een vreemd huis en het is helemaal niet zeker dat Floris hier is. Alhoewel, zijn fiets staat er. Toch zegt iets in me dat ik het wél moet doen. Na heel wat wikken en wegen draai ik toch de sleutel om en gaat de deur open. Het eerste wat me opvalt is de vieze stank die hier hangt. Zodra ik stil de deur achter me heb dicht gedaan, kijk ik wat in het rond terwijl ik met mijn hand de geur probeer weg te wuiven. Langzaam maar zeker dringt het tot me door wat voor een geur dit is. Dit is de geur van alcohol. Zachtjes sluip ik door naar een deur die een stukje open staat. Voorzichtig, in de hoop dat er niemand is, duw ik de deur verder open. Tot mijn opluchting is er niemand te zien. Mijn ogen scannen de hele woonkamer. Overal liggen lege flessen van drank. Volgens mij heb ik een hele poos gestaan als ik weer in beweging kom. Inmiddels ben ik al een beetje gewend aan de geur van alcohol. Aan alle drankflessen te zien is zijn vader -aangezien zijn moeder dood is- alcoholist. Scènes van de afgelopen tijd flitsen door mijn hoofd. Floris heeft altijd lange mauwen aan. Hij is vaak te laat. De ruzie over waarom ik hier niet mocht komen. De wond op zijn hoofd. De vage antwoord over vragen over zijn vader. En de pijnlijke gezichten -die me niet zijn ontgaan- die hij trekt als iemand een vriendschappelijke tik op zijn schouder geeft. Alles dringt langzaam tot me door. Volgens mij wordt hij mishandeld. Ik haal gefrustreerd m'n hand door mijn pony. Nog snel kijk ik om me heen en ga dan terug naar de gang. Als ik de trap op wil lopen, zie ik dat er bloed op de muur zit. Dit zorgt ervoor dat ik alleen nog maar sneller naar boven ga. Er is een kamer waar licht brandt, en daar stap ik op af. Langzaam doe ik de deur een stukje open en als ik zie dat Floris er is doe ik hem helemaal open. Geschrokken kijk ik naar hem. Hij is minstens net zo van mij geschrokken, want hij zet van schrik een paar passen van me vandaan. 'Eva, wat doe jij hier?!'
JE LEEST
Duister - Flikken Maastricht
FanfictionEva en Floris zitten allebei in het eerste jaar van de politie academie. Ze trekken veel met elkaar op en er lijken wederzijdse gevoelens te ontstaan. Maar Eva denkt dat Floris iets verzwijgt voor haar, en daar heeft ze gelijk in... Records: #6 Fanf...