XL

76 10 5
                                    

Melchior schaterde hartelijk en wreef in zijn handen van pret

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Melchior schaterde hartelijk en wreef in zijn handen van pret. "Wat een fantastisch verhaal, Haak!"

De man van Rang Twee glimlachte zelfgenoegzaam en stond op van zijn harde houten stoel. Met mannelijke passen beende hij naar de houten kast die tegen de wand stond, en hij haalde er een gouden kandelaar uit. Nadat hij uit de doeken gedaan had wat er die allesbeslissende nacht in de bloemmolenfabriek gebeurd was, vreesde hij plots dat er een spion in de kamer was die zich schuilhield in de schaduwen. Uit de zak van zijn zwarte broek nam hij een doosje lucifers. Haak nam er eentje uit, wreef die langs de zijkant van het doosje en bracht het brandende stokje naar de lont van één van de kaarsen. Met de kandelaar in zijn handen keek hij de kamer rond, maar buiten de leider van de Haakclub en hijzelf, was er geen levende ziel. Zelfs Melchiors trouwe huisdiertje Cnoop was afgereisd naar andere oorden.

Kapitein Haak ging weer op zijn stoel zitten en plaatste de antieke kandelaar op het houten salontafeltje tussen hen in. Door de zwakke kaarsvlam die omarmd werd door de duisternis, werd Haaks gelaat beschenen: een bleek gezicht, met een donkerblonde chevron-snor en grote, roze ogen. Het was een gezicht dat iedereen uit Ravenburg en omstreken tot voor kort had benoemd als dat van Herbert Post. In werkelijkheid behoorde het toe aan het duistere, raadselachtige alter ego van deze man.

Toen het gelach van Melchior langzaam weggestorven was en het gezicht van de man geen enkele emotie meer liet blijken, ging hij verder op serieuze toon. "Er is nog iets dat je moet weten."

Haak bestudeerde Melchiors gezicht. Wat zou dat zijn? Heb ik iets over het hoofd gezien? O nee! Er zal toch geen getuige geweest zijn? Hij veegde zijn klamme handen af aan het zwarte fluweel van zijn broek.

"Het is niks om je zorgen over te maken, Haak, integendeel", stelde Melchior hem gerust. "Ik heb vernomen dat er de nacht waarin we jouw verhaal kunnen situeren, een mannetje genaamd Beotiër bij Esterella Eskobar is geweest. De details ken ik niet, maar het komt erop neer dat Beotiër uit het raam te pletter is gestort en dat Esterella..."

Haak ging op het puntje van zijn stoel zitten. "Ja, wat gebeurde er met Esterella?" vroeg hij nieuwsgierig.

Het welbekende oudemannenglimlachje van Melchior flatteerde zijn gezicht. "Ze heeft de beruchte benzinepil van Bruno Eskobar ingenomen!"

Dat moest Haak even tot zich laten doordringen. Toen hij de mededeling van zijn baas enkele keren in zijn hoofd had herhaald begreep hij pas wat dat betekende: Esterella was dood, dus de Breiclub zat zonder leider! Hij plooide zijn gelaat tot een lachje. "Ik wist wel dat dat obeesje zichzelf ooit nog wel eens tot ontploffen zou brengen!"

Melchior grinnikte. "Ja, en weet je wat dat betekent? De Breiclub heeft officieel geen leden meer! Vanaf vandaag, mijn beste, zal de Haakclub de heerser van de drugswereld zijn. En dat is allemaal dankzij jou. Bedankt, Kapitein Haak."

Ja! Nu komt eindelijk het moment waar ik al zo lang op gewacht heb! Het kan niet anders dan dat hij mij zal promoveren tot Rang Eén. Al vond Haak ook dat er altijd tijd was voor bescheidenheid, dus antwoordde hij beleefd: "Ach, het lag niet allemaal aan mij. De hele Haakclub heeft voortreffelijk werk geleverd."

Post MortemWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu