25. Whene your world falls apart...

245 20 2
                                    

(Bieke's pov)

'Bieke,zo kan het echt niet verder',zegt mijn moeder bezorgd.

Ze wrijft met haar hand over mijn wang.

Op de ene of andere manier wil ik niet dat ze me aanraakt en kruip verder onder mijn dekbed.

Ik kijk haar wantrouwig aan. Ik weet wat ze nu denkt.

'We gaan vanmiddag naar de arts en dan zullen we verdere oplossingen bespreken',vertelt mijn moeder.

Ik weet wat ze wil zeggen,ik wil het alleen niet geloven.

'Kleed je aan en dan zie ik je over een half uur beneden',ze staat op en drukt een laatste kus op mijn hoofd.

Wanneer ze de deur dicht doet, trek ik het deken helemaal over me heen. Dit kan niet waar zijn.

Vermoeid sta ik op en loop naar de badkamer.

Verbaasd kijk ik in de spiegel. Voor mij staat een bleek meisje met rode ogen en overal schrammen.

Dit is niet het meisje dat iedereen leuk vond. Het is iemand die ik niet meer herken.

Snel kleed ik me om en strompel naar beneden.

In de gang staan mijn ouders en broer te wachten. Waar gaat dit tot leiden?

Zwijgend loop ik naar buiten en kruip in de auto. Elke beweging die ik maak doet zeer.

We zijn nu 5 weken verder dan de dag dat ik Hem voor het laatst heb gezien.

Iedere nacht weer heb ik mooie dromen die me akelige gedachten bezorgen.

'We zijn er...',zegt Ben stil. Hij weet even goed als ik wat er zal gebeuren.

We stappen de auto uit en er hangt een akelige ongemakkelijke sfeer in de lucht. We lopen het koude en kille gebouw binnen. Eerst een lange hal door en uiteindelijk zijn we bij een soort van receptie. Mijn moeder zegt tegen de receptioniste dat we er zijn, en de mevrouw achter de balie antwoord dat we even moeten wachten.
Ik weet dondersgoed waar ik ben, en net zo goed wat er gaat gebeuren maar ik probeer er niet aan te denken. Ik probeer nergens aan te denken.

"Bieke zeg nou toch iets..." Zegt mijn moeder maar ik staar haar emotieloos aan. Het is al vaker aan bod gekomen, maar nooit wilde ik eraan geloven.

Ik schud langzaam mijn hoofd nee.

"We doen dit voor je eigen bestwil, Dat weet je toch wel?" Vraagt Ben, en pakt mijn hand beet. Ruw trek ik mijn hand terug en kijk hem boos aan.

"Jullie dumpen me hier in een gekkenhuis omdat het even moeilijk is voor mijn bestwil?" Vraag ik kattig. Ben kijkt schuldig, maar antwoord niet. Na een tijdje wachten komt er een vrouw op ons aflopen.

"Hallo Bieke." Zegt ze en schud mijn hand.

"Ik ben Hilde Egberts. De directeur van de kliniek." Zegt ze met een sympathieke blik, maar ik doe mijn best om het te negeren. Ik heb niets aan haar sympathie.

Ik knik maar naar haar en ze begint te vertellen over mijn 'behandeling' en verblijf. Ik doe mijn best om haar stem uit te sluiten, ik wil niets horen wat zij te zeggen heeft.

Ik merk dat mijn vader ook de hele tijd niets zegt. Hij weet vast niet wat. Best begrijpelijk eigenlijk. Wat hoor je eigenlijk te zeggen als je dochter zomaar ergens achterlaat. Ze zeggen dat het voor mijn bestwil is, maar waarom voelt het dan alsof ze me hebben opgegeven?

Na een tijdje lopen zitten we bij de directeur in haar kantoor.

"We kunnen je helpen Bieke, eerlijk waar." Zegt ze met een warme stem. Ik kijk naar mijn handen die op mijn schoot liggen.

"Wanneer kan ze beginnen met haar behandeling?" Vraagt mijn moeder.

"Ik denk dat het belangrijk is dat we zo snel mogelijk beginnen in haar geval dus ik kan meteen de papieren klaarmaken zodat ze morgen in kan checken." Zegt Hilde. Ik kijk mijn ouders met grote ogen aan. Ze zijn niet alleen van om me hier te dumpen, maar geven me niet eens tijd om aan het idee te wennen.

"Prima. Alles zodat ze zo snel mogelijk weer naar huis mag." Zegt papa en dan stort alles wat er over was van me in.

EINDE

TegengifWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu